Sharon Demonie runt De Flandrien met mama Anja aan haar zijde: “Winst Horeca Award was echt een opsteker”

Op vrijdagavond flankeren pa Marc Demonie en ma Anja Veracx uitbaatster Sharon Demonie, uiterst rechts herken je Lisa Matten die al drie jaar als jobstudent actief is in De Flandrien. © Stefaan Beel stefaan beel
Wouter Vander Stricht

Sharon Demonie (33) is al zeven jaar het gezicht van De Flandrien, de frituur die ondertussen een eethuis geworden is. Ze won dit jaar ook de Horeca Award van beste frituur. “En zo kwamen er al heel wat nieuwe mensen over de vloer”, zegt ze.

In februari 2017 startte Sharon Demonie met de frituur. “Het was hier vroeger Café Gudrun geweest. Daarna was hier nog een fonduehuisje en een pizzeria. Maar eigenlijk was het nog ingericht als café. We moesten er echt waar alles uit gooien. Van de oude toog en het uitbreken van de vloer tot het wegwerken van de kelder. Het valt ook niet meer te herkennen.”

Dat er al wat zaken na café Gudrun waren gepasseerd op de hoek van de Iepersestraat en de Pennoenstraat deed wel wat scepsis rijzen bij de buurt. “Ze dachten misschien ook dat we het niet lang gingen uitzingen.”

Debuut in Pervijze

Toen ze op 25-jarige leeftijd startte was Sharon actief als medisch secretaresse. “Maar ik zag me niet heel mijn leven aan een bureau tussen vier muren zitten.” Ervaring in een frituur had ze al, maar dan op drie kwartier rijden van haar ouderlijke huis in Oostnieuwkerke. “Samen met mijn ouders gingen we er helpen bij mijn nicht in Pervijze. Daar ontdekte ik de liefde voor de stiel.”

“De koersfiets van mijn opa hangt hier in de frituur”

Met haar partner Maarten Hoornaert zelf ook zelfstandige in de hydraulica woont ze nu in Moorslede. Vrij snel na de opstart van de frituur kwam ook haar mama Anja Veracx in het verhaal. “Je moet hier quasi constant met twee zijn. Mijn ouders zijn eigenlijk tuinbouwers, ze kweken bijna uitsluitend kropsla. Mijn broer Gillian is ondertussen in die zaak gestapt. We zijn het inderdaad gewend om veel te werken. En mijn ma is hier mijn rechterhand. Een taakverdeling? Mijn ma staat meestal aan de kassa, ik aan de frituur. Ik heb graag het overzicht. Mijn ma staat ook in voor de bereidingen, van vol-au-vent over stoofvlees tot de vispannetjes, alles is vers. Dat komt hier niet uit een pot of een ketel. Het wordt hier in de keuken vers klaar gemaakt.”

De frituur kreeg naam De Flandrien. “Daarmee wilden we ons onderscheiden van die andere, veel voorkomende namen van frituren. We zitten hier in de stad van de koers. Mijn ouders zijn echte koersfanaten, zeker mijn pa Marc die vaak wedstrijden bijwoont. Via het Koersmuseum konden we aan een prachtige foto geraken die hier de muur siert, ook de oude koersfiets van mijn opa hangt hier. Die heeft toch ook wel emotionele waarde. En ondertussen is de naam goed ingeburgerd.”

Vrienden gemaakt

Net als de frituur zelf. “De benaming hebben we nu uitgebreid naar eethuis omdat we hier toch ook wel heel wat gerechten geven. Je kan hier ook een wijntje, cava of gin tonic drinken. Je kan dus echt, aperitief in begrepen, hier komen eten. De mensen vonden vlug hun weg naar hier. We zijn hier ook goed gelegen tussen twee wijken en toch wel langs een invalsweg van Roeselare.”

Al snel werd een vast klantenbestand opgebouwd. “Je leert zo heel wat nieuwe mensen kennen. Na zeven jaar mag ik toch wel zeggen dat er daar vriendschappen zijn uitgegroeid. Van iedereen trachten we ook de voornaam te kennen. En na een tijdje weet je ook wat de mensen gaan bestellen.”

De frituur is gesloten op zondag en maandag, de andere dagen telkens open op de middag en ’s avonds. “Vroeger waren we op dinsdag ook gesloten, die dag hebben we ingeruild voor de zondag. Dat is vooral ook een keuze voor het privéleven. Zo kan je ook eens ergens naar toe. Mijn partner en ik hebben elk een drukke job. Op maandag bijvoorbeeld ben ik ook constant bezig met papierwerk en voorbereidingen. En op zondag zijn we nu eens vrij. Dat was naar de frituur wel een goede dag maar je moet ergens keuzes maken.”

Ma Anja is haar rechterhand, ook pa Marc is vaak van de partij. “Op vrijdag bijvoorbeeld dan is het hier vaak zoeken naar een plaatsje. Er kan hier net geen 60 man zitten, dat wil toch wat zeggen. Dan werken we ook met vijf mensen, we kunnen een beroep doen op jobstudenten. We hebben equipe van zes studenten, waarvan er toch enkele al langer komen. Ik heb eigenlijk tot nu toe geen probleem om volk te vinden.”

Burgerautomaat

De verse bereidingen, daar tracht Sharon zich met De Flandrien wat in te onderscheiden. “En ook de frietjes komen hier nog toe als verse aardappel. Er zijn ook onze eigen ontwikkelde burgers. We hebben een divers aanbod, ik zoek en vind inspiratie en pas die kaart ook wel nu en dan aan.”

Sharon is iemand die niet stil kan zitten. “Ik moet iets om handen hebben. Zo ben ik nu in de automatenshop in de Iepersestraat in Moorslede, niet ver van waar wij wonen, gestart met een burgerautomaat. Daar zit een gevarieerd aanbod in met bijvoorbeeld ook een Bicky Burger. Die is op voorhand uiteraard gebakken, je hoeft die thuis enkel wat op te warmen. Voor wie twijfelt, eens proberen. Het is echt lekker. En het wordt ook telkens vers aangevuld.”

De Flandrien staat ook voor een persoonlijke aanpak. “Tijdens corona moesten het doen met online afhaalbestellingen, dat was niet te doen. Gelukkig dat we dat hadden om iets te verdienen, maar het sociaal contact was veel minder. Ik praat graag met de mensen. Je bouwt een band op en zo zien we hier ook al kinderen die pas geboren waren bij onze start, nu al groeien tot jonge klanten.”

Frituur De Flandrien was recent even gesloten. “We nemen maar twee weken vakantie per jaar. Maar we zijn nu gestart na die vakantie met een nieuwe friteuse. We blijven dus ook verder investeren.”

En dat loont ook duidelijk. Dit jaar werd De Flandrien op de Horeca Awards uitgeroepen tot beste frituur. “Ja, dat deel wel iets met ons. Het ging niet louter om stemmen van de klanten, maar er kwam ook een beoordeling van de jury die hier anoniem is langs geweest bij kijken. Een leuke prijs. De weken erna zag je door de belangstelling de media dat er ook opvallend meer nieuwe mensen eens naar hier kwamen.”