Maria Seurinck was de eerste vrouwelijke commissaris en is nog altijd sociaal erg actief in Roeselare

Maria Seurinck: “In De Kerit helpen we mensen die door alle mazen van ons sociaal vangnet zijn gevallen.” © Stefaan Beel
Peter Soete

Ze heeft een Wikipediapagina waar ze niets vanaf weet, ze was de eerste vrouwelijke politie-inspecteur van Roeselare én de eerste vrouwelijke commissaris. Op 82-jarige leeftijd is Maria Seurinck nog steeds de voorzitter van De Bremstruik en coördinator van De Kerit.

Je hebt een eigen Wikipediapagina, maar je schrok je een hoedje toen ik je dat vertelde?

Maria Seurinck: “Maar absoluut! Ik wist daar helemaal niets van, er heeft me nooit iemand vragen gesteld of voorgesteld om iets op internet te plaatsen over mij. Moet men geen toelating vragen aan de desbetreffende persoon vooraleer men iets publiceert over die persoon? Gelukkig staan er geen leugens op die pagina, maar het was toch even schrikken.”

In 1965 kon je aan de slag bij de Roeselaarse politie. Dat was toch groot nieuws in die tijd?

“Dat kun je wel zeggen. Ik was de eerste vrouw in het gerechtelijk arrondissement Kortrijk. Door de nieuwe wet op de jeugdbescherming van 1965 werd het politiekader uitgebreid met een nieuwe functie van politie-assistente met de graad van hoofdinspecteur. Dat gebeurde onder impuls van commissaris Lobel. Ik was vijftien jaar de enige vrouw bij de Roeselaarse politie en in totaal waren er maar zes politiekorpsen die vrouwelijke agenten hadden. Vroeger moest je immers legerdienst gedaan hebben om bij de politie te kunnen, maar als vrouw was dat een beetje moeilijk hé (lacht).”

Werd je goed aanvaard door de mannelijke collega’s als vrouw?

“Dat viel eigenlijk heel goed mee. Ik besefte wel onmiddellijk dat ik een vrouw was in een mannenwereld, zeker in die tijd. Ik heb eigenlijk nooit een bevel gegeven aan een politieagent, ook niet toen ik later commissaris was. Ik heb altijd vriendelijk gevraagd om iets te doen, te veranderen of op te volgen. Met een druppel honing win je veel meer dan met een liter azijn.”

“Wel heeft een collega me ooit gezegd dat het de wereld op zijn kop was: een vrouw die een bevel kan geven aan een man en diezelfde vrouw die veel meer verdient dan een man. In de tijdsgeest van toen was dat inderdaad vreemd, ik had begrip voor de verwarring van die man.”

Droeg je eigenlijk een wapen?

“Ja, maar ik heb het nooit gebruikt. Ik kon natuurlijk schieten, maar ik zou waarschijnlijk morele bezwaren gehad hebben indien ik ooit met dat wapen op een mens had moeten schieten.”

Nooit problemen gehad met gewelddadige klanten?

“Soms wel, maar ik had altijd collega’s mee die hun mannetje konden staan in moeilijke situaties. En die waren er vaak als ik kinderen moest weghalen in probleemgezinnen. Ik heb dikwijls gehoord ‘als je geen wuuf was, dan sloeg ik op joen mule’. Maar zelfs in de meest marginale milieus besefte men dat je nooit op een vrouw mocht slaan. En ik probeerde me ook altijd in te leven in de situatie: ik keek altijd naar de mens achter de feiten. De allergrootste les die ik heb geleerd, is dat het niet om het even is waar je wieg staat. Je kunt veel kiezen in het leven, maar je ouders kies je niet.”

In 2005 ging je op 65-jarige leeftijd met pensioen, maar je bleef je inzetten op sociaal vlak?

“Ik heb mijn politiewerk tot de laatste dag heel graag gedaan. Natuurlijk heb ik ook de aanpak zien veranderen. In 1965 lag de nadruk op de bescherming van de jeugd, maar door de jaren heen werd er meer ingezet op responsabilisering van de jongeren en werd er ook meer repressief gewerkt. En ja, misschien was dit wel nodig.”

“Met een druppel honing win je meer dan met een liter azijn”

“In 2005 werd ik op vraag van pater Werner betrokken bij de werking van De Bremstruik. Dat is een pastoraal project dat door een andere vorm van liturgie mensen opnieuw de zin van hun geloof probeert te vinden. Wanneer De Kerit in 2008 het licht zag, vroeg deken Renaat Desmedt of ik daar de coördinator wou van zijn.”

En dat klonk je als muziek in de oren?

“Heel zeker. De Kerit is er voor mensen die echt tussen alle mazen van ons sociaal vangnet vallen, die nergens naartoe kunnen met hun problemen en zorgen. In De Kerit zijn er een twintigtal vrijwilligers die instaan voor het ophalen, herstellen en plaatsen van meubelen, die instaan voor de permanentie van de werking, die verantwoordelijk zijn voor kledij, huisgerief en speelgoed en die zich bekommeren om de opvang van mensen in nood.”

Is er nu meer miserie dan pakweg tien jaar geleden?

“Er zijn in ieder geval meer dak- en thuislozen, maar er zijn daarentegen niet meer opvangplaatsen. Dat is niet verwonderlijk ook, want onze klanten die kledij, materiële hulp en een woning vragen, zijn niet de klanten die huiseigenaars graag zien. Het zijn mensen met een rugzak, mensen die uit de psychiatrie of de gevangenis komen of een verslaving hebben. Ik begrijp die eigenaars ook die niet staan te springen om hun huis te verhuren aan bijvoorbeeld een buitenlandse alleenstaande moeder met vier kinderen.”

“Ik ben van plan om zo lang mogelijk te blijven als coördinator van De Kerit, want het blijft heel zinvol werk.”

Maria Seurinck

Privé

Geboren in Roeselare op 19 april 1940. Gehuwd met Fernand Verhulst, een dochter Nele (40). Maria en Fernand wonen op De Geite (Hooglede).

Loopbaan

Lager onderwijs Ruddervoorde en Burgerschool Roeselare, middelbaar onderwijs Burgerschool. Hoger onderwijs Ipsoc Kortrijk, afdeling justitie. Godsdienstwetenschappen Gent en lesgever aan Sint-Lucas Gent. In 1965 aanvaard als politie-assistente in Roeselare en in 2005 met pensioen als commissaris.

Vrije tijd

Lezen, vrienden en kennissen bezoeken.