Ook dit was 2021. Onze reporters getuigen: “De beelden van een stervende Sofie krijg ik nooit meer van mijn netvlies”

Redactie KW

In De Krant van West-Vlaanderen en op KW.be verschenen duizenden verhalen. Onze reporters zijn onze voelsprieten te velde en verzamelen al die verhalen. En hoewel ze veel zien en meemaken, raken sommige getuigenissen hen recht in het hart. Wij vroegen hen naar hét verhaal van 2021 dat hen bijblijft.

Je moet niet wachten tot later om goed te doen

“Later zal ik me inzetten voor…” Een zin die ik zelf veel te vaak in de mond neem. Het past in hetzelfde straatje als de talloze goede voornemens die we jaarlijks massaal nemen. Uitstelgedrag komt niet zelden de kop opsteken wanneer we ons overweldigd voelen. Ingrijpende hulp bieden, vergt echt minder moeite dan we soms denken, dat hebben twee bijzondere vrouwen me dit jaar doen inzien. Zo kookte Els, vrijwilligster bij vzw Eleonoor, vijf dagen lang twee extra porties voor sterrenouders Annelies en Michael, die na 17 weken zwangerschap hun dochter verloren. Een kleine moeite die een wereld van verschil betekende voor het koppel. Warme gerechten, letterlijk en figuurlijk, met troost als hoofdingrediënt.

Charlotte uit Eernegem verloor ook ooit een kindje. Dat was voor haar hét signaal dat er geen tijd te verliezen valt, want het leven loopt niet altijd zoals gepland. Al zes jaar lang stelt zij haar huis en hart open voor pleegkinderen. Sommige zijn na enkele weken weer weg, anderen blijven langer dan een jaar. Ze vertelt een verhaal over emotionele rugzakken en loslaten, maar leert mij vooral veel bij. “Iedereen kan pleegouder worden, je moet enkel een beetje liefde over hebben”, klonk het. Zoek de verschillende vormen van pleegzorg maar even op, je zal snel merken dat Charlotte écht gelijk heeft.

Ja, die verhalen bleven plakken. Met als resultaat dat ik tussen kerst en nieuw zelf een week troostkost kookte voor een gezin uit Hooglede, dat veel te vroeg afscheid heeft moeten nemen van de kleine Louis. Er was namelijk een uitspraak van Charlotte die me maar bleef achtervolgen: “Als je iets wil doen, moet je niet wachten op ‘later’.”

(Phebe Somers)

© Frank Meurisse

De wilskracht van een jong gezin

Het was ergens in de buik van juni toen ik op de tijdlijn van mijn Facebook-account een korte oproep voorbij zag komen. Help Victor stappen, las ik. De foto: een lachend kereltje met kleine blonde krullen van hoop en al 2 jaar oud.

Het verhaal achter de link greep me meteen naar de keel. Victor Segers, de helft van een tweeling met zijn broertje Henri, had als baby een bacteriële infectie opgelopen en werd door verschillende herseninfarcten getroffen. De gevolgen waren niet min: Victor is doof en kan niet zelfstandig zitten, eten of stappen.

Het jonge Izegemse gezin van papa Andres en mama Emily was recht in het hart getroffen, maar hun moed bleef torenhoog. Een crowdfundingactie moest geld in het laatje brengen om een behandeling met staprobots te bekostigen en nadat ze hun verhaal in onze krant hadden gedaan, kwam een tsunami aan solidariteitsacties boven water.

Het succes was navenant, want ondertussen kan Victor al minstens één jaar de speciale therapie volgen. Met een brede glimlach en de blik op de toekomst, vastberaden om zijn nog prille leventje zo mooi mogelijk te maken. En met de wilskracht van twee beresterke ouders achter zich.

(Philippe Verhaest)

© Janne Van Woensel Kooy

“Als justitiejournalist sta je vaak kniehoog in een poel van menselijke ellende maar hier botste ik op een grens”

Twee meisjes op het strand / Ze lezen modebladen / Ze kijken in het rond / Ze dromen van een prins. Het zijn de beginregels van een classic van Raymond van het Groenewoud. Een lieflijk nummer over jeugdige onschuld en onbezonnen zorgeloosheid.

Meermaals spookten ze door mijn hoofd tijdens het assisenproces over de moord op Sofie Muylle uit Roeselare. Zij was ook een meisje op het strand. Een donker strand weliswaar, tijdens een koude januarinacht in 2017. Ze had net ruzie gemaakt met haar prins. Op het strand botste ze op – en ik wik mijn woorden – de duivel in persoon. Een seksueel roofdier op zoek naar een prooi.

