Project in Koninklijke Villa begeleidt terreurslachtoffers: “Hier krijgen ze erkenning”

Myriam Gueuning, haar echtgenoot Patrick Vermandel en Tom Decraecke, coördinator van de Koninklijke Villa. © PETER MAENHOUDT
Gillian Lowyck

22 maart 2016. Het is een dag die in het geheugen van velen staat gegrift. De aanslagen op de luchthaven van Zaventem en in het metrostation van Maalbeek eisten meer dan dertig levens en er vielen 340 gewonden. Drie jaar later hebben heel wat slachtoffers het trauma nog niet verwerkt. Elf van hen konden afgelopen maand terecht in de Koninklijke Villa voor een uniek project. Myriam Gueuning die zelf ook zwaargewond raakte bij de aanslagen, is een van de initiatiefnemers.

Op 22 maart 2016 vergezelde Myriam Gueuning haar man Patrick Vermandel, jarenlang havenkapitein in Oostende, naar de luchthaven van Zaventem. Ze zou hem uitzwaaien bij zijn vertrek naar de Bermuda-eilanden. “Ik stond in de krantenwinkel, toen ik plots lawaai hoorde”, vertelt Myriam. “Er werd geroepen dat we naar buiten moesten. Gelukkig had ik de goede reflex en ben ik in de plaats daarvan op de vloer gaan liggen. Ik leef nog, maar drie vrouwen die naast me stonden kunnen het vandaag niet meer vertellen. Waarom ik wel? God knows.”

Myriam raakte zwaargewond: ze was verbrand, had een hersenschudding, gehoorschade… Maar meer dan enkel de lichamelijke letsels zijn er ook de ‘onzichtbare’ symptomen. “Ik had moeite om me te concentreren, had continu een teveel aan adrenaline. Ik kon niet meer spreken. Ik, die anders zo graag babbel!”

Ze onderzocht nadien de effecten van een terroristische aanslag. Ze sprak met veteranen in de Verenigde Staten, in Israël… “Je moet weten dat het effect van een terroristische aanslag door ontploffing iets helemaal anders is. Soldaten zijn daar veel meer op voorbereid, ook al doordat ze beschermende kledij dragen.”

Grote zon

Ze bestudeerde onder meer de schokgolven van de bommen op 22 maart: “Wij zijn geraakt door de eerste, tweede en derde schokgolf. Er was enorm veel glas en metaal overal. In de metro was de impact nog groter, doordat het daar om een kleinere afgesloten ruimte gaat. Wij hebben alles gehad. Ik vergeet het nooit: gedurende acht seconden zag ik een – het is raar om het zo te omschrijven – prachtige grote zon, glinsterend van alle metalen. Een beeld dat op mijn netvlies gebrand staat. Bijna letterlijk, want mijn retina was verbrand. Wat volgde er daarna? Je vliegt letterlijk weg, en raakt helemaal door elkaar geschud. Je wordt wakker in chaos.”

In een fractie van een seconde kregen de slachtoffers het equivalent van 1.000 kilo, 3.000 graden celcius en 190 decibel tegen hun lichaam. (even stil) “Dat is moeilijk om je voor te stellen, maar zo weet je ongeveer wat een impact dit heeft gehad op ons lichaam. Bijna alle slachtoffers hebben hersenschade opgelopen. Ik kamp sindsdien ook met tinnitus. De hele dag hoor ik gepiep en geruis. Om zot van te worden.”

Ons leven zal nooit meer hetzelfde zijn, maar we kunnen het wel beter maken – Myriam Gueuning

Myriam verdiepte zich in het Post-traumatisch Stress Syndroom (PTSS). Bekend bij soldaten, maar veel minder bij slachtoffers van terroristische aanslagen. “Ik heb overal gezocht, maar nergens in België bestaat er een centrum voor dergelijke patiënten. In het leger bestaat zoiets wel. We zijn aan het praten met hen om de kennis hierover te delen.”

Omdat er geen getrainde professionals te vinden waren die de slachtoffers konden helpen, nam Myriam het heft in eigen handen. “Na een lange zoektocht stootte ik op het Institut Horizons uit Parijs dat al ervaring had met terreurslachtoffers. Toevallig ken ik het werk van de Koninklijke Villa al jaren en zij stonden meteen open voor het idee.” Er werd financiële steun gevonden via CAAMI: la Caisse Auxiliaire d’Assurance Maladie-invalidité ofwel de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en het project kon starten.

Leren leven

Elf terreurslachtoffers verbleven een week lang in de Koninklijke Villa, waar ze intens begeleid werden door de mensen van Institut Horizons en de ploeg van de Koninklijke Villa. “‘s Morgens kregen de slachtoffers uitleg over wat er nu eigenlijk gebeurd is met hen”, legt Myriam uit. “Ze kregen te horen dat ze nooit meer dezelfde zullen zijn, maar ze leerden wel hoe ze weer kunnen leven. In de namiddag gingen ze aan de slag met kunst, om op die manier hun gevoelens te verwerken.” De groep bezocht ook verschillende plekken. “Zoals een concert in Gent. Voor velen onder hen was het de eerste keer dat ze zich weer in een grote mensenmassa bevonden, met veel lawaai, muziek… Een uitdaging.”

Dit kunstwerk werd gemaakt door een van de terreurslachtoffers. Links zie je de groep, onder de zwarte wolk. Myriam en haar man Patrick komen hen 'redden' en brengen hen per boot naar de Koninklijke Villa.
Dit kunstwerk werd gemaakt door een van de terreurslachtoffers. Links zie je de groep, onder de zwarte wolk. Myriam en haar man Patrick komen hen ‘redden’ en brengen hen per boot naar de Koninklijke Villa.© gf

“Stel dat je je been breekt”, pikt Tom Decraecke, coördinator van de Koninklijke Villa, in. “Je gaat naar de dokter, krijgt een gips, moet rusten… Iedereen weet wat er scheelt met je en de diagnose is duidelijk. Bij slachtoffers van terrorisme is dat niet zo. Er zijn heel veel verschillende symptomen die zich op een andere manier manifesteren. Er was weinig kennis over dit onderwerp – ergens maar goed ook natuurlijk – maar zo bleven de mensen in de kou staan.”

Litteken

Het project was een succes. “We hebben al een wachtlijst”, gaat Myriam verder. “Mensen kwamen wenend binnen en gingen al lachend naar buiten. We zeggen niet dat ze genezen zijn, natuurlijk niet. Ons leven zal nooit meer hetzelfde zijn. We zitten met dat litteken in ons hoofd en dat zal er altijd zijn. Maar we kunnen het wel beter maken. Hier krijgen ze erkenning, want velen onder hen stoten op onbegrip. Dit is trouwens geen eindpunt. De elf mensen die hier werden opgevangen, worden een jaar lang begeleid. Om de zes weken komen ze terug naar Oostende.”

Het project wordt volgend jaar herhaald met agenten van de federale politie. “Dat zijn de mensen die mijn leven, en dat van zovelen, hebben gered”, zegt Myriam. “Voor mij specifiek gaat het over twee militairen en zes mensen van de federale politie die mij uit dat inferno hebben gesleurd. Zij hebben échte heldendaden verricht. Er werd hen gezegd dat ze weg moesten, maar ze bleven om de mensen te helpen.”

Tijdens het project worden trouwens niet alleen de slachtoffers van de aanslagen in Brussel geholpen. “Er zijn ondertussen al duizend slachtoffers van terreur in ons land. TIjdens elke aanslag in het buitenland was er wel een Belg aanwezig. Er is veel vraag naar wat wij hier doen.”

Myriam gooide zich met volle overgave op het project. “Ik had een paar opties. Ik kon een zombie worden, de rest van mijn leven doorbrengen als een plant. Of ik kon van al die adrenaline iets positief maken. Dat is het beste wat ik kon doen tegenover die rotzakken. Maar ik kon het niet alleen. En gelukkig heb ik een fantastisch team gevonden. Ik kan hen niet genoeg bedanken.”