“Vooral voor de supporters een dingetje”: ervaringsdeskundigen over de Brugse derby met historisch hoge belangen

Tipuric, Verlinden, Vande Walle en Leekens weten wat het is om een levensbelangrijke derby te spelen. © Belga/VDB
Tjorven Messiaen
Tjorven Messiaen Reporter

De Brugse derby zal zondag bepalen of Club zijn negentiende landstitel mag vieren. Al staat er ook voor de Vereniging nog veel op het spel, want als Cercle straks vierde wordt, is het meteen zeker van een Europees ticket. Nog meer dan anders zullen de zenuwen strak gespannen staan. Wij legden daarom ons oor te luister bij protagonisten van eerdere derby’s waar veel op het spel stond.

1986: Bekerfinale op eigen Olympia

In het gezegende jaar 1986 stonden Club en Cercle voor het eerst tegenover elkaar in de finale van de Beker van België. Die finale werd dan ook nog eens op Olympia gespeeld, weliswaar tegen de zin van toenmalig Cercle-trainer Georges Leekens. “Ik heb daar toen over geclasht met mijn bestuur, want ik wilde die finale elders, op een neutraal terrein, spelen”, vertelt hij. “Al kon ik de keuze voor Olympia achteraf wel begrijpen. Er was enerzijds het financiële aspect en anderzijds was het ook wel speciaal om een bekerfinale tussen de twee Brugse ploegen in eigen stad te spelen.” Dat laatste beaamt ook Philippe Vande Walle, toenmalig doelman bij Club. “Dat de bekerfinale een stadsderby was, zorgde al voor een extra pigment, maar dat die finale dan ook nog eens op Olympia gespeeld werd, maakte het nog mooier”, blikt hij terug.

Voor Cercle was het overigens de tweede bekerfinale op een rij. Een jaar eerder had de Vereniging de beker gewonnen door in de finale SK Beveren te verslaan. Een jaar later moest het voorbij de stadsgenoot. Club haalde het uiteindelijk relatief gemakkelijk met 3-0. “Oké, dat jaar verliezen we inderdaad die finale, maar om met Cercle twee jaar op rij de finale te halen, was al een straffe prestatie”, aldus Leekens.

“Club zal het niet cadeau krijgen. Maar de moeilijkste bevallingen leveren vaak de mooiste kinderen op” Georges Leekens

“We kwamen snel op voorsprong en je voelde aan alles dat we het niet meer uit handen zouden geven”, herinnert Vande Walle zich. Club scoorde twee keer vanop de stip. “Dankzij penalty’s die vandaag door de VAR teruggedraaid zouden worden”, lacht Leekens. “De fouten werden gemaakt buiten de zestien, maar Ceulemans kon niet goed vallen en viel in horten en stoten toch in de zestien.” Voor Club was het die week ook op twee gedachten hinken, want enkele dagen later stond de terugwedstrijd van de (verloren) testmatchen om de titel tegen Anderlecht op het programma. “Dat maakt dat die finale toch overschaduwd werd”, aldus Vande Walle. “Toch is een bekerfinale winnen sowieso iets wat je voor altijd bij blijft. Zeker als je dan ook nog eens in eigen huis de stadsgenoot kan kloppen. Die derby was toen nog intenser dan nu omdat je in de wedstrijd ook onderlinge duels had tussen geboren en getogen Bruggelingen. Denk aan Jules Verriest tegen Raoul Lambert. Of ik die bij Club keeperde en Yves Feys bij Cercle. Vandaag hangt er net iets minder emotie rond de derby.”

Zou de titel effectief zoeter smaken omdat Club hem tegen de stadsgenoot kan pakken? “Wat mij betreft moet Club gewoon elke match winnen, tegen wie ook. Dat het de titel tegen Cercle kan pakken, zal vooral bij de supporters wel een dingetje zijn. Ik vind trouwens ook dat Cercle echt wel een Europees ticket verdient”, zegt Vande Walle. Ook Leekens ziet Club de titel pakken. “Maar ze zullen het zeker niet cadeau krijgen. Bij Cercle zullen ze de buren zeker een loer willen draaien. En zo hoort het ook, want dat is het mooie aan die rivaliteit. Het wordt voor Club dus niet gemakkelijk zondag, maar de moeilijkste bevallingen leveren vaak de mooiste kinderen op.”

Antonio Nusa (Club) in duel met Kevin Denkey (Cercle). Wie trekt er zondag aan het langste eind?
Antonio Nusa (Club) in duel met Kevin Denkey (Cercle). Wie trekt er zondag aan het langste eind? © Isosport

1996: Nieuwe finale, maar nu in Brussel

Op 25 mei 1996 was het weer zover: een Brugse bekerfinale in het vernieuwde Koning Boudewijnstadion dit keer. Club, onder leiding van Hugo Broos, was al kampioen en kon zijn tweede dubbel uit de geschiedenis winnen, de eerste sinds 1977. Daardoor was Cercle, dat als achtste was geëindigd, als finalist vooraf al verzekerd van Europees voetbal. “Een bekerfinale tegen Club op de Heizel, voor Cercle was dat toen hét hoogtepunt, qua enthousiasme, qua voorbereiding en qua verplaatsing van supporters”, herinnert toenmalig Cercle-coach Jerko Tipuric zich. “Het was een wedstrijd waarin je zeker niet wou afgaan. De rivaliteit? Och, ik kom van een land (Kroatië, red.) waar die elke keer nog veel intensiever en extremer is.”

“Een derby is altijd speciaal en een bekerfinale al zeker”, aldus Dany Verlinden, die toen het doel van Club verdedigde. “Al lag dat veel gevoeliger bij de supporters dan bij de spelers.” Het werd geen oefenmatch, zoals sommige Club-fans de wedstrijd al noemden, ook al miste Cercle zijn geblesseerde aanvoerder en keeper Yves Feys en zijn geschorste topscorer Christophe Lauwers. Na vijf minuten kwam Cercle zelfs op voorsprong via Gabor Torma. Maar met twee doelpunten zette competitietopscorer Mario Stanic nog in de eerste helft de situatie recht. Het werd ook meteen de eindstand.

“Heel veel supporters zouden er plezier in scheppen mocht Cercle Club van de titel houden” Dany Verlinden

“We waren top, maar Stanic, die het EK-oefenkamp van Kroatië had mogen verlaten om de bekerfinale te spelen, strafte de weinige fouten die we maakten af”, aldus Tipuric. “Ik heb er even aan gedacht om de Kroatische bondscoach Miroslav Blazevic te vragen hem niet vrij te geven. Dat was beter geweest voor ons.” (lacht)

Zondag staan er in de Brugse derby dus weer grote belangen op het spel. Club heeft aan een punt voldoende om zijn 19de landstitel te winnen, Cercle kan zich voor de vierde keer in zijn geschiedenis plaatsen voor Europees voetbal als het een beter resultaat haalt dan Genk in Union. “Mocht het Cercle-Club geweest zijn in plaats van omgekeerd, dan was het een zeer moeilijke wedstrijd geworden”, zegt Verlinden, die van 2018 tot 2022 keeperstrainer was van Cercle en de derby dus ook van Cercle-zijde beleefde. “Dan waren er weinig Club-supporters geweest, terwijl nu bijna het hele stadion gevuld zal zijn met supporters van blauw-zwart. Met al dat volk erachter ben ik bijna zeker dat Club het zal halen. Maar je mag Cercle wel niet onderschatten, want het is niet meer het kleine, aan de kant geschoven broertje. Vergeet het! Met Denkey heeft Cercle ook een onvoorspelbare spits die vanuit het niets kan scoren. Dus: opletten! Ik heb zelf ervaren dat een derby meer leeft bij Cercle dan bij Club. Ik weet zeker dat er Cercle-supporters zijn die er heel veel plezier in zouden scheppen mocht Cercle Club van de titel houden.” (lacht)

“Het wordt een interessante wedstrijd, gezien de belangen”, besluit Tipuric. “Wie er wint? Dat hangt af van hoeveel benzine ze nog in de tank hebben. De snelste wagen zonder benzine in de laatste ronde verliest, hé.” (lacht) (Christian Vandenabeele)

Wat zijn de scenario’s?

Voor Club is het simpel: blauw-zwart moet minstens een punt pakken tegen de stadsgenoot en dan is het altijd zeker van de titel. Ook bij een nederlaag kan Club zondagavond kampioen zijn, maar dan moet het wel hopen dat zowel Union (tegen Genk) als Anderlecht (tegen Antwerp) niet wint.

Cercle heeft het niet meer in eigen handen. Wil Cercle vierde worden en zeker zijn van Europees voetbal, dan moet het minstens een punt pakken en hopen dat Genk verliest van Union. Als Genk een punt pakt, moet de vereniging winnen van Club om nog vierde te worden. Bij een Genkse zege is Cercle uitgeteld voor de vierde plek. In dat geval moet Cercle op 2 juni nog een barragematch spelen tegen KAA Gent voor het laatste Europese ticket. (TM)