Kinderen uit Clep krijgen warm welkom in Alveringem: “Verrijking voor onze school”

De Rwandese kindjes krijgen in basisschool Spelenderwijs een warm welkom! We zien ook juf Rune Corveleyn en directeur Julie Paelinck. © Anne Bovyn
Anne Bovyn
Anne Bovyn Medewerker KW

Sinds 1 augustus is de uitbating van Clep in handen van Fedasil die er voortaan erkende vluchtelingen begeleidt naar een zelfstandig leven in België. Momenteel wonen er al negentig mensen in Clep, onder wie ook heel wat kinderen. Tot 12 jaar lopen ze school in de drie grootste Alveringemse scholen: Spelenderwijs en De Verrekijker in Alveringem en De Libel in Leisele.

De week voor de herfstvakantie kreeg gemeentelijke basisschool Spelenderwijs vier kindjes uit Clep toegewezen: een in het derde kleuter en drie kindjes voor respectievelijk het derde, vierde en vijfde leerjaar. Ze behoren tot twee Rwandese gezinnen. Vrije basisscholen De Verrekijker in Alveringem en De Libel uit Leisele hadden eerder al elk vier kindjes verwelkomd. Ze kregen op de drie scholen een warm welkom.

Basisrecht

“Aan het begin van deze samenwerking hebben wij met de drie schooldirecties, de Alveringemse burgemeester en een medewerker van Fedasil samen gezeten”, vertelt directeur Spelenderwijs Julie Paelinck. “De vraag naar ons toe was of wij het zagen zitten om de kinderen van Clep in onze basisscholen op te nemen. Uiteraard was ons antwoord positief. Onderwijs is voor elk kind immers een basisrecht! Onze enige voorwaarde was een evenwichtige spreiding over de drie scholen.”

“Uiteraard was dit niet onze eerste ervaring met anderstalige nieuwkomers. Wij hadden al moslimkindjes en momenteel een meisje uit Oekraïne. Alle scholen worden hiermee geconfronteerd, zelfs de scholen in de Westhoek. Wel was het onze eerste kennismaking met de Afrikaanse nationaliteit en cultuur. De kinderen waren zeer enthousiast en gastvrij en van onze ouders hebben we geen enkele negatieve reactie gehad. Wel hebben we onze kinderen verteld dat deze kindjes wellicht maar enkele maanden op onze school zullen zitten. En dat er dan weer andere kindjes in de plaats zullen komen.”

Goed verlopen

Julie Paelinck zegt dat de eerste week goed verlopen is. Maar ze is ook blij dat de Vlaamse overheid extra middelen voorziet voor de begeleiding van deze kinderen.

“Terwijl de ouders bezig zijn met een integratiecursus zitten hun kinderen bij ons op school. De focus ligt op een eerste kennismaking met onderwijs in Vlaanderen, sociale integratie en het leren van de Nederlandse taal. Wij hebben beslist om aan elk van deze kindjes een buddy toe te wijzen: dat is een klasgenootje dat extra aandacht besteedt aan het nieuwe kindje.”

“Want wat voor ons heel logisch is, is voor hen volledig nieuw. Elk kind weet dat als de bel gaat, je in de rij gaat staan. Deze kindjes weten dat niet en worden door een vriendje bij de hand genomen. En van zodra je als school zes anderstalige nieuwkomers van 5 jaar of ouder hebt, krijg je extra middelen van de overheid. Onze juf Rune had nog geen voltijdse job en kreeg uitbreiding. Zonder die extra ondersteuning zou het voor de betrokken leerkrachten moeilijker zijn.”

Dezelfde interesses

“Kleuters leren vlot een nieuwe taal, maar bij onze 10- en 11-jarigen moeten we ook van nul beginnen met basiswoorden als juf, klas, toilet, eetzaal, bel, speeltijd, fruit, … Daar kruipt wat tijd en energie in. Maar we doen het graag en krijgen ook veel liefde terug. Sterker nog: dit project is een verrijking voor onze school! “

“Hoeveel kindjes wij aankunnen, is moeilijk te zeggen. Het hangt vooral af van de grootte van de klas en het feit of het kind specifieke zorg nodig heeft. De afspraak is dat het voor ons team haalbaar en draagbaar moet blijven. Voor de rest zijn deze kinderen net als elk ander kind. Ze hebben dezelfde interesses en willen bijvoorbeeld voetballer worden”, glimlacht Julie Paelinck.

Lees meer over: