Sander Coopman: “Die knie en m’n gezin, meer was er niet”

Graciella , Lyam (5), Maëlle (1,5) en Sander Coopman: het leed is geleden, weer happy Limburgs-West-Vlaamse family in Antwerpen.© Kris Van Exel
Graciella , Lyam (5), Maëlle (1,5) en Sander Coopman: het leed is geleden, weer happy Limburgs-West-Vlaamse family in Antwerpen.© Kris Van Exel
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Sander Coopman: ex-Club Brugge, ex-Zulte Waregem, ex-KV Oostende. En sinds zijn transfer naar de Noorderkempen eigenlijk ook ex-West-Vlaming. Bijna ex-voetballer zelfs: “De eerste weken na mijn operatie vroeg ik me af of ik met die knie ooit nog een voetbalmatch zou kunnen spelen. Wat een pijn!” In juli vorig jaar scheurde Coopman de voorste kruisband van zijn knie. Er wachtte hem een ellendige revalidatie, pas sinds twee weken staat de Ooigemnaar weer op het oefenveld. Gelouterd: “Ik ga de mensen die twijfelen, bewijzen dat ze verkeerd zijn.” Monoloog van een voetballer die zijn tijd rijp acht.

Sander : “Het was een stom duwtje in een oefenmatch tegen Eupen, waarbij ik plots helemaal door mijn rechterknie ging. De arts zei meteen: niet te veel over piekeren, overmorgen al opereren! Zowat iedereen raadde het mij ook aan. Onze kine die ook recent zijn kruisband had gescheurd, zei me: ík heb mij niet laten opereren maar ik ben een kine, geen profvoetballer . De speler van Eupen die mij dat duwtje had gegeven, zei dan weer: ik had precies hetzelfde voor en heb me niet laten opereren. Maar ik was toen al ouder. Ik wilde op dat moment zeker nog tien jaar voetballen, dus liet ik me opereren. De eerste week erna was een hel. ‘s Nachts de wekker zetten om om de twee of drie uren pijnstillers te nemen, anders hield ik het niet uit. Graciella die mij met een deken onder mijn been uit bed moest helpen, proberen met een gestrekt been naar het toilet te gaan… Enorm gesukkel. Op dat moment vroeg ik mij af hoe ik ooit nog een voetbalmatch in eerste klasse kon spelen? En dan volgden de eerste oefeningen op de club… Quadriceps opspannen, was al moeilijk. Ik leek precies iemand die uit een zwaar auto-ongeluk kwam en weer alles moest leren. Mentaal was het loodzwaar. Zeker in de lockdown waarin je niets kan doen. Björn Engels nodigde mij meteen uit in Engeland, om eens mijn gedachten te kunnen verzetten. Maar dat kon dan ook niet meer.”

Sander Coopman.© Getty Images
Sander Coopman.© Getty Images

Noorderkempen

“We woonden inmiddels in Brecht in de Noorderkempen, perfect tussen Ooigem, waar ik vandaan kom en Riemst, nabij Maastricht, de streek van Graciella. ( glimlacht ) Mijn moeder zei: ocharme jongen, en jullie zitten nu zo ver van huis. Alleen. Zij hebben het moeilijk met hun zoon die nu zo ver woont, maar ons bevalt het hier verrassend goed. Nooit gedacht dat ik, zo gebonden aan West-Vlaanderen, mij zo thuis zou voelen in Antwerpen. We denken er zelfs al aan om hier iets vasts te kopen. En de club past mij ook. Vanwege de ambities van de club, in de jeugdopleiding van Club Brugge leerde ik ook altijd dat alleen winnen telde. Ik voel me nu veel beter dan bij KV Oostende, al speelde ik er meer dan in mijn eerste seizoen bij Antwerp. Ik kende bij de B-kern van Club Brugge nauwelijks een voorbereiding, het was een seizoen dat gedoemd was om te mislukken. En ik heb er mij ook nooit gejeund . Raar, hé. Ik wilde er ook per se weg, het maakte niet uit naar waar, dat had ik mijn manager ook al laten weten. Het was al de derde keer dat Antwerp interesse toonde en ik wilde na dat mislukt jaar bij KVO bewijzen dat mijn uitstekende seizoen bij Zulte Waregem geen toeval was geweest. Die kans mocht ik niet laten liggen. Ik was ook verrast dat Bölöni mij per se wilde, ik was niet meteen zijn type voetballer. Maar ploegmaats op de club zeiden dat hij het telkens over mij had, als ze met Antwerp tegen Zulte Waregem of Oostende moesten spelen. Opletten voor Coopman! Het begin was nochtans moeilijk. De dag dat Graciella in Brugge beviel van Maëlle liet T2 Wim De Decker weten dat ik toch beter kwam trainen, want het was een tactische training. Waarop Bölöni zei: we gaan lopen… Mijn eerste seizoen speelde ik niet veel, maar onder Leko, die meer oog had voor mijn voetballend vermogen, startte ik goed. Tot die blessure… (peinzend) Sindsdien ben ik dus al zeven maanden constant bezig geweest met die knie. Élke dag opstaan en gaan slapen met die knie. Je zit in de zetel: knie goed leggen, knie nu strekken… De hele dag door. Vloeken voor pijnsteken in de hamstring in plaats van in de knie. Enzovoort. Dat is mentaal heel heftig, ook voor mijn omgeving.”

