Bart Tommelein wil af van de gratis railpassen tot de horeca weer mag openen

Burgemeester Bart Tommelein (Open VLD) ziet de gratis railpassen van de NMBS liever opgeschort tot de horeca weer open kan. “Elke dag bij mooi weer wordt onze stad geconfronteerd met een mensenmassa die richting kust trekt per trein en dat is voor ons in de huidige situatie onhaalbaar.”

Het mooie weer van afgelopen weekend zorgde als het ware voor een volksverhuis van het binnenland richting kust. Vooral in Oostende was het druk, te druk volgens burgemeester Bart Tommelein. “Vooral zaterdag was het te druk”, vertelt de burgemeester. “Zondag was het iets beter, maar volgens mij nog altijd een onverantwoordelijke situatie. Op het moment dat er een pandemie is, dat de horeca gesloten is en dat de mensen met tienduizenden tegelijk naar de kust komen om hier een dagje van het mooie weer te genieten, dan is dat onverantwoord.”

Tommelein wil niet dat er niemand meer naar Oostende komt, maar wil hij dat het beheersbaar blijft. “Daarom heb ik de federale collega’s maandagmorgen gevraagd om de gratis railpassen die door de NMBS werden gegeven, op te schorten en dat minstens tot de horeca opnieuw de deuren mag openen”, gaat Tommelein verder. “Alleen maar voor de veiligheid, maar ook voor het sanitair. Ik kan onmogelijk die duizenden mensen allemaal opvangen. Daarvoor zijn geen sanitaire ruimtes genoeg.”

Moeilijke relatie met NMBS

De NMBS en Bart Tommelein zijn het laatste jaar niet de beste vrienden. “Iedereen moet zich aan de regels houden en niemand mag meerdere contacten hebben, maar aan de NMBS vragen om enkele maatregelen te nemen ligt precies moeilijk”, stelt de burgemeester vast.

“Ik heb al verschillende keren overleg gehad met de NMBS om geen extra treinen in te zetten naar onze kust, maar men heeft daar geen oren naar. Men verwijst altijd maar door naar de politiek. Wel, ik heb het nodige gedaan en de vraag gesteld aan het kabinet van onze premier. Mij lijkt dat een redelijke vraag in de huidige situatie. Het minste wat men kan doen is toch het signaal geven dat de railpassen gedurende deze periode niet kunnen gebruikt worden. Met honderden op een trein en hier dan alle moeite moeten doen om die mensen uit elkaar te houden, dat kan niet.”

Volgens Tommelein heeft de NMBS naar eigen zeggen maar één opdracht: mensen van de ene plaats naar de andere vervoeren. “Afgelopen weekend kunnen we best wel stellen dat alles vlot verlopen is”, vertelt woordvoerder van de NMBS, Dimitri Temmerman.

“Er zijn geen incidenten geweest. Er is ook nooit gezegd geweest dat wij extra treinen zouden inzetten. We hebben wel gezegd dat we enkele treinstellen stand-by zouden houden in geval van. Uiteindelijk hebben we wel extra treinen moeten inzetten, maar dat was om de spreiding van het aantal reizigers aan te kunnen. Als meneer Tommelein die vraag heeft gesteld bij de bevoegde minister, dan wachten wij een eventueel verder besluit af.”

Vrij om te reizen

Vicepremier en minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo) gaat niet in op de vraag van de burgmeester. “Mensen zijn vrij om te reizen in eigen land, dat is op dit moment niet verboden”, reageert de minister.

“Voor hun mentale en fysieke welzijn is het zelfs belangrijk dat mensen even op adem kunnen komen: dat was een les uit de eerste lockdown. Het kabinet heeft vooraf contact opgenomen met de NMBS om er zeker van te zijn dat alles veilig zou verlopen volgens alle gezondheidsprotocollen. NMBS en de politie hebben vooraf en tijdens het weekend alle nodige maatregelen genomen om de situatie goed te monitoren en te zorgen dat de ‘social distancing’ in de treinen, op de perrons en in de stationshallen goed zou verlopen.”

Viroloog Marc Van Ranst begrijpt best de vraag van Bart Tommelein. “Ik zit elke dag op de trein en doe dan een babbeltje met de conducteurs”, vertelt Van Ranst. “Die merken dat men tijdens de weekends op het einde van de maand die gratis railpass meer gaat gebruiken, net om hem op te souperen. Ik begrijp dat goed, maar men had dat anders kunnen oplossen. Ik begrijp de bedoeling van die railpass en dat is eerbaar, maar het uiteindelijke resultaat is dat toeristen richting kust trekken. We kennen ons land veel minder goed dan vroeger. Misschien moet men de obscure musea en de kleinere natuurparken meer gaan promoten om de aandacht van de badsteden met een station af te leiden.”