Hij folterde en verkrachtte de hulpeloze Sofie, versleepte haar, filmde haar stervensproces en gaf er commentaar bij als was het een voetbalmatch. De beelden werden getoond op het assisenproces. Ik krijg ze nooit meer van mijn netvlies. De doodsreutel van een stervend meisje op het strand, letterlijk doodsbang, niet meer van mijn trommelvlies. Als justitiejournalist sta je vaak kniehoog in een poel van menselijke ellende maar hier botste ik op een grens. Een flinke gabbe in mijn olifantshuid.

(Laurens Kindt)

Kleindochter Shania met een foto van haar grootouders Robin en Jenny. “Bompa zonder bomma, dat ging niet. Hij zou kapotgegaan zijn van verdriet.”
Kleindochter Shania met een foto van haar grootouders Robin en Jenny. “Bompa zonder bomma, dat ging niet. Hij zou kapotgegaan zijn van verdriet.” © Olaf Verhaeghe

Ik kan alleen maar hopen dat ieder die ooit moet gaan, dezelfde liefde mag voelen

51 jaar waren ze samen, 35 daarvan getrouwd. Afgelopen zomer kende het huwelijk van Robin en Jenny uit de Oostendse Vuurtorenwijk een te vroeg einde. Allebei waren ze ziek geworden. Longkanker, niet meer te genezen. Ze kozen samen voor euthanasie, zij aan zij, hand in hand zelfs. Op 10 juli 2021 stierven ze, omringd door hun dichte familie en beste vrienden.

Luttele dagen later mocht ik hun dochter Jess en kleindochter Shania ontmoeten op hun appartementje, tien hoog, met zicht op de Spuikom. De warmte waarmee Jess vertelde over haar ouders en de liefde die Shania liet voelen voor haar bomma en bompa zijn me wekenlang bijgebleven. Makkelijk was het verhaal vertellen niet, maar ze deden het. Voor Robin en Jenny. Omdat ze hen graag zagen en omdat zij hun kroost zo graag zagen.

Toen Jess het moment van definitief afscheid beschreef, hield ze het amper droog. De haren op mijn onderarmen komen nog altijd recht als ik denk aan hoe ze vertelde over het laatste glimlachje van haar vader. De krop in de keel vormt zich opnieuw. “Pa bleef kijken naar haar, tot hij zag dat ze rustte”, vertelde de dochter die dag heel bedachtzaam. “Toen keek hij naar mij, glimlachte hij heel even en sloot hij zacht zijn ogen. Hij is blijven kijken tot zij in orde was.” Ik kan alleen maar hopen dat ieder die ooit moet gaan, dezelfde liefde mag voelen. Dat er iemand blijft kijken tot je orde bent. Dat je dankbaar voor wat was mag rusten.

(Olaf Verhaeghe)

Ook zonder besmetting zorgde corona voor jonge slachtoffers

2021 zal voor ons jammer genoeg ook het jaar blijven waar we afscheid moesten nemen van heel van jonge gasten uit de regio Izegem. In januari overleed Emil Claeys (22), twee maanden ervoor hadden we de joviale bondsleider nog geïnterviewd over de grootse plannen die hij en zijn KSA-maten hadden voor de verbouwing van hun lokaal. Ondanks de vele steun van familie en vrienden, trok hij het niet meer. “Ze zijn met zijn drieën naar de corona-oorlog vertrokken, er zijn er maar twee teruggekeerd”, verklaarde pa Bart Claeys over Emil en zijn twee boezemvrienden.

Ook de begrafenis van Emil, met een immense erehaag, blijft op ons netvlies gebrand. Want ook die uitvaart moest in beperkte kring gehouden worden.

Ook ITC-voorzitter Frank Bruyneel moest in maart opnieuw in zijn pen kruipen na het overlijden van Ingelmunsternaar Peter Catteeuw (40). “Zorg aub voor elkaar”, klonk het bij de triatlonvoorzitter. De herdenkingsrit voor Kasper Lagae (31), die jongeman die een jaar eerder overleed, was toen nog maar net achter de rug.

Bart Lagae, de papa van Kasper, fietst ook samen met de vader van Mathieu Viaene (19). Ook die jongeman overleed een jaar eerder en kreeg dit jaar opnieuw een herdenkingsrit die de ouders toeliet hun verdriet te delen. Want ook dat is een gevolg van corona: mensen kunnen niet meer deftig afscheid nemen.

En dan was er nog Matisse Bouvry (15). De Izegemnaar studeerde maritieme wetenschappen aan Athena in Oostende toen hij er op dinsdag 1 juni in zijn slaap getroffen werd door een agressieve pneunomie. Ook daar troffen we een ontroostbaar gezin aan.

En onlangs deden ook de zussen van Leander Quintyn (32) uit Tielt bij ons hun verhaal. Op 6 maart werd hun broer bij een daad uit willekeur neergestoken. Kelly en Kim en hun ouders moesten de eindejaarsfeesten vieren met een lege stoel. Net als de families van al de andere ‘slachtoffers’ die we hier in enkele simpele zinnen opsommen. Maar het waren stuk voor stuk mensen met een verhaal.

(Wouter Vander Stricht)

Geen krant waar de gewone mensen meer aan bod komen dan ‘De Krant van West-Vlaanderen’. Zelf loods ik ze de krant binnen via reeksen als ‘Caféklap’, ’Anders’ en ‘10.000 stappen in…’ Ik heb heel speciale herinneringen aan mijn 10.000 stappen in Pittem. Ook wel omwille van Eugeen Van Tyghem tegen, de boer die vertelde dat de melk tegenwoordig niet meer van de koeien komt, maar uit dozen.

Maar als er één vrouw is die ik in de loop van mijn wandelingen heb ontmoet, die ik nooit zal vergeten, is het Kelly Quintyn. Het was in de Kauwstraat dat ik omhoog aan het kijken was naar de gevels van de huizen en zo bijna tegen een vrouw aanliep die breed lachend door het leven stapte. 5 minuten later bestempelde ik haar als een zonnekind. Zo goedlachs, zo vriendelijk, zo optimistisch was Kelly Quintyn. “Ja, ik lach graag,” zei ze. “Ik lach liever dan ik huil. Je maakt soms dingen mee, maar je schudt die dan van je af en je gaat weer verder.”

Toen ik de tekst had uitgeschreven, dacht ik: toch nog even de spelling van die naam checken. Want de naam ‘Quintyn’ kom je niet elke dag tegen. En toen zag ik meteen de naam Leander Quintyn opdagen. Haar broer. Twee dagen eerder was hij koudweg vermoord in Tielt. Ik maakte normaal van iedere aflevering een filmpje. Die passage met de stralende Kelly Quintyn stond al klaar. Maar hoe mooi ze het ook zei, hoe warm haar woorden ook waren, op dat moment kon ik geen lachende Kelly op de wereld loslaten. Haar woorden waren gedateerd: de realiteit is soms genadeloos. Soms maak je zaken mee die je niet van je kunt afschudden, weet ze intussen. Ik voel zo hard met haar mee.

(Kurt Vandemaele)

© Damon De Backer

Jongeren hebben net veel horenswaardigs te vertellen

We laten elkaar liefst niet al te dikwijls domme dingen zeggen bij KW Weekend. Toen ik me dus onlangs luidop afvroeg of de jonge meid die ik een dag later zou interviewen wel iets te vertellen zou hebben, zette een collega me op mijn nummer. Dat er jongeren zijn die net heel veel horenswaardigs te vertellen hebben, en ouderen die bitter weinig relevants uitkramen.

Shame on me, indeed! Een kleine update wreef het me nog eens goed in: alleen al het voorbije jaar geraakte ik onder de indruk van ontmoetingen met Flo – valt er nog ergens een taboe te ontmantelen – Windey, Meskerem – ik durf mijn mening bijspijkeren – Mees, maar ook een meubelontwerpster als Amber Dewaele, niet bang om uit haar comfortzone te komen.

Of woordkunstenaar Loeke Vanhoutteghem. Nooit iemand op een minzamer manier horen zeggen waar ze vindt dat het op staat in onze maatschappij. Om nog te zwijgen van Amir Bachrouri, voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad met een visie waar veel beleidsvoerders iets van kunnen leren. Op zijn achttiende. Mijn grootste bekommernis op die leeftijd was of mijn gat niet te dik was in mijn rok. Ik bedoel maar: ook na het voorbije jaar weer blij dat ik aan mijn kant van de tafel zit!

(Nancy Boerjan)

© Christophe De Muynck

Het interview was typerend voor dit zotte jaar

Ik heb het afgelopen jaar heel wat fantastische en ook wel eens bekende mensen mogen interviewen. De meest originele waren ongetwijfeld mijn eigen broers, die meededen aan het programma Klopjacht op Play 4, maar het was zonder meer het jaar van de sterke vrouwen: de fantastische Emilie De Roo, de belachelijk getalenteerde Janne Desmet, de joviale Ellen Callebout/Verhulst en de heerlijke frisse wetenschappelijke wind Hetty Helsmoortel. Er waren de bijzonder inspirerende babbels met Katrien Vermeire, de dames van Boven De Wolken en de Thaise chef Dokkoon Kapueak die haar eerste Michelin-ster haalde.