Graciella : “Ach, pas na drie maanden werd hij wat lastiger. Maar eigenlijk viel het wel goed mee.”

Sander : “Tegelijk leerde ik ook dat het leven meer is dan voetbal alleen. Mijn gezin is veel belangrijker. Het besef dat het voetbal snel voorbij kan zijn door een blessure. Daarom overweeg ik nu ook een opleiding in de immobiliën, om iets achter de hand te hebben. Maar nu sta ik weer op het veld. Kan ik weer voetballen. Het is een nieuwe start, dat gevoel heb ik nu. Tijdens de revalidatie vroeg ik ook expliciet om te werken aan mijn bovenlichaam waardoor ik nu sterker ben geworden. Ik heb vijf kilo gewonnen aan spiermassa. In het besef dat dit voorheen mijn laatste werkpunt was: Coopman heeft veel voetballend vermogen en is conditioneel in orde, maar hij is te fragiel, hij mist body , zo luidde het vaak. We hebben daar heel bewust op gewerkt, daar was vroeger geen tijd voor. Nu is mijn lichaam sterk genoeg. Is er nog een werkpunt? Slechts 9 goals in 132 profwedstrijden? Dat is te weinig, ja… (blaast) Stats zijn belangrijk, ja. Ik tel wel veel meer assists (22, red.) maar ik moet meer scoren, dat klopt. Ik ben nu eenmaal de man die kijkt of hij toch niet beter afspeelt en dat gaat er heel moeilijk uit. Dat is ook iets voor de toekomst.”

Erop of eronder

“Ik heb erover gesproken met Vercauteren. Hij kent duidelijk mijn kwaliteiten maar kan mij niets beloven, dat begrijp ik wel. Ik had gehoopt om na zes maanden weer fit te zijn, de minimumtermijn die velen voorop stelden. Ik zal dat wel kunnen, dacht ik… Maar we zijn nu acht maanden verder, ik kan alleen hopen dat ik misschien nog eens kan invallen. Eens 45 minuten in een oefenwedstrijd spelen of zo…. Maar niet erg, ik focus mij nu al op de voorbereiding van volgend seizoen, wanneer ook mijn contract afloopt. Het zal moeten, ik weet ook wel dat krediet niet oneindig is. Maar ik weet ook wat ik kan. Ik speelde voor Club Brugge en nu bij Antwerp, topploegen waarin het knokken is voor speelminuten. Wat ik blijkbaar nodig heb. Ik had voor ploegen kunnen kiezen die meer in mijn comfortzone liggen, maar dat wil ik niet. Nu is het tijd om mij helemaal te bewijzen. En, dat heb ik ook geleerd: ik ga mij niet meer opjagen als het eens tegenvalt. Dan komt het goed, dat weet ik. Dat is voor mij de uitdaging: de mensen die twijfelen, bewijzen dat ze verkeerd zijn.”

Volgend jaar wél titelkandidaat

Nog steeds omstreden, maar Sander Coopman heeft wel al een uitzonderlijke prijzenkast: kampioen met Club Brugge in 2016 en drie bekers: met Club in 2015, met Zulte Waregem in 2017 en met Antwerp in 2020. Maar voor hem telt er maar één prijs: “Diegene waar ik daadwerkelijk mijn steentje toe heb bijgedragen: de beker met Zulte Waregem.”

Nog een prijs met Antwerp zit er dit seizoen niet meer in, Club is met 19 punten voorsprong eigenlijk nu al kampioen. Het duel van zondag tussen de nummers 1 en 2 is niet meer dan een prestigeduel, dat weet men ook bij Antwerp. “Ze gaan in de play-offs geen vier matchen meer verliezen. Maar, met alle respect voor de dominantie van Club Brugge, volgend seizoen willen we het Club lastig maken. Wij gaan dan beter zijn, denk ik, het wordt de uitdaging om dan echt mee te spelen voor de titel.”