Gevangenisdirecteur Els Deloof: “Ik dacht dat Ieper doodse stad was, maar was aangenaam verrast”

Els Deloof was acht jaar aan de slag als gevangenisdirecteur in Ieper.
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

De gevangenis van Ieper mag sinds 1 maart dan wel tijdelijk gesloten zijn, voor directeur Els Deloof zou het wel eens kunnen een definitief afscheid zijn van de Kattenstad. De Zwevezeelse zal vanaf juni de leiding krijgen van het nieuwe detentiehuis in Kortrijk en als dat haar bevalt, zal ze daar wellicht blijven. Onder de Menenpoort blikt ze alvast terug op de acht jaar die ze in de Ieper aan de slag was.

De Ieperse gevangenis wordt de komende twee jaar grondig vernieuwd en dus werden alle gedetineerd overgebracht naar andere gevangenissen. Ook het personeel moet tijdelijk andere oorden opzoeken en dus gaat directeur Els Deloof nog voor de zomer aan de slag als directeur van het nieuwe detentiehuis in Kortrijk.

Hoe bent u in Ieper terechtgekomen?

“Op vraag van het hoofdbestuur. De toenmalige directeur van de gevangenis van Ieper, meneer De Vidts, werd directeur in Oudenaarde, dus er was hier een vacature. Na vijftien jaar in Brugge zag ik het wel zitten om eens nieuwe horizonten te verkennen. Ieper kende ik niet. In mijn beleving was Ieper toen een doodse stad waar alles rond de oorlog draait en verder niets. Wij kwamen hier wel eens op schoolreis, maar verder had ik geen connectie. Ik moet zeggen dat ik aangenaam verrast was van Ieper toen ik hier de eerste jaren werkte. Het is enorm levendig. In de zomer is er op ieder pleintje wel iets te beleven. Dat was niet het beeld dat ik had van Ieper, maar eigenlijk is het wel een bruisende en moderne stad.”

Komt u vaak naar de Menenpoort?

“Niet zo vaak, maar als directeurs zijn we ieder jaar wel uitgenodigd voor de viering van 11 november. Dat is altijd een moment waar je wat stil van wordt, als je onder die poort staat en de klaroenblazers hoort. Ook het moment waarop de poppyblaadjes naar beneden dwarrelen vind ik aangrijpend. Dat is een moment waarop dat je je klein voelt en dankbaar dat je in een tijd leeft waarin je daarmee niet geconfronteerd wordt.”

Hoe onderscheidt de Ieperse gevangenis zich van andere gevangenissen?

“Ten eerste is het een van de kleinste gevangenissen van het land. Dat maakt het familiaal. Je kent iedereen bij naam, zowel de gedetineerden als het personeel. Ook de structuur van de gevangenis is kleinschalig. Als je er tien minuutjes rondloopt heb je bij wijze van spreken iedereen gezien. Mensen spreken u vlotter aan dan in een mastodont waar je als directeur drie uur nodig hebt om rond te zijn. Door de manier waarop het heringericht werd, vind ik het – en dat is misschien raar om te zeggen over een gevangenis – een meer huiselijke sfeer. Het plafond is met houtbekleding, mooie kleuren… Het is niet zo steriel als veel andere gevangenissen, die alleen maar lijken te bestaan uit beton en staal.”

Was gevangenisdirecteur worden een kinderdroom voor u?

“Ik was altijd geïntrigeerd door de vraag hoe het komt dat iemand overgaat tot zulke feiten. Oorspronkelijk wilde ik eerst met jongeren werken, maar daar was er weinig werk in. Op een dag zag ik de vacature voor directeur. Ik vond dat ook iets speciaals, al had ik mezelf nooit gezien als een directeur van een gevangenis. Toen zag ik bij een gevangenisdirecteur aan een grote, struise, norsere man voor mij, zoals in de films. Maar uiteindelijk ben ik wel blij met de keuze die ik gemaakt heb.”

Kunt u als directeur iets doen met de gevangenen?

“Zeker, maar het probleem met justitie vandaag is dat men veel te lang wacht. Men moet veel vlugger ingrijpen. Men kan pas iets doen als het bijna te laat is. Dat vind ik erg. Ik denk dat als je in het begin kan ingrijpen, dan zou dat ten eerste slachtoffers besparen, ten tweede de persoon in kwestie een aangenamer leven bezorgen als hij niet in de criminaliteit terechtkomt, en enorm kostenbesparend zijn, want gevangenissen kosten heel veel geld.”

Nooit eraan gedacht om in het hoofdbestuur van het gevangeniswezen te gaan?

Nee, ik werk graag op de werkvloer, met personeel rond mij, met gedetineerden. In Ieper had ik dagelijks contact met de gedetineerden. Het is toch daar dat ik persoonlijk de grootste voldoening uithaal. Bijvoorbeeld door opleidingen te organiseren, waarbij je merkt dat ze hun talenten leren kennen. Het contact met de gedetineerden gaat eigenlijk heel gemoedelijk. Als je een persoon dagdagelijkse ziet, dan bekijk je hem persoon vaak niet meer als crimineel.”

Heeft u nooit schrik gehad van gedetineerden?

“Schrik op zich niet. Ik heb wel lang in Brugge gewerkt bij de langgestraften. Als ze dan van buitenaf bellen: u krijgt bedreigingen op uw adres, dan is dat wel iets dat je eens meeneemt naar huis. Anders zou het niet menselijk zijn. Maar je moet je daar kunnen over zetten, anders kun je de job niet doen. Maar 99 van de 100 dagen trek je de deur van de gevangenis achter je dicht, zit je werk erop en ga je gewoon naar huis.”

Bent u ooit al eens aangevallen geweest?

“Jammer genoeg heb ik een gebroken neus en kapotte tanden overgehouden na een aanval van een gedetineerde in Brugge. De gedetineerde was agressief en ik probeerde tussenbeide te komen om de boel wat te sussen, maar dat was mislukt. (lacht) Maar