Op zoek naar het leukste provinciedomein van West-Vlaanderen (4): Bulskampveld in Beernem, het grootste bosgebied van de provincie
West-Vlaanderen telt met 21 stuks de meeste provinciedomeinen van Vlaanderen, maar wat is nu eigenlijk het leukste? Op die vraag probeert De Krant van West-Vlaanderen, samen met zijn lezers, deze zomer een antwoord te vinden. Vandaag stellen we de vierde finalist aan je voor: Bulskampveld in Beernem..
Hoe kies je uit 21 provinciedomeinen het allerleukste? Om te beginnen selecteerden we zes finalisten, aan wie onze lezers punten mogen uitreiken. De Gavers in Harelbeke, Duinpanne in De Panne en Palingbeek in Zillebeke stelden we al voor, nu is het de beurt aan Bulskampveld in Beernem. Daarna volgen Wallemote-Wolvenhof (Izegem) en IJzerboomgaard (Diksmuide). Op 27 augustus presenteren we de winnaar. Wie een rapportje instuurt, trakteren we dat weekend op een ijsje.
Medisch dossier per boom
Bulskampveld was in de middeleeuwen één groot heidegebied, een woestenij waar visvijvers de belangrijkste inkomstenbron vormden. Bulnas Kampa betekent zoveel als stierenweide, vandaar dat de stierenkop zo vaak als symbool terugkomt in het gebied.
Dat van heide de dichtst beboste streek in West- en Oost-Vlaanderen werd gemaakt, heeft een economische reden. De regio werd met mondjesmaat ontgonnen. De landbouw kreeg er voet aan de grond. Ook de landadel streek er neer. Zij haalden inkomsten uit bosbouw. Eind 18de eeuw werden de dreven in dambordpatroon aangeplant waarna in de loop van de 19de eeuw de bossen volgden. “De oudste bomen zijn 150 jaar oud. Het duurt 60 tot 70 jaar voor een dreef vorm krijgt”, zegt domeincoördinator Tom De Visschere. “Bulskampveld telt 5.000 dreefbomen, vooral zomereik en beuk, wier medisch dossier we in een app hebben gestoken zodat we de toestand van elke boom over meerdere jaren en generaties kunnen opvolgen. Een bomendokter moet binnen 60 jaar op de hoogte zijn van de ingrepen vandaag.”
Smokkel van zaden
Nu maakt het provinciedomein deel uit van het veel uitgestrektere landschapspark Bulskampveld, een topper om te doorkruisen via het gelijknamige wandelnetwerk.
Centraal in het provinciedomein staat het neogotische kasteel uit 1893 dat een ouder kasteel vervangt. Hier huist ook het gratis toegankelijke bezoekerscentrum. Er is een gedeelte vooraan onder de glazen koepelserre en, het is nauwelijks aangeduid, een tweede deel achteraan rechts waar je via een trap dieper het kasteel in gaat. Maar dat hadden we pas door na ons tweede bezoek.
De ommuurde moestuin van het kasteel is nu de kruidentuin. Niets wijst erop, en enig chauvinisme zou hier niet misstaan, maar blijkbaar heeft de kruidentuin de grootste planten- en kruidencollectie van Vlaanderen. Herboristen uit het hele land halen hier hun hart op met de meer dan 400 kruiden en planten. En dat hebben we te danken aan het enthousiasme van Johan Mahieu, de voormalig directeur van Bulskampveld, die van over de hele wereld zaden meesmokkelde.
Naast de tuin bevindt zich het vogelopvangcentrum waar dagelijks bedreigde vogels worden binnengebracht. In de grote kooi vooraan zitten de roofvogels. Je ziet er altijd wel een uil fladderen als je door het raam piept.
Boren naar steenkool
Onder een zwart zeil aan de rand van de kruidentuin bevindt zich een diepe put. Een verweerd infobord heeft het over een steenkoolboring. Eind 19de eeuw waren amateur-geologen in ons land in de ban van steenkool, volgens velen dé grondstof die turf zou vervangen. Graaf de Meeus van Bulskampveld was zo iemand. In 1898 boorde hij zich hier failliet. De steenkool werd uiteindelijk in 1903 in Limburg gevonden waarna de mijn van Winterslag nabij Genk in 1917 als eerste opende. Had de Meeus prijs gehad, dan zag dit zuurstofrijke loofbos er vandaag helemaal anders uit.
