Huisarts Marc Goethals na 41 jaar met pensioen: “Dit beroep was me echt op het lijf geschreven”

Marc Goethals en zijn echtgenote Claire genieten nu samen van hun vrije tijd. © MM
Redactie KW

Marc Goethals uit Bredene, huisarts van beroep en roeping, is met pensioen. Na een carrière van 41 jaar, waarin hij onder meer de groepspraktijk Groenendijk uit de grond stampte en vijf jaar nadat echtgenote Claire haar stethoscoop aan de haak hing, verliest het artsenkorps een immer goedlachse en bereikbare dokter. “Dit beroep was me dan ook op het lijf geschreven”, beseft Marc.

Dokter worden was voor de adolescent Marc Goethals absoluut geen jongensdroom. “Ik wilde de zeevaart in, maar scheepskapitein worden bleek geen optie. Mijn ogen waren niet goed genoeg”, opent Marc. “Ik heb me dan maar uit pure colère op de studies geneeskunde gestort.” (lacht)

Zijn eerste studentenjaren sleet hij aan de Kulak (KUL-afdeling in Kortrijk, mm). “Dat was daar toen nog een beetje Nova Zembla voor de studenten. Er viel niks te beleven. Studentencafés waren er nog niet, of nauwelijks. Maar studeren aan de Kulak is uiteindelijk toch een leuke ervaring geworden, niet in het minst omdat er heel wat streekgenoten zaten in de richting geneeskunde. Veel van hen zijn later een praktijk gestart in de regio.”

Lange dagen

Meteen na zijn studies opende ook Marc een huisartsenpraktijk. “In een rijhuis in de Groenendijkstraat. Ik deed dat samen met mijn echtgenote Claire, die dezelfde studies had gedaan. We werken toen lange dagen. Starten om 7.45 uur, zelf de vele telefoons aannemen, afwisselend de huisbezoeken verzorgen. En dat ging zo door tot ‘s avonds laat. We stonden toen op en gingen slapen met onze patiënten.

Gelukkig woonden we in die tijd boven onze praktijk. Dat was zonder meer een voordeel. Op de paar keer na dat een patiënt boven aan de deur kwam kloppen wanneer we te laat beneden waren voor de consultaties.”

Opmerkelijk is dat Marc in die beginjaren er ook nog studies lichamelijke opvoeding bij nam waardoor hij ook als sportarts gekwalificeerd was. “Maar de meeste aandacht ging toch naar onze huisartsenpraktijk, onze ‘grote familie’ zoals we die vaak noemden.”

Een lach en een traan

“Een lach en een traan kwamen er vaak bij kijken”, vat Claire mooi samen. “Het geluk van patiënten, die tegen alle verwachtingen in zwanger werden. Maar net zozeer het verdriet omdat een patiënt zelfmoord had gepleegd.”

De anekdotes blijken ontelbaar. “Toen ik ooit een routine gynaecologisch onderzoek deed bij een patiënte, wou haar man perse mee komen. ‘Maar ik kan daar eigenlijk niet zo goed tegen’, verwittigde hij. En dat bleek ook want de man liep plots lijkbleek naar buiten, waar hij onwel werd. Zijn vrouw hoorde hem vallen, sprong recht en rende zowat halfnaakt naar buiten. Net op het ogenblik dat de postbode binnen kwam…”

“Of toen ik twee dames in de wachtzaal, die voor een zwangerschapstest kwamen, verdacht naar alcohol vond ruiken. Bleek achteraf dat er boven een fles champagne was ontploft en de champagne door het plafond de wachtzaal was ingesijpeld.”

Van 2 naar 5 huisartsen

“Toen ik veertig werd, moest ik een kankerbehandeling ondergaan. Ik heb toen beslist om op mijn 60ste te stoppen”, gaat Claire verder. “Vijf jaar daarvoor hadden we ook besloten om de praktijk uit te breiden met een extra arts, Kenny Dedecker (wiens ouderlijk huis net om de hoek in de Taboralaan stond). Kenny vervoegde ons eerst als huisarts in opleiding en kocht zich later in de groepspraktijk in. Dat was ook het ogenblik waarop we verhuisden naar Residentie Odyssea II, iets verderop in de Groenendijkstraat. Niet veel later kwam ook Charlotte Puystjens ons vervoegen en intussen telt de praktijk vijf huisartsen.”

In al die jaren hebben we ontelbare anekdotes beleefd

Het is volgens Marc een oplossing voor het huisartsenprobleem, dat ook Bredene in zijn greep houdt. “Toen wij begonnen waren we 7 op 7 en 24u op 24u beschikbaar. Wij hebben ons dat nooit beklaagd, hoor. Maar jonge artsen willen vandaag wat meer me time. Begrijpelijk want ze hebben vaak nog een partner en kinderen, met wie ze tijd willen doorbrengen.”

“In die zin hebben wij geluk gehad dat mijn schoonvader Raymond zich altijd over onze twee kinderen heeft ontfermd. Marc en ik moesten buiten de praktijk eigenlijk niks doen”, beseft Claire. “Nu, dat was in het begin ook wel nodig want aangezien we beiden in de praktijk werkten, was er ook geen ander inkomen.”

“Weet je, niet alleen de artsen pakken het anders aan, ook de patiënten doen dat. Wie vandaag van wacht is, krijgt nauwelijks nog telefoons.”

Ongekende uitdagingen

Dat huisartsen vandaag hun beschikbaarheid wat inperken, heeft trouwens ook gevolgen. Je hebt er meer nodig”, geeft Marc aan. “Dat beseft ook het gemeentebestuur, dat al infrastructuur ter beschikking stelde (in wzc Jacky Maes, red.). We evolueren stilaan naar wijkgezondheidscentra, waar je naast artsen ook kinesisten e.d. zult vinden. In Oostende heb je er al zo een. Maar fundamenteel moeten er natuurlijk meer huisartsen bij komen. En dat is aan de kust soms lastig omdat we hier met een oudere populatie zitten..”

Extra zorg, die was de voorbije twee jaar ook nodig omwille van de pandemie. Die zorgde ervoor dat het einde van Marcs loopbaan gekruid werd met ongekende uitdagingen. “Covid-19 was voor iedereen nieuw. Het vergde heel veel uitleg en deed ons voor het eerst (deels) overschakelen op telefonische consultaties.

Onze boodschap aan coronapatiënten om zeker niet op consultatie te komen, was nieuw. En bijzonder. Maar we konden het niet riskeren dat enkele van onze collega’s zelf zouden uitvallen.”

Bijna een maand ver in zijn pensioen zoekt Marc inmiddels nieuwe horizonten op. En hij gaat daarvoor terug naar zijn eerste liefde, de zee. “Ik lees heel veel over de zeilvaart, over de kapers in Oostende. En ik zoek alles op wat te maken heeft met de taak van chirurgijn/barbier op de zeilschepen in vervlogen dagen.” Of hoe twee passies na al die jaren alsnog mekaar lijken te vinden…

(MM)