De kiezer heeft beslist: weer een beetje meer vrouwen verkozen dan zes jaar geleden

Hoewel er al jaren evenveel mannen als vrouwen op elke kandidatenlijst moeten staan, wordt die verhouding nog steeds niet weerspiegeld bij de verkozenen. © Pexels
Phebe Somers

Intussen zijn ze al even bekend, de 1.509 West-Vlaamse raadsleden die werden verkozen bij de lokale verkiezingen van 13 oktober. Opvallend: verhoudingsgewijs zijn er deze keer weer net iets meer vrouwen bij dan zes jaar geleden.

Agentschap Binnenlands Bestuur maakte een analyse op van de verkiezingsresultaten. Daaruit blijkt dat 40,6 procent van alle verkozen gemeenteraadsleden en 38,9 procent van alle provincieraadsleden vrouwelijk zijn. Rekenen we alles samen (inclusief de OCMW- en districtraad), dan zien we dat vrouwen 40,6 procent van alle verkozen kandidaten uitmaken.

Bij de lokale verkiezingen van 2018 lag het vrouwelijke aandeel nog op 38,2 procent, in 2012 slechts op 36,7 procent. We naderen dus een 50/50-verhouding, maar als de stijging zich aan hetzelfde tempo voortzet als de afgelopen legislaturen zal het nog wel even duren vooraleer vrouwen in dezelfde mate vertegenwoordigd worden als mannen in de gemeente- en provincieraad. En dat terwijl er binnen de kandidatenlijsten wel al jaren een pariteitswet geldt.

Mannelijke provincieraad

In vergelijking met de andere Vlaamse provincies hinken we tevens nog wat achterop, al leggen we op het totale plaatse niet de slechtste gelijkheidsscore neer. Bij alle lokale verkozenen samengerekend heeft Oost-Vlaanderen het laagste aandeel vrouwen, met 39,8 procent. Wij doen het slechts 0,8 procent beter. Vlaams-Brabant neemt de leiding van 44,5 procent. Op gemeenteraadsvlak zien we een gelijkaardige verhouding. Bij de provincieraad is West-Vlaamse vrouwen wel het minst goed vertegenwoordigd in aantal, met 38,9 procent van de verkozenen. Samen met Limburg zijn we de enige provincie waar er minder vrouwen dan mannen in de provincieraad zetelen.