Drieling van Kruiseke viert 75ste verjaardag op 1 april: “Ruzie? Dat hebben wij nog nóóit gehad”

De drieling Noël, Marie-Louise en Joël Verbeke: “Wij zijn drie handen op één buik.” Op zaterdag 1 april vieren ze hun 75ste verjaardag. © JOKE COUVREUR
Philippe Verhaest

Vijfenzeventig kaarsjes uitblazen is in elk mensenleven een mijlpaal. Maar voor Noël, Joël en Marie-Louise Verbeke heeft de verjaardag een extra gouden randje. De ‘drieling van Kruiseke’ deelt al driekwart eeuw lief en leed en hoopt nog lang samen van het leven te kunnen genieten. “We zijn drie handen op één buik.”

Donderdag 1 april 1948. Antoon Verbeke is als textielarbeider in Noord-Frankrijk aan de slag wanneer zijn werkgever plots telefoon krijgt. Antoons echtgenote Marie Casier is van een drieling bevallen, krijgt hij te horen. Monkelend gaat de man verder met zijn werk, de datum in gedachte. Een aprilgrap is het, denkt hij.

Enkele kilometers verderop, in de Kruisekestraat in de Wervikse deelgemeente Kruiseke, voltrekt zich echter een wonder der natuur. In de keuken is Marie bevallen van – in chronologische volgorde – Marie-Louise, Joël en Noël. Pas wanneer Antoons oudste zoon Daniël (9) hem ter plekke komt zeggen dat ze hem niet in de maling nemen, laat hij alles vallen en snelt hij naar huis.

“Een oude boerenkar die piept en kraakt, blijft het langst lopen. Wel, laat de drieling ook nog maar lang lopen” – Joël Verbeke

“Moeder en vader moeten serieus van hun melk geweest zijn”, grijnzen de drie. “Ze wisten van niets, hé. Echografieën bestonden nog niet, de mensen zeiden gewoon dat mama zwaar droeg. Terwijl er drie baby’s van elk twee kilo ter wereld kwamen.”

Wereldberoemd in Kruiseke

Vijfenzeventig jaar later kunnen Marie-Louise, Joël en Daniël al op een mooi leven terugblikken. Ze groeiden op in een gezin van elf kinderen, al moesten hun ouders voor hun geboorte afscheid nemen van twee kinderen. “Een broer en zus zijn erg jong gestorven. Wij hebben ze nooit gekend. Ja, dat was toen nog de gang van het leven…”

Marie-Louise trouwde met Roger Ferla en bracht in Mesen twee kinderen groot en is nu de trotse oma van vier kleinkinderen. Ze werkte haar hele leven in de wasserijsector, maar haar grote focus lag op haar gezin. Joël verhuisde naar Geluwe, die andere deelgemeente van Wervik. Samen met Judith Hanssens kreeg de wever twee dochters, die op hun beurt voor vijf kleinkinderen zorgden. Noël bleef in Kruiseke en is al zijn hele leven vrijgezel. Als gemeentearbeider bij de groendienst op rust is hij een bekend figuur in zijn dorp.

De drieling van Kruiseke: Joël, Marie-Louise en Noël Verbeke. In totaal bestond het gezin uit elf kinderen.
De drieling van Kruiseke: Joël, Marie-Louise en Noël Verbeke. In totaal bestond het gezin uit elf kinderen. © GF

Ook de drieling zelfs was in Kruiseke wereldberoemd. “Zo dik lopen ze niet, hé”, knipogen ze. “Moeder vertelde ons altijd dat ze veel hulp heeft gekregen toen we nog erg jong waren. Ze had al een groot gezin en plots kwamen er daar nog eens drie bij. Het spreekwoord luidt dat je een dorp nodig hebt om een kind groot te brengen. Daar zijn wij het levende voorbeeld van.”

Op hun jeugd blikken de drie met een warm gevoel terug. “We hebben nooit iets te kort gehad”, benadrukken ze. “Onze ouders hebben hun kinderen altijd op de eerste plaats gezet. En wij waren altijd samen. Zag je een van ons, dan waren de andere twee er ook bij.”

