Barbara Decramer (43) is niet alleen directeur van steinerschool Koningsdale, ze is ook mama van een dochter met mucoviscidose en dus erg op haar hoede in deze coronatijden. Ontspannen doet ze al plukkend op haar contrabas. Ooit speelde ze zelfs met een folkgroepje op Festival Dranouter. “Ooit wil ik wel nog eens op een podium staan”, zegt ze onder de Menenpoort.
Ondertussen ben je al meer dan tien jaar directeur van Koningsdale. Wat is het verschil tussen een steinerschool en andere scholen?
“Van andere ouders hoor ik wel eens dat er een groot verschil is voor de kleuters. Onze kleuters gaan veel naar buiten en de klas is als één groot huishouden: ze eten samen, doen de afwas samen, er is veel ruimte voor vrij spel, handvaardigheid, zingen… Ook heel belangrijk zijn de jaarfeesten. We houden de kinderen nauw betrokken bij de wereld buiten. Schermpjes zijn dan weer minder aan ons besteed. We zijn ervan overtuigd dat op het einde van de rit de kinderen een goed beeld hebben van waar ze goed in zijn.”
Ondertussen zijn er al 131 kinderen. Heb je verklaring voor de groei van Koningsdale?
“In het begin waren wij in Ieper een beetje de vreemde eend. Er waren wel wat onderwijsmensen die zich een beetje aangevallen voelden. Andere mensen waren dan weer heel positief en blij dat er eens een andere pedagogische wind waaide in Ieper. Zelf zag ik het ook zo. Ondertussen is steineronderwijs veel meer aanvaard. Mensen zijn ook kritischer voor de school naast de deur. Ik vind dat verrijkend dat je verschillende soorten mensen kan bedienen qua opvoeding voor hun kinderen. We denken daar ook niet te radicaal in. We willen niet de alternatieve school zijn.”
Zijn er nog misvattingen over steineronderwijs?
“Mensen denken dat je een halve kunstenaar moet zijn om naar een steinerschool te gaan. Ik vind dat dat echt niet zo is. Een andere misvatting is dat mensen denken dat het cognitieve onderwijs er gewoon maar bij komt, terwijl wij een gewone basisschool zijn. Wij geven les op een andere manier, maar op het einde van de rit geraken wij waar we moeten geraken. Het beste bewijs is dat al onze kinderen instromen in middelbare scholen in de buurt.”
“Op mijn 17de werd ik fan van Sting: die muziek bleef wel plakken”
Je bent mama van een dochter met mucoviscidose. Jullie zijn wellicht heel voorzichtig met corona?
“Absoluut. Vooral de periode voor de eerste lockdown vond ik zwaar. Nu hebben we allemaal een mindshift gemaakt. Mondmaskers, handen wassen, verluchten, niet te dicht staan… Dat zijn dingen waar we als muco-ouders echt al in gedrild waren. Wij weten al lang dat het bijvoorbeeld hygiënischer is om de deksels van de toiletten naar beneden doen, wij doen dat al zestien jaar. Maar dat neemt niet weg dat het nog steeds moeilijk was voor ons. We hebben Nora thuis gehouden uit angst. Ondertussen ging ik wel nog naar school, dat was niet evident. Op het einde van het jaar hebben we haar toch laten gaan. Je kan niet blijven hangen in je angst. Nu is het oké, al blijven we wellicht een stuk voorzichtiger dan andere mensen.”
Heb jij bepaalde herinneringen aan de Menenpoort?
“Ik moet bij de Menenpoort altijd denken aan de gedichtenbundel die Tom Lanoye heeft uitgebracht, een twintigtal jaar geleden. Hij had een aantal oorlogsgedichten vertaald en die voorgedragen onder de Menenpoort. Maar om nu elke dag aan de oorlog te denken, dat vind ik ook een beetje jammer. Er is veel meer dan oorlog alleen.”
Je speelt contrabas. Waarom koos je dat instrument?
“Dat is gekomen toen ik 17 was. Ik ben fan van Sting: hij had dat ecologische aspect, hij zorgt voor de natuur, maar ook voor zichzelf… Toen ik klein was brak hij een lans voor de amazoneindianen. Dat kwam wel binnen. En hij speelde ook bas. Dat was muziek die aan mij bleef plakken. Ik heb een hele The Police-periode gehad waarin ik al hun muziek vanbuiten kende. Wellicht is dat zo gekomen. Het is ook een ander instrument dan andere. Dat sprak me ook aan.”
Treed je soms op met je contrabas?
“Ik heb nog in het folkgroepje Blanck-it! gespeeld, samen met mijn vriendin Sofie Blancke die nu bij Radio 2 werkt. We hebben ons een paar jaar heel goed geamuseerd en zelfs een keer op de donderdagavond op Festival Dranouter mogen spelen. Dat zijn heel fijne herinneringen. Ik hou wel van op een podium staan. Niet om theaterteksten af te dreunen, maar wel om dingen te organiseren of voorstellingen te maken. Dat zou ik nog tof vinden. Met muziek optreden zou ik wel nog heel leuk vinden. Je weet nooit. Er is nog van alles dat ik wil doen!”
Privé: Barbara Decramer werd geboren op 7 maart 1978 in Menen. Ze heeft nog een broer en een zus en twee stiefbroers. Ze is getrouwd met Frederik Picavet en is mama van twee dochters: Nora (16) en Olijf (14). Ze wonen in de Lombaardstraat in Ieper.
Opleiding: Het kleuter, lager en middelbaar deed Barbara in Instituut Mater Amabilis in Wervik, waar ze eindigde in de richting wetenschappen-wiskunde. Daarna studeerde ze nog Germaanse Talen, met als specialisatie theaterwetenschappen.
Loopbaan: Na haar studies gaf ze 2,5 jaar les Nederlands in de Heilige Familie. In het schooljaar 2008-2009 richtte ze samen met enkele andere ouders steinerschool Koningsdale op. Ondertussen is ze halftijds directeur, samen met een collega die pedagogisch directeur is. Ze geeft ook nog Engelse les en ze heeft nog een functie in de scholengemeenschap.
Onder de Menenpoort
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier