“We leven in Pest-Vlaanderen”

Ilse Naudts

De Centra voor Leerlingenbegeleiding krijgen in West-Vlaanderen meer dossiers rond pesten te verwerken dan in andere provincies. “Vorig jaar was een vierde van alle pestdossiers West-Vlaams”, zegt Hans Vandenbroucke van het Ieperse CLB.

Deze reportage maakt deel uit van ons Dossier Weer naar school.

“Leven we in Pest-Vlaanderen?” Hans Vandenbroucke vraagt het zich af. Van de 2.821 pestdossiers in Vlaanderen vorig schooljaar, werden er 677 geregistreerd in onze provincie. Kan het dat West-Vlamingen vlotter de weg vinden naar CLB’s? Dat leerlingen, ouders en scholen hier sneller aan de alarmbel trekken? Zijn we in West Vlaanderen alerter voor pestgedrag? “Ik denk het niet”, zegt Hans Vandenbroucke. “Het verschil is niet altijd groot, maar het is wel tekenend dat de cijfers hier voor zo goed als elk leerjaar boven het Vlaams gemiddelde liggen. Blijkbaar zijn wij West-Vlamingen harder voor elkaar.” Vooral het tweede en het derde middelbaar zijn problematisch. “In die jaren komt één procent van alle West-Vlaamse leerlingen bij het CLB terecht in een pestdossier. Terwijl het Vlaamse cijfer op 0,6 procent ligt. In het zesde secundair, waar je toch zou verwachten dat de leerlingen stilaan tot de jaren van verstand zijn gekomen, waren 43 van de 96 dossiers West-Vlaams. Misschien mag je dat cijfer maal 10 doen… Een groot deel van het pestprobleem pakken zorgleerkrachten op school aan. Alleen de zwaarste gevallen komen bij het CLB terecht.”

“De cijfers waren mij nog niet opgevallen, maar ze verwonderen mij evenmin. Ook als het gaat om depressie, zelfverwonding en zelfdoding liggen de West-Vlaamse cijfers hoger”, zegt Nadine Callens van CLB Oostende. “Dé standaardaanpak voor pesten op school bestaat niet. Herstelgericht werken, het gesprek aangaan met alle partijen, werkt het best. Als CLB kunnen we op zoek gaan naar de oorzaken, de onderliggende problematiek van dader of slachtoffer. Dat kan de persoonlijkheid zijn, maar ook de sociale omgeving, het klasklimaat of een autismespectrumstoornis. Maar er is nooit een goed excuus voor pesten. Het is de taak van iedereen om dit gedrag af te keuren en om ervoor te zorgen dat het kind zich weer veilig en goed kan voelen op school.”

“Ik denk dat wij als CLB’s heel nuttig werk kunnen doen. Maar de tijd en de middelen zijn soms ontoereikend. Een begeleidingstraject is decretaal beperkt tot acht tussenkomsten. Vaak kunnen dan we niet veel meer doen dan doorverwijzen naar gespecialiseerde hulp. En daar zijn de wachtlijsten te lang. Dat is frustrerend.”