“We waren altijd samen. Zag je een van ons, dan waren de andere twee er ook bij”

“Tot ons veertiende zaten we ook samen in klas, daarna trokken we naar Frankrijk om te werken. We zaten hoop en al met negen op de schoolbanken, met naast ons nog een eeneiige tweeling. Adelin en Ghislain Cael heetten die. De helft van de klas bestond uit meerlingen”, lachen ze.

“Gelukkig zijn wij niet identiek, anders was het voor de leerkracht onmogelijk geweest om zijn leerlingen uit elkaar te houden. Neen, wij hebben nooit elkaars plaats kunnen innemen.”

Verjaardag = familiedag

Zoveel jaren later zijn Marie-Louise, Noël en Joël nog altijd de beste maatjes. “Schrijf maar op: drie handen op één buik”, schateren ze. “We lopen elkaars deur niet plat, maar horen elkaar minstens één keer per week. Wanneer het nodig is, zijn we er voor elkaar.”

Joël knikt. “Elke twee weken ga ik bij mijn broer op de koffie. Zonder fout. Om gewoon wat over koetjes en kalfjes te klappen. De kinderen, de koers, het voetbal… Meer hoeft dat niet te zijn.”

© JOKE COUVREUR

Dé jaarlijkse feestdag is hun gezamenlijke verjaardag. “Die hebben we uitgeroepen tot de familiedag van de Verbeekskes. Dan verzamelen we met zoveel mogelijk familieleden, al snel een vijftigtal man sterk. Waaronder ook acht van de negen kinderen. Enkel broer Daniël is niet meer bij ons. In 2004 op zijn 65ste overleden. Veel te vroeg…”

Marie-Louise, Noël en Joël hebben een onbreekbare band. “We weten héél veel van elkaar. Ruzie? Dat hebben we nog nóóit gehad. Zelfs niet als kind. Toen al gingen we door het vuur voor elkaar. En dat zal nooit veranderen. We lijken ook erg op elkaar. Misschien niet fysiek, maar we hebben wel hetzelfde karakter. Zachtaardig, van niemand of niets jaloers.”

“We lijken misschien fysiek niet op elkaar, maar hebben wel hetzelfde karakter. Zachtaardig, van niemand of niets jaloers”

“En we hebben ook dezelfde smaak”, gooit Joël op tafel. “Jaren geleden zijn mijn broer en ik elk afzonderlijk in Kortrijk een kostuum gaan kopen. Kwamen we wel niet allebei met klop hetzelfde maatpak naar huis, zeker? Eigenlijk verschillen we amper. Of het zou de liefde voor de koers moeten zijn. Noël en ik zijn er zot van, Marie-Louise moet er niets van weten.”

“Klopt”, knikt ze. “Terwijl ik met onze Anthony een kleinzoon heb die koerst. Maar ik kan er niet naar kijken. Doodsbang ben ik dat hij zou vallen…”

Dubbele schedelbreuk

Aan de vooravond van hun 75ste verjaardag kan de drieling nog altijd bogen op een goeie gezondheid. “Hout vasthouden”, zegt Joël. “Al heb ik als enige van de drie al enkele duwkes gekregen. Ik ben al drie keer met mijn fiets van de weg gemaaid, één keer met een dubbele schedelbreuk als gevolg.”

De trotse ouders met de pasgeboren drieling.
De trotse ouders met de pasgeboren drieling. © GF

“Toen ben ik door het oog van de naald gekropen, maar tijdens mijn herstel kon ik rekenen op onze grote familie. We hangen erg goed aan elkaar. Maar de grote ziektes hebben ons voorlopig links laten liggen. Hout vasthouden.”

“Weet je wat het is?”, lacht Joël. “Een oude boerenkar die piept en kraakt, blijft het langst lopen. Wel, laat de drieling ook nog maar lang lopen.”

Op hun verjaardag worden Marie-Louise, Noël en Joël, net als vijf jaar geleden, officieel ontvangen op het gemeentehuis van Wervik. “Fantastisch”, glunderen ze. “Nadien organiseren we nog een etentje met onze dichtste familie en kijken we samen naar de Ronde van Vlaanderen.”

“Maar binnen vijf jaar geven we er nog eens een lap op, net zoals toen we zeventig waren. Dan volgt er een groot feest. Maar eerst die boerenkar gaande houden.”