Toch kies ik voor iemand die ik al een paar keer sprak: een oude ziel verpakt in een geweldig boeiende vrouw: Leen Dendievel. Het interview was typerend voor dit zotte jaar, niet alleen door de vele truth bombs die ze loste naar aanleiding van haar boek vol levenslessen, maar ook omdat het plaatsvond aan de familiekapel, ergens op het Kooigemse plaateland. Zij vooraan aan het stuur, ik op de achterbank, deuren wagenwijd open en met mondmasker aan. Coronaproof in het kwadraat.

Hoe relatief het leven en haar werk kan zijn, bewees de aansluitende fotoshoot. Terwijl Leen poseerde aan de kapel, passeerde een groepje wandelaars onder wie een vrouw die moest plassen (en niet eens dringend). Zonder schroom zette ze zich achter de kapel en stak ze haar broek af. Leen deed professioneel verder, maar de fotograaf had het niet opgemerkt, waardoor hij opeens een blote kont voor de lens kreeg. Heerlijk!

(Bert Vanden Berghe)

© Davy Coghe

Een opmerkelijk voorstel van dé fiscale expert in ons land

Bruggeling Michel Maus is dé fiscale expert in ons land. Hij heeft een interessante inkijk op onze nationale sport, met name belastingen ontduiken en laakt de fiscale koterijen en fiscale gunstregimes. Indien iedereen correct zijn belastingen betaalt, is de staatsschuld in drie jaar tijd afgebouwd.

Bovendien pakt hij uit met een erg origineel idee om meer overheidsinkomsten te genereren zonder dat het ons pijn doet: een cannabistaks invoeren. De Amerikaanse staat Colorado met 5 miljoen inwoners haalt hiermee 250 miljoen dollar op. Niemand heeft er last van. Dus legaliseer cannabis, wat nu toch gedoogd en massaal gebruikt wordt. Je schakelt de criminaliteit uit en hebt extra fiscale inkomsten!”

Een opmerkelijk en gedurfd voorstel van een bekende West-Vlaming !

(Stefan Vankerkhoven)

Een heerlijke avond bij de familie Lampaert

Het was op een zaterdagavond ergens in september dat ik me naar de ouderlijke woning van Yves Lampaert in Ingelmunster begaf voor een reportage met de familie van Yves, naar aanleiding van zijn favorietenstatus voor Parijs-Roubaix.

Een niet alledaags tijdstip, maar wel het enige moment waarop het die week voor zowel papa Jean, mama Carine, zus Saghine, broer Jens als schoonbroer Pieter lukte. We hebben het ons niet beklaagd. Een uurtje werk, dachten we.

Uiteindelijk waren we een eind na 23 uur weer thuis. De boosdoener in kwestie: aperitiefhapjes, heerlijke lasagne van mama Carine en vooral veel opgerakelde anekdotes over Yves, al dan niet voor publicatie vatbaar. Over zijn tweede plaats in Parijs-Roubaix voor beloften in 2012. Over zijn ereplaatsen in Roubaix. Over de onvergetelijke bezoekjes aan de Tour de France op de Champs-Elysées. Over alle soorten wielerkoetjes en wielerkalfjes.

Zes dagen later verscheen er in De Krant van West-Vlaanderen een dubbele pagina over Jean, Carine, Saghine, Jens en Pieter. Wat er precies gepubliceerd werd, zit al behoorlijk ver in mijn geheugen, maar de herinnering aan de avond blijft even helder als de zee.

(Tom Vandenbussche)

© Kris Van Exel

Niets toe te voegen aan de woorden van Zinho Gano

Het verhaal dat mij raakte in 2021 was het interview met Zinho Gano, profvoetballer bij Zulte Waregem. Zeker in het licht van de racistische uitspraken in Jan Breydel in Brugge tijdens de wedstrijd Club Brugge – Anderlecht op 19 december.

Daarin zegt Zinho Gano het volgende:

“Alleen is het zo dat kinderen niet geboren worden met racisme, wel dat ze leren wat ze zien. Wat ze zien en horen van de ouderen. Als je als kleine jongen je vader hoort roepen ‘vuile zwarte’ dan neem je dat over (…) En toch onderschatten nog steeds veel mensen het probleem. Het is geen probleem van vroeger, het gebeurt nog steeds evenveel. Wij ervaren het, niet dagelijks maar veel. En zowel buiten als in het voetbal. Mensen die je bewust pijn doen, alleen omdat je huidskleur anders is. (nadenkend) Het is een heel moeilijke discussie. We beseffen wel dat er iets moét gebeuren.”

Niets aan toe te voegen.

(Frank Buyse)