“Elke graaf drukte zijn stempel op het domein”, zegt Bart Decrop, verantwoordelijke van het bezoekerscentrum. De familie Lippens bijvoorbeeld, die het domein voor 1 miljoen frank van de Meeus kocht in 1904, legde de Engelse landschapstuin aan.
Aan de overkant van het vogelopvangcentrum bevindt zich Hoeve Colpaert, een zuivelhoeve waar je in de gastvrije tuin van heerlijk hoeveijs kan genieten. Hier starten we de bewegwijzerde Bulskampveldroute (8,5 km). In de eerste dreven verraadt de rododendron de parkgeschiedenis van het domein. Zullen we wild zien, vragen we domeinchef Diederik Demon. “In de vooravond of bij zonsopgang maak je veel kans op het spotten van een ree. Bulskampveld heeft een zeer aanwezige reeënpopulatie. Verder is de aanwezigheid van de zwarte specht ook speciaal. Dat is een vogel die enkel voorkomt in grotere en oudere bossen. Achter het kasteel bevindt zich een ijskelder waar een grote vleermuizenkolonie overwintert.”
Diana Puteani (38) stapt met haar Pongo (9) met grote passen door een brede dreef. “Wij wonen vlakbij in Hertsberge en komen bijna dagelijks wandelen. Het is heerlijk om in de natuur te zijn en je te laten omringen door de rust en de kalmte. Ik zoek het liefst de kronkelpaadjes in het bos op, dat is iets avontuurlijker”, lacht ze.
Waar we het bos verlaten, stappen we door een prachtig wastinegebied. Hier en daar duikt een kunstwerk op. En vlinders!
Parking Aanwijs wordt heraangelegd. Eind augustus zijn de werken klaar. Dit is de beste parking voor wandelaars om hun tocht te starten. Wie eerder op zoek is naar de beleving zoals het bezoekerscentrum, de Expeditie Bulskampveld en het Urban Café parkeert beter op parking Driekoningen.
Nieuwe uitkijktoren
De hondenlosloopweide is de ideale plek voor een praatje met een wildvreemde. Wat verderop rijst een gloednieuwe uitkijktoren op aan de rand van de Aanwijsputten. Links staat een man in het water. Het is een houten Duits soldaat, een verwijzing naar de Eerste Wereldoorlog toen hier vier opslagplaatsen voor munitie stonden. De putten werden in de 19de eeuw aangelegd om zoetwatervissen zoals karpers te kweken. Nu is het een vogelrijk gebied. Bovenop de uitkijktoren lijkt het of je op een gigantische flatscreen naar een aflevering van National Geographic zit te kijken.
Heideveld-Bornebeek is een natuurreservaat binnen het provinciedomein. Gallowayrunderen houden er de heide kort. Een knuppelpad leidt ons over de vennen. Een folie op het meer moet een fel woekerende vetplant uit Australië bestrijden. Naast een bivakhuis midden het bos staat een natuurtoilet. We maken er dankbaar gebruik van. Georges Blomme (75) uit Oostkamp ziet ons het toilet verlaten en lacht minzaam. “Jaren geleden werd mij het wandelen voorgeschreven als revalidatie. Sindsdien doe ik het dagelijks en liefst hier, in Bulskampveld. De dreven zijn perfect onderhouden. Op mijn wandelapp hou ik alle knooppuntwandelingen bij.”
Simon Claeys (24) en Romeo Bafcop (28) ontwijken behendig de modderplassen die ontstaan zijn na een regenbui. De joggers komen uit Tielt, bepaald ook niet naast de deur. “We komen hier vaak wandelen en kennen het gebied op ons duimpje. We vleien ons graag neer op het terras van het Urban Café, waar je je echt omringd voelt door het bos.”
De dreven brengen ons terug naar de Engelse landschapstuin voor het kasteel waar we een stukje van de Expeditie Brugse Ommeland meenemen, het avonturenpad voor kinderen dat ons terug naar parking Driekoningen brengt.
De Zomer van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier