Sabine en Wim uit Esen vangen Oekraïense vluchtelingen op: “De taal van de liefde spreekt iedereen”

Wim Viaene en Sabine Vanthuyne, samen met Svetta en Ina en de kinderen Ilia en Vika. © GUS GUS
Redactie KW

In het huis van Sabine Vanthuyne en Wim Viaene in Esen bij Diksmuide wonen sinds een week twee Oekraïense vriendinnen met hun zoon en dochter. “Ze vonden in hun thuisland geen insuline meer voor hun kinderen die suikerziekte hebben. Ze konden niet anders dan vluchten. Wij vangen ze met veel plezier op”, reageert Sabine die zelf Russisch spreekt. “Dat is een geluk, maar de taal van de liefde spreekt iedereen.”

Op dit moment zijn er in Diksmuide een twintigtal Oekraïense vluchtelingen die opgevangen worden bij één van de 60 inwoners die zich daarvoor kandidaat hebben gesteld. Het stadsbestuur heeft op vier locaties ruimte vrijgemaakt voor mensen op de vlucht. Sabine (56) en Wim (55) hoefden niet lang na te denken. Achttien jaar lang hebben ze kinderen uit Wit-Rusland een zorgeloze vakantie aangeboden via de organisatie Hart voor Tsjernobyl. Elk jaar reisden ze naar daar om de familie en tolken te leren kennen. Sabine volgde zelfs Russisch in avondonderwijs. Ze deed dat naast het runnen van haar eigen kapsalon in Esen en de opvoeding van haar drie kinderen van wie er één ernstig gehandicapt is. De zoon en dochter zijn intussen het nest uitgevlogen en de dochter met een beperking verblijft in een internaat. “We hadden dus twee kamers vrij. Het is hier sowieso de zoete inval. We zijn niet zo gesteld op onze privacy”, schetst Sabine.

Online les

In haar keuken zitten Svetta (42) en haar zoon Ilia (15) samen met haar vriendin Ina (39) en haar dochter Vika (14). De twee kinderen volgen via de laptop online les in hun thuisland. Svetta en Ina schuiven aan. Ze spreken uitsluitend Russisch. “Het is een schrijnend verhaal”, vertaalt Sabine. “Svetta was in Oekraïne verpleegster en heeft nog een twintigjarige zoon die ze noodgedwongen heeft moeten achterlaten. Hij mocht het land niet uit omdat hij paraat moest staan voor het leger. Svetta stond voor een hartverscheurende keuze, maar ze kon niet anders dan vluchten. Ilia heeft suikerziekte en er was geen insuline verkrijgbaar.”

“Samen met haar vriendin Ina en haar dochter Vika, die ook diabetes heeft, sloeg ze op de vlucht via Polen en Duitsland tot in België. Tien dagen lang hebben ze niet in een bed kunnen slapen. Dagenlang moesten ze in Brussel aanschuiven om het attest te krijgen waarmee ze in ons land konden blijven. En dan werden ze met een auto gebracht naar Esen.”

Ze wonen hier nog maar een week en we hebben nu al een band voor het leven

Sabine stond hen op te wachten. “Die mensen waren ten einde raad en vooral heel moe. Ze hadden wat kledij en een beetje eten mee dat ze onderweg hadden gekocht. Ik heb hen met rust gelaten en stond klaar om te luisteren. Dat was nodig, want wat zij de voorbije weken hebben meegemaakt, is traumatisch. Ik zie hen niet als gasten, ze moeten zich hier vooral thuis voelen. Ze hebben op hun kamer hun eigen plekje. In de koelkast kunnen ze hun spullen op hun schap leggen. De was en plas doen ze zelf en ook voor de inkopen hebben ze mij niet nodig. Die mensen kunnen gewoon betalen met hun eigen bankkaart en vragen niets. Het zijn zelfstandige Oekraïense vrouwen die alleen maar terug naar hun familie willen. Elke dag vragen ze zich af hoe lang de oorlog nog zal duren. Helaas moeten ook wij het antwoord schuldig blijven. Zo lang het nodig is, mogen ze blijven. Ze wonen hier nog maar een week en we hebben nu al een band voor het leven.”

Wederzijds respect

En dat respect is wederzijds. Svetta spreekt een tekst in op haar smartphone die Google Translate vertaalt. “We zijn zo opgelucht dat we hier in dit warme huis terechtgekomen zijn. Wim en Sabine accepteren ons. Bij zo’n goeie familie wonen, doet deugd.”

Wim en Sabine stralen, maar vinden het zelf maar heel gewoon wat ze doen. “Of ik het iedereen zou aanraden”, herhaalt ze mijn vraag. “Dat is moeilijk. Je moet bereid zijn om een deel van je privacy aan de kant te schuiven. Hun moedertaal spreken, helpt natuurlijk. Svetta en Ina zijn heel open en vriendelijke vrouwen die vol ongeduld wachten tot alle administratie in orde is. Dan kunnen ze Nederlands leren en eventueel een job zoeken.”

En Wim hoopt dat nog Diksmuidelingen hun voorbeeld volgen. “Dat zijn mensen die uit noodzaak hun land zijn ontvlucht. Ze komen terecht in een plek die ze niet kennen en waar ze de taal en cultuur nog moeten ontdekken. Het enige wat we hen kunnen geven, is een dak boven hun hoofd waar ze rust vinden. Dat doen wij alvast met heel ons hart. Zo moeilijk is dat niet hoor.”

Wie gastgezin wilt zijn of de vluchtelingen op een andere manier wilt helpen, kan mailen naar ikhelp@diksmuide.be. Op 28 maart om 19 uur organiseert Diksmuide een stiltecirkel op de Grote Markt. Dat is een stil protest van een half uur dat dient als oproep tot vrede. (GUS)