Op zijn 39ste is Maarten Quaghebeur, geboren en getogen Poperingenaar, al een vaste waarde in de Gentse scene. Sterke man achter de Video op de Oude Beestenmarkt, sterke man achter het Boomtownfestival tijdens de Gentse Feesten, en nu ook mee de drijvende kracht achter de Rokkebolle in ‘9050 Ledeberg’.
“Zoals de meesten, hé”, grijnst Maarten bij wijze van antwoord op onze vraag hoe hij destijds in Gent is beland. Als student dus, ja. “Ik ben meester in de dramatische kunst“, zegt hij, en we zien dat hij geen toneel speelt. “Nadien heb ik wel enkele voorstellingen gespeeld en ben ik ook les beginnen geven aan de academies van Waregem en Harelbeke, en aan de kunsthumaniora in Brugge.”
Das Pop en Rockoco
Maar al gauw rolde Maarten in een andere wereld: die van de horeca en de muzieksector. Hij stond mee aan de wieg van het alternatief managementbureau Rockoco, dat in 1997 werd opgericht en Das Pop mee aan boord had. Toen die het jaar nadien Humo’s Rockrally wonnen, ging het snel voor Rockoco. “Bent Van Looy en de zijnen zochten een repetitiekot voor Das Pop en zijn van hot naar her verhuisd: boven de Stax, ernaast boven de Pantomiene, in de Eskimo-fabriek… Tot we op een dag vernamen dat de koffiebar avant la lettre, met oude meubeltjes uit de kringwinkel, aan de Oude Beestenmarkt totaal niet draaide en ze een overnemer zochten. Tegelijk was een kameraad van ons, Gert Decraene, op zoek naar een café om achter de toog te werken, dus we konden een dubbelslag slaan. Zo is in 2000 café Video opengegaan. Naast ons, boven de ’69’, repeteerde Soulwax. Meteen was de trein vertrokken en organiseerden we regelmatig optredens in het café. Kwam handig uit, met Rockoco.”
Het organiseren zat er altijd al een beetje in bij de gewezen Poperingenaar. “Ik heb dat altijd tof gevonden, heb ook vaak dingen op poten gezet in Poperinge zelf, toen ik nog een tiener was. Toen ik vernam dat er een jongen van 15, 16 jaar kanker had, heb ik een benefietfuif voor hem georganiseerd.
Daniel Termont kennen we tegenwoordig als burgervader van Gent, maar eerder was hij ook al schepen van feestelijkheden. In die rol ondernam hij enkele jaren geleden actie om de Gentse Feesten een nieuwe boost te geven, met meer aandacht voor een jonger publiek. “Enerzijds bracht hij Polé Polé naar de Graslei en de Korenlei, anderzijds wilde hij pop- en rockoptredens laten organiseren op de Oude Beestenmarkt”, schetst Maarten. “Met de Bardot, de 69 en de Video én de friturist van op het plein sloegen we daarom de handen in elkaar voor het Boomtown-festival. Straks zitten we aan de zestiende editie, intussen al sinds enkele jaren aan de Kouter.”
Rokkebolle in Ledeberg
Zelf woont Maarten al enkele jaren met Eline Van Der Strieckt (uit Mater, Oost-Vlaanderen) in Ledeberg, een van de bruisende stadswijken van Gent. Op de benedenverdieping hebben ze nu een brunch, koffiebar en aperocafé geopend, Rokkebolle. Maarten vindt het geen vreemde keuze om weg van het Gentse stadsleven iets nieuws op te starten. “Ledeberg evolueert snel, dit is echt een levendige buurt. Veel binnenstadbewoners hebben de ‘meer betaalbare’ rand opgezocht om te wonen. Maar het miste nog een tof café, iets met eten ook. Hier kan je kwalitatiever gaan – met een uitgebreide wijnkaart, speciale koffies, een brunchformule, aperiftiefbordjes met rokkeballen (meatballs) of humus, plaatpizza’s en een stevige bierkaart waarvan vier bieren op de tap. Daarmee kan je je onderscheiden, terwijl je met een doorsnee eetcafé in het centrum van Gent gewoon één van de zovelen zou zijn.”
Een concept dat ook in de glooiende Westhoek, met zijn vele pittoreske dorpjes, zou kunnen marcheren, opperen we. “Ik denk daar soms wel eens over, maar ik besef dat ik het contact met de ‘uitgebreide bevolking’ al snel zou missen”, denkt Maarten. “Als ik naar mijn roots terugkeer, dan zie je om 22 uur iedereen zijn auto binnen zetten en de rolluiken neerlaten. Het leven valt als het ware stil. En dan rijd je zelf weer naar huis, zie je die drie torens weer opdoemen en kom je in een nog altijd levendige stad terecht. Bovendien zit ik hier in Ledeberg op hooguit anderhalve kilometer van alles waar ik mee bezig ben, op wandel- of fietsafstand dus. Op het vlak van ecologie kan dat toch ook tellen.”
(FJA – Foto’s FJA)
Horeca
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier