Saskia en Geert runnen samen frituur én café Terminus: “Elke dag hard werken met liefde voor de stiel”

Saskia Goethals en Geert Van Robays vormen de tandem achter café en frituur Terminus. © WMe by Wouter Meeus
Wouter Vander Stricht

Saskia en Geert zijn het bezielende koppel achter café-frituur Terminus. Met veel passie vertellen ze over hun zaak die ze met hard werken al decennia in stand houden. “We doen onze stiel graag. Het is een mooie job, maar je krijgt niets voor niets.”

Café-frituur Terminus op het Stationsplein heeft al een hele geschiedenis achter de rug. Het pand deed vroeger ook dienst als hotel. “We hebben hier nog boven gewoond, de kamers waren nog genummerd”, zegt Saskia Goethals (46). Nu zijn er appartementen boven Terminus. Haar man Geert Van Robays (54) stamt uit een echte horecafamilie. “Mijn vader, maar ook ik voor een groot deel, groeide op in De Beiaard op de markt in Tielt. Het was er café, frituur, restaurant en drankenhandel van mijn grootouders.”

In 1982 startte pa Luc Van Robays in Terminus, hij voegde er meteen ook een frituur aan toe. “Vroeger was hier nog een fietsenstalling voor de mensen die de trein namen. In 1992 heb ik de zaak dan gekocht.”

Saskia kwam in het jaar 2000 het horecaverhaal binnen gestapt. “Als tiener ging ik graag uit, maar ik heb ook veel in de horeca gewerkt, zoals in Shamrock bijvoorbeeld. Ik volgde eigenlijk binnenhuisarchitectuur, studeerde bij voor etalagiste en kwam zo in de modewereld terecht. Ik hield nog kledingzaak l’Univers open in de Kortrijkstraat. Maar over de middag en ’s avonds kwam ik hier al helpen, in 2005 ben ik hier dan volledig gestart. In 2011 hebben we de zaak helemaal vernieuwd.”

Update Stationsplein

Een terras hebben het café en de frituur niet. “We hebben er jaren voor gestreden, maar nu hoeft het eigenlijk niet meer”, klinkt het. De verbruikerszaal van de frituur situeert zich achter het café en de frituur. Je kunt van het ene in het andere lopen. “Zo gebeurt het dat mensen hier eerst een aperitiefje drinken in het café, dan iets eten in de frituur en dan afsluiten met een koffie.”

Terwijl Geert het café runt, steekt hij ook nog een handje toe in de frituur. “In de namiddag is het café gesloten, dan maken we samen verse bereidingen. Onder meer de halve kippen worden mee door mij bereid”, stipt Geert aan.

“Vroeger zagen we vanuit Dentergem de bezoekers van discotheek Empire in drommen naar hier afkomen”

Op maandag en dinsdag zijn café en frituur gesloten. “Onze openingsuren lopen vrij gelijk, al opent Geert het café wat eerder dan ik de frituur.” De tijd dat men tot ’s morgens vroeg open moest blijven, die is achter de rug. “Ik heb nog geweten dat we tot 4 of 5 uur ’s morgens open waren. Toen draaide discotheek Empire in Dentergem op volle toeren en je zag ze dan in drommen afkomen om hier nog iets te eten. Maar die tijden liggen al ver achter ons.”

Er is veel veranderd, maar het koppel doet ook nog een oproep. “Ikzelf ben hier nu al 32 jaar actief en langs deze kant van het station is er in al die jaren eigenlijk nog niets veranderd. Een upgrade van het Stationsplein is eigenlijk wel eens aan de orde.”

Ook in het caféleven is het niet meer als vroeger. “We hebben nog onze vaste klanten. Van de pendelaars moet je het niet hebben, nog nooit geweest eigenlijk. Maar er heerst hier een gemoedelijke sfeer onder de klanten, iedereen kent ook iedereen. En als eens iemand binnen stapt die niet echt gekend is, wordt die meteen in het gesprek betrokken.”

Plaagstoten in het café

Met een brede glimlach denkt Geert ook nog terug aan de plaagstoten die er vroeger werden uitgehaald. “Nu zou je dat niet meer mogen doen, maar toen… Een zak bloem aan een wagen hangen die dan voor een witte wolk zorgt bij het wegrijden, de bloempotten van de buren van verdieping gaan wisselen, de schilderende overbuur met een telefoontje naar binnen lokken en dan zijn verfpot verstoppen…”

In de frituur krijgt Saskia hulp van haar mama Annie Delaere (73), ook dochter Manon (16) steekt al eens een handje toe. “Opvolging, ze studeert ook goed. We zien later wel”, lacht Saskia. Het gezin woont nu sinds enkele jaren in Wontergem, net over de grens. “Onze verhuizing viel net samen met corona, we hebben daar dan nog wat tijd in kunnen stoppen. Al was dat voor ons als echte horecamensen natuurlijk geen leuke periode. Er is ook veel veranderd nadien, de mensen zijn anders gaan leven.”

Op de online trein is de frituur niet gesprongen. “Een bewuste keuze, we zijn ook niet meer van de allerjongsten. En ik hou ook van het persoonlijk contact, we babbelen graag. Het gaat ondertussen goed vooruit, maar je voelt dat sommige mensen nood hebben aan een babbel. Een vaste klant komt altijd al een half uurtje voor we eigenlijk echt open gaan, dan slaan we een babbeltje, terwijl ik bezig ben.”

Geert zit al ruim drie decennia in de zaak, Saskia een kwarteeuw. “Het is vooral hard werken. Maar we doen onze stiel graag. Als we met ons drieën samen zijn, kunnen we echt genieten. Ik kook ook erg graag”, zegt Saskia die nog altijd in mode geïnteresseerd blijft. Geert: “Ik ben eigenlijk de kok van opleiding, maar Saskia kookt ondertussen meer dan ik. Zelf ga ik ook graag schieten op doel in Beveren-Leie, rij ik graag met de motor en werk ik in de tuin.”

Saskia: “Weet je dat ik Geert heb moeten leren op vakantie gaan, dat had hij nog nooit gedaan. De eerste tien jaar dat we in de zaak stonden, namen we nauwelijks vakantie. Nu doen we dat wel al eens en namen we een tweede sluitingsdag.”

De frituur draait, net als het café overigens, op een trouw publiek. “Maar over de middag heb ik hier ook de schoolgaande jeugd. Ik kan het goed doen met de jonge gasten hoor”, knipoogt Saskia.

Vintage frituur

Het gamma dat ze aanbiedt wil ze bewust beperkt houden. “Als je alles vers wil serveren, dan moet dat ook zo. Maar we maken alles zelf, van de champignonsaus tot in de winter de macaroni. We zijn geen brasserie, maar een eethuis. Of een vintage frituur zoals je wil. De mensen krijgen hier op een bord hun gerechtjes geserveerd, ze kunnen die in alle rust opeten. Er is ruimte genoeg.”

Geert maakt ondertussen nog eens fijntjes duidelijk dat hij op zes jaar van zijn pensioen staat. “Maar ik nog niet”, lacht Saskia. “Maar we zijn hier altijd als eerste en laatste en dat is het belangrijkste. We geven onze zaak niet aan iemand anders, al kunnen we wel een beroep doen op goede medewerkers. Maar die geven we ook een goede opleiding. We laten hier niets aan het toeval over.”