Professor Nicolas Bouteca fileert de voorstellen van de partijvoorzitters: “Het cordon sanitaire wordt dé inzet van de verkiezingen”

Professor en politicoloog Nicolas Bouteca: “Dit land telt te veel partijen. Er worden amper nog grote beslissingen genomen.” © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

De voorbije zomer was het kasteel van Loppem onze thuisbasis voor gesprekken over de wederopbouw van België na corona. De zeven nationale partijvoorzitters kwamen langs om elk drie straffe hervormingen op tafel te leggen. Voor deze laatste aflevering nodigen we Nicolas Bouteca uit, professor en politicoloog. Hij maakt een vlijmscherpe balans op. “Van wie ik niets zal onthouden? Van Conner Rousseau.”

Nicolas Bouteca

• Geboren op 4 september 1980 in Ieper.

• Licentiaat in de Geschiedenis. Doctor in de Politieke Wetenschappen.

• Woont in Kortrijk.

• Professor aan de Universiteit Gent.

• Auteur van verschillende publicaties over politiek.


“Ik moet mezelf een blaam geven. Het is de eerste keer dat ik in het kasteel kom. Ik ken natuurlijk het verhaal van Loppem, maar toch. Als historicus moet ik beter doen.” (lacht) Het is een goedlachse Nicolas Bouteca die stipt op tijd aankomt. Hij heeft een bundel papieren mee: zijn uitgetikte analyse van onze reeks. Bouteca, een Kortrijkzaan, is niet de eerste de beste. Historicus van opleiding en doctor in de Politieke Wetenschappen. Professor aan de Universiteit Gent. Voor zijn thesis liet hij zich begeleiden door een zekere Bart De Wever, toen een ambitieuze assistent aan de KU Leuven. We schrijven 2001: de Volksunie stond op springen, de N-VA was in de maak. “Ik herinner me vooral dat hij dikwijls afwezig was en dat seminaries te pas en te onpas afgelast werden.” (lacht)

Wat vond u van onze reeks ‘Terug naar Loppem’?

“Het was een interessante reeks. Ik heb de indruk dat er nog meer nationaal nieuws gemaakt werd dan vorige zomer. Dat is niet onlogisch, aangezien de partijvoorzitters langskwamen. Dat zijn machtige mensen in ons politiek bestel. Weet u wat ik zo interessant vond? Dikwijls wordt in mijn vakgebied de vraag gesteld of de partijen wel nog van elkaar verschillen. Je hoort dat ook op straat. Het is allemaal één pot nat, wordt gezegd. Deze reeks is het beste bewijs van het tegendeel. De partijen vertellen wel degelijk andere dingen. De ideologische wortels zijn naar boven gekomen. Meyrem Almaci (Groen) ademt ecologisme uit. Tom Van Grieken (Vlaams Belang) focust op Vlaamse natievorming. Joachim Coens (CD&V) schuift niet toevallig ouderenzorg en nabijheid naar voren. (denkt na) De reeks zou zelfs ideaal voer zijn voor mijn studenten. Ik laat hen op een examen graag een stukje tekst lezen, waarna zij dat aan een ideologie moeten toewijzen. Dit kan daartoe dienen. Er is één uitzondering: Conner Rousseau (Vooruit). In zijn discours herken je de ene keer liberalisme, de andere keer nationalisme en dan weer socialisme. Al is dat misschien bewust. Hij wil met zijn beweging loskomen van één ideologie.”

Welke voorzitter heeft de sterkste indruk gemaakt?

“De sterkste voorzitter is hij of zij die het ondenkbare denkbaar kan maken. Er zijn er daar twee in geslaagd. Egbert Lachaert (Open VLD) is de eerste. Hij wil het federale niveau versterken door het overlegcomité meer macht te geven. Lange tijd was dat ondenkbaar. Als er over staatshervorming gesproken werd, was de insteek steevast meer Vlaanderen. Lachaert slaagt erin herfederalisering bespreekbaar te maken. Bart De Wever (N-VA) is de tweede. Het was lange tijd ondenkbaar om te pleiten voor kernenergie en nieuwe kerncentrales. De Wever slaagt erin dat weer logisch te doen klinken. Andere voorzitters hebben nog werk aan de winkel. Peter Mertens (PVDA) bijvoorbeeld: zijn pleidooi voor een dertigurenwerkweek met behoud van loon lijkt vooralsnog een onbetaalbaar waanidee. Idem voor het basisinkomen van Meyrem Almaci.”

Welke voorzitter heeft u het meest verrast?

“Dat is Meyrem Almaci, omdat zij het meest out of the box heeft durven denken. Haar voorstel voor een klimaatdividend bijvoorbeeld, maar ook haar voorstellen om de toekomstige generaties in het beleid te betrekken. Haar verhaal staat nog niet helemaal op punt, maar het prikkelt wel om over na te denken. Dat is boeiend. De andere voorzitters waren minder creatief. Ik ben zelden omvergeblazen. De meeste voorzitters hebben bestaande ideeën naar voren geschoven.”

Van welke voorzitter zal u niets onthouden?

“Hier moet ik Conner Rousseau noemen. Hij vertrekt minder vanuit een ideologie en mikt vooral op populaire ideeën. Let wel: dat is niet noodzakelijk slecht. Maar ik zal niet lang onthouden wat hij gezegd heeft. Wellicht is dat ook zijn strategie, hoor. Hij gaat meer voor persoonlijkheid en goed bestuur dan voor inhoud. De vraag is dan wel: is dat duurzaam?”

© Christophe De Muynck

Bart De Wever liet noteren dat er een nieuwe ‘coup van Loppem’ nodig is. Dat veroorzaakte veel ophef, vooral in Franstalig België. Wat denkt u daarvan?

“Ook dat is strategie. De Wever beseft wellicht dat een grote staatshervorming ook in 2024 niet mogelijk zal zijn langs de normale weg. Daarom wil hij de grondwet passeren, net zoals honderd jaar geleden in Loppem. Er is één groot verschil. Toen was er een consensus over de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht. Vandaag is er géén consensus over zijn confederaal model. (denkt na) Er speelt nog iets mee, denk ik. De Wever wil een politieke erfenis nalaten. Hij wil eindelijk iets realiseren op vlak van staatshervorming, de kern van zijn overtuiging. Hij is daarom nu al druk aan het zetten. Want hij weet ook: 2024 is zijn laatste kans. Ik ben heel benieuwd wat er zal gebeuren. Zal hij in Vlaanderen een coalitie vormen met Vlaams Belang? Als hij dat doet, mag hij zijn staatshervorming vergeten. De Franstaligen zullen nooit een akkoord sluiten met een partij die samenwerkt met Vlaams Belang. Volgens mij wordt het cordon sanitaire dé inzet van de volgende verkiezingen.”

Dat Lachaert België wil versterken, is dat ook strategie?

“Deels. Maar dat zal ook ideologie zijn. Zijn voorgangster, Gwendolyn Rutten, wou dat ook. Het is strategisch wel goed gezien om tegenover De Wever te gaan staan. Als de volgende verkiezingen communautair worden, dan zal Lachaert klaar zijn.”

Opvallend ook: de liefdesverklaring van De Wever en Van Grieken aan Nederland. Wat denkt u daarvan?

“Dat is niet zo verrassend, hoor. Het orangisme, de groot-Nederlandse gedachte, zit ingebakken in de Vlaamse beweging. De insteek van de twee is wel anders. De Wever probeert zijn orangisme te verkopen als een economisch verhaal. Hij doet dat trouwens ook met zijn confederalisme én zijn klimaatverhaal. Van Grieken vindt het vooral een romantische gedachte. Hij vindt dat er in de praktijk te veel verschillen zijn om een nieuwe unie te vormen.”

Wat vond u het beste politieke voorstel dat op tafel kwam?

“Het is mijn persoonlijke mening dat dit land te veel partijen telt. Er zijn vandaag al zeven partijen nodig om een federale regering te vormen. Dat zorgt feitelijk voor onbestuurbaarheid. Er worden amper nog grote beslissingen genomen. Dat is een probleem. De oorzaak is volgens mij de versnippering van het politieke landschap. Al die kleine partijen zijn voortdurend in concurrentie met elkaar. Dat is niet gezond. Ik ben voorstander van fusies van partijen. Er zouden enkele grote blokken moeten overblijven. Dat zou de daadkracht van het bestuur ten goede komen.”

Wat is dan het beste voorstel?

“Elk voorstel dat die richting uitgaat. (lacht) Coens en Rousseau pleiten bijvoorbeeld voor kleinere kieskringen. Dat zal ervoor zorgen dat kleine partijen moeilijker in het parlement geraken. Ik ben daar voorstander van. Het viel mij trouwens op hoe weinig voorzitters spraken over de partijfinanciering. Alleen Mertens raakte dat thema even aan. Veel burgers storen zich nochtans aan de riante financiering.”

Nicolas Bouteca met onze journalist Paul Cobbaert.
Nicolas Bouteca met onze journalist Paul Cobbaert. © Christophe De Muynck

Wat vond u het beste economische plan?

“Ik ben geen econoom, dus ik kan moeilijk zeggen wat het beste was. Ik kan wel zeggen wat ik het meest intelligente voorstel vond vanuit politiek oogpunt: dat is de keuze van De Wever voor ecorealisme. Er is in Vlaanderen een groot electoraat dat beducht is voor de energiefactuur en dat voorstander is van kernenergie. De Wever heeft dat goed gezien. Hij wijst op de betaalbaarheid van kernenergie. Hij verpakt zijn klimaatverhaal als een economisch verhaal.”

Komt zijn pleidooi niet te laat? De regering lijkt door te zetten met de kernuitstap.

“Dat wordt één van de belangrijkste debatten van het najaar. Dan moet er een definitieve beslissing genomen worden. Het regeerakkoord laat ruimte om twee kerncentrales langer open te houden, als de betaalbaarheid in gedrang zou komen. Er is dus nog niets beslist. Het zou natuurlijk niet goed zijn voor de geloofwaardigheid van de groenen, als zij de kernuitstap terugschroeven. En zij zitten al met een serieus perceptieprobleem. Waarom hebben zij de verkiezingen niet gewonnen? Omdat de Vlamingen vrezen dat alles duurder zal worden als de groenen aan de macht komen. De Franstaligen trouwens ook. Avec les verts, toujours plus cher was daar de slogan van de MR.”

Wat vond u het beste maatschappelijke plan?

“Ik wil hier het voorstel van Joachim Coens noemen. Hij wil ouderen beter integreren in de samenleving en daarom afstappen van het klassieke model van rusthuizen. Ik vind dat heel interessant. De coronacrisis heeft vreselijke wantoestanden blootgelegd. De eenzaamheid onder ouderen bijvoorbeeld. Ik passeer dikwijls langs de oude baan tussen Ieper en De Panne. Daar doemt er plots een rusthuis op, in de middle of nowhere. Ik vraag me dikwijls af: wat doen die mensen daar? Ze zijn helemaal weggestoken van de samenleving. Het is goed dat Coens hier de focus op legt, want ouderen worden dikwijls vergeten door de politiek.”

Zijn zij electoraal niet interessant?

“Toch wel, want ze zijn alsmaar met meer. Het is misschien te wijten aan de aantrekkelijkheid van het domein? Het is makkelijker om uit te pakken met een strenge migratiemaatregel of met een concrete belastingverlaging dan met investeringen in welzijn. Toch is het slim dat Coens de focus op ouderenzorg legt. Aangezien CD&V de enige partij is die dat doet, kan ze het ownership over dit thema claimen. Dat is belangrijk in de politiek. Bovendien: het hoeft niet veel geld te kosten wat Coens voorstelt. En dat zijn meestal de voorstellen met kans op slagen.” (lacht)

De interviews met de partijvoorzitters(her)lezen? Je vindt ze alle zeven, van Bart De Wever tot Joachim Coens,hier.