Rik Vandekerckhove is bijna veertig jaar klaroener

"Ik ben fier dat ook de coronacrisis de continuïteit van de Last Post niet heeft kunnen doorbreken", vertelt Rik Vandekerckhove. (foto TOGH)
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

De Last Post heeft de coronalockdown overleefd. Sinds deze week staan er zelfs opnieuw drie klaroeners te blazen. Een van hen is Rik Vandekerckhove, al klaroener sinds 1981 en momenteel de ouderdomsdeken van de zes klaroeners, maar ook al brandweerman sinds zijn 18de en momenteel overste van Post Ieper.

Al van zo lang hij zich kan herinneren droomde Rik Vanderkerckhove ervan om brandweerman te worden. “Toen ik kind was, woonde er een brandweerman voor onze deur. Soms mochten we met hem mee in zijn auto tot aan de kazerne. Wanneer ik de brandweerwagens dan met loeiende sirenes zag uitrijden, was ik daar danig van onder de indruk. Ik had het geluk dat de toenmalige commandant niet veel later de jeugdbrandweer startte. In 1974 behoorde ik als 14-jarige tot de eerste lichting. Op mijn 18de stroomde ik door naar de echte brandweer.”

Uiteindelijk schopte je het tot majoor en postoverste in Ieper.

“Ik heb me constant bijgeschoold. Dat was de aard van het beestje. Ik wilde er altijd meer over weten. Hoe meer ik me erin verdiepte, hoe meer ik nog meer wilde leren. Hoe ontstaat een brand? Hoe ontwikkelt die zich? Maar ook hoe kan je preventief optreden? Ik heb dat altijd heel boeiend gevonden.”

Welke interventies zijn jou het meest bijgebleven?

“De industriebranden van de voormalige Pidy, de fietsengroothandel (Formula Cycling, red.), de talrijke Garwigbranden… De brand die me vooral zal bijblijven is die van De Sterre, het appartementsgebouw achter het station. Niet alleen omdat het heel spectaculair oogde, maar ook omdat we daar mooi werk hebben geleverd. Er viel geen enkel slachtoffer en het was een heel moeilijke brand om te blussen. Bovendien was dat ongeveer in dezelfde tijd als de brand in de Grenfelltoren in Londen. Toen hebben ze zelfs mijn advies gevraagd over dergelijke branden.”

Het is ook de brandweer die de klaroeners levert voor de Last Post. Hoe is dat gekomen?

“Bij de inhuldiging van de Menenpoort kwamen de Grenadiers uit Engeland blazen. Dat was zo indrukwekkend dat de toenmalige politiecommissaris zei: ‘we zouden toch iets moeten doen voor de mensen die hier gevochten hebben voor ons’. Wie had er in die tijd klaroenblazers? Dat was de brandweer, want heel vroeger werd brand nog omgeroepen met klaroengeschal en belgerinkel vanuit een van de hoogste punten van de stad.”

Sinds wanneer doe jij het al?

“Sinds 1981. Ik heb mezelf leren klaroen spelen. Dat is niet ideaal, maar door bij de ervaren mannen te staan werd ik wel steeds beter. De vorige jaren stonden tot 1.000 mensen te luisteren. Nu staat er geen volk. In de tijd dat ik begon was dat net hetzelfde als tijdens de coronacrisis. In de beginjaren heb ik dikwijls meegemaakt dat we met twee klaroenblazers en twee politieagenten waren. Dat was opkomen, Last Post blazen en weer weg. Nu bestaat dat niet meer, tot enkele maanden geleden. Nu met de coronacrisis is het back to basics, alsof we veertig jaar terugkeerden in de tijd.”

Vond je het leuker om voor zo veel mensen te spelen?

“Niet echt. Of er nu veel of weinig mensen staan, je doet het voor hetzelfde doel en dat is de mensen herdenken die zo veel voor ons gedaan hebben. De Last Posts met veel volk zijn niet de mooiste. De Last Posts die we afgelopen weken geblazen hebben, waren ingetogen en dan keer je terug naar essentie: respect tonen voor wat de mensen achter de namen op de muren gedaan hebben. Door de coronacrisis hebben we een tijdje met slechts één klaroener gespeeld. Nu spelen we opnieuw met drie, weliswaar op een grotere afstand van elkaar. Dat is wel iets moeilijker omdat je elkaar niet zo goed hoort. Maar ik ben fier dat ook de coronacrisis de continuïteit van de Last Post niet heeft kunnen doorbreken. Dat werd ook geapprecieerd in het buitenland.”

Hoe werkt de werkverdeling onder de klaroeners precies?

“We zijn met zes klaroeners en we werken met een weekdienst, van maandag tot zondag. Normaal is het met de vaste collega’s dat je blaast, maar het gebeurt vaak dat er iemand moet werken, avondschool heeft, ziek is… Dan blazen ze met twee of wordt er gevraagd om een dienst over te nemen. Een hele week met dezelfde drie komt niet zo veel voor. Er is altijd wel iemand die verhinderd is.”

Komen er wel eens nieuwe klaroeners bij?

“Toen ik begon waren er vier klaroeners, tot een jaar geleden waren we met acht. De laatste die bijgekomen is, blaast ondertussen anderhalf jaar. Buiten mezelf zijn het allemaal redelijk jonge mensen. Je wordt niet uitgesloten, maar de voorwaarde is natuurlijk dat je het aankan. En dat je op een redelijke manier op een klaroen kan blazen. We zijn geen beroepsmuzikanten en het is niet evident om op zo’n instrument te spelen. Het vergt heel wat oefening en de tonaliteit moet in orde zijn.”

Antoon Verschoot blies tot zijn 91ste. Heb je ook die ambitie?

“Ik weet het niet. Je medische toestand moet het toelaten en je moet nog kunnen blazen. Stel dat ik mondproblemen krijg. Dan moet je de eer aan jezelf houden. Je moet toch kwaliteit blijven leveren. Het kan altijd eens dat iemand een noot ernaast blaast, maar het moet aanvaardbaar zijn. Het is niet zoals in het voetbal. Je speelt in eerste klasse, maar als oudere ga je naar de lagere afdelingen. Bij de Last Post bestaat dat niet: ofwel speel je goed, ofwel stop je.”

Bio Rik Vandekerckhove

Privé

Rik werd geboren op 19 maart 1959 in Ieper. Hij heeft een tweelingbroer Dirk en een oudere broer Johny. Hij is gehuwd met Josine Desegher en heeft twee kinderen: Pieternel en Marieke.

Opleiding

De lagere school volgde Rik in het College in Ieper. Daarna trok hij naar het Ieperse VTI waar hij afstudeerde in de richting Elektronica.

Loopbaan

Na zes maanden Barco werkte Rik lange tijd bij de RTT/Belgacom/Proximus. In 2012 werd hij professioneel brandweerman. Hij heeft de graad van majoor en is overste van de brandweerpost Ieper.