Mike Vermeulen is gepokt en gemazeld in Ieperse horeca: “Ik lig niet meer wakker van dat personeelstekort”

Mike Vermeulen voor zijn zaak: “Hier wil ik blijven werken tot mijn pensioen.” © TOM GHEERAERT TOGH
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Als uitbater van De Vage Belofte van 1996 tot 2009 maakte Mike Vermeulen de hoogdagen van de Vismarkt als uitgaansbuurt mee. Nu baat hij met zijn schoonbroer In ’t Klein Stadhuis op de Grote Markt uit. Met plezier, al baart de voortdurende zoektocht naar personeel hem zorgen.

Mike Vermeulen (49) heeft al een lange staat van dienst in het Ieperse horecaleven, maar opgroeien deed hij in Izegem. “Mijn grote droom was in grote hotels te werken en zo te hoppen van stad naar stad. Ik begon bij Hilton Brussel, maar die grootschaligheid lag me totaal niet. Ik voelde me verloren, maar ik durfde dat niet zeggen thuis. Ik was negentien jaar en mijn ouders waren preus lik veertig dat hun zoon een contract gekregen had in een prestigieuze hotelketen.”

Hoe kwam je in Ieper terecht?

“Op een bepaald moment leerde ik op café Guido Moors kennen. Tussen pot en pint vertelde dat hij een café had in Ieper en dat ze daarvoor een gerant zochten. ‘Zou dat iets zijn voor jou?’ Ik kende hem een uur. Een week later krijg ik telefoon van Guido, met de vraag of ik goesting had om met hem eens naar Ieper te gaan. Dat was de allereerste keer dat ik in Ieper kwam. Zijn cafeetje was De Vage Belofte. Zo is mijn leven in Ieper ontstaan, want niet lang daarna leerde ik mijn vrouw kennen… in De Vage Belofte.”

Hoe blik je daarop terug?

“Dat was leuk. Ik begon toen ik 21 was. In het begin waren mijn medewerkers ook nog studenten, en dat was geestig natuurlijk. Het grappige is dat de zonen van die eerste medewerkers nu hier in ’t Klein Stadhuis werken als jobstudent. Ook wel confronterend dat ik ondertussen geen drie maal zeven meer ben. Ik zeg altijd: ik zou het nu niet meer doen, maar ik zou het wel opnieuw doen. Dat nachtleven was toch slopend. Dat was zondagochtend thuiskomen met verse pistolets, ze afgeven en in je bed kruipen. Maar ook veel legendarische feestjes… Iedereen sprak van de Vismarkt als the place to be in Ieper. Er waren vier horecazaken waar iedereen naartoe ging om te feesten. Jammer genoeg is die tijd voorbij. Mijn twee oudste kinderen gaan wel graag uit, en als ik dan hoor…: er is daar niks meer. Je hebt wel de Riba, maar dat vinden ze een beetje te duur. En ’t Genoegen is meer een praatcafé geworden.”

Je stopte in 2009 met De Vage Belofte. Wat deed je daarna?

“Van 2009 tot 2018 hebben we een bed and breakfast uitgebaat in de Maloulaan, De Nachtwacht. Dat was een idee dat ontstaan was op reis en in mijn hoofd bleef malen. Maar dat was me te rustig. Vooral in de winter had ik dat onderschat: behalve met de feestdagen zagen we bijna niemand. Opeens belde Robert (Van Eygen, red.) van ’t Eilandje: dat hij iemand nodig had om te tappen op een groot feest van Okra. Dat verleer je niet, dus ik daarnaartoe en me zot goed geamuseerd. Het heeft me getriggerd om iets te zoeken om een paar dagen in de week bij te klussen. Dat werden De Waterpoort en ’t Leetvermaak. In De Waterpoort kreeg ik te horen dat In ’t Klein Stadhuis financieel op zijn gat zat, dus ik dacht: het is nu of nooit.”

Ik zag op je sociale media dat je gesloten was tijdens de Kattenstoet omdat je geen personeel vindt?

“Het is al twee jaar dat we aan het aanmodderen waren. Iedere keer nieuwe mensen zoeken, na een week ze weer zien vertrekken… Zo’n probleem neem je mee naar huis. Je gaat ermee slapen en staat ermee op. Als ’s morgens mijn gsm piept, zeggen mijn kinderen: papa, niet kijken! Want meestal is het niet goed, iemand die zich ziek meldt… Daarom hebben we in oktober beslist om te zorgen voor onszelf en onze equipe, en in plaats van één dag voortaan twee dagen te sluiten. Nu is iedereen vrij op zondag en maandag – een mooi weekend. Voor de Kattenstoet hadden we willen opendoen op zondag. Met De Gevleugelde Stad was dat gelukt, maar met de Kattenstoet niet. Ik lig er niet meer wakker van. Ik heb voor mezelf uitgemaakt: ik ben bijna vijftig, ik zou hier willen blijven werken tot mijn pensioen. En ik zou het ook graag volhouden.”

Hoe sterk is je band met Ieper?

“Ik ben geen Izegemnaar meer, maar een echte Ieperling. Ik zou hier niet meer weg willen. Ieper is een enorm gezellige stad, er is van alles te doen, er is leven in de brouwerij, mooie stad qua groen… We wonen in de Maloulaan en het aantal keren dat we al het toertje van de vestingen hebben gedaan, is niet te tellen. Het blijft prachtig. Ik ken hier ondertussen ook veel mensen. Mijn kinderen zeggen altijd: we mogen nergens gaan of je kent iemand. In ons gezin hebben we als ludieke traditie dat de eerste die iemand kent op reis moet trakteren. In Barcelona, onlangs, mocht ik twee keer betalen omdat ik twee keer Ieperlingen tegenkwam.”

Heb je nog toekomstplannen?

“Mijn vrouw zegt dat ik moet stoppen met wilde plannen smeden. Toen we sukkelden met ons personeelstekort, heb ik wel eens gedacht: misschien moet ik een café alleen doen. Maar ik ben blij dat we gewoon aan de formule gesleuteld hebben. Iets nieuws beginnen betekent ook weer die onzekerheid: zal het lukken of niet? Dus nee: ik blijf hier. Ik ben hier graag. Ik zie me niets anders doen dan horeca. De mensen bedienen, een babbeltje slaan… Ik ben graag onder de mensen.”

Privé: Mike werd geboren op 10 maart 1975 in Izegem. Hij is getrouwd met Ine Bal en vader van Hanne (19), Wout (18), Tijl (14) en Robbe (11). Het gezin woont in de Maloulaan.

Loopbaan: Na zes maanden in Hilton Brussel werd Mike in 1996 gerant van De Vage Belofte. Dat was hij tot 2009. Daarna had hij B&B De Nachtwacht, en vanaf 2012 werd hij samen met schoonbroer Lander Bal uitbater van In ‘t Klein Stadhuis op de Grote Markt.

Vrije tijd: Vroeger spinning en lopen, nu wandelen en soms wat fietsen. Hij is een grote wijnliefhebber en houdt van reizen.

Lees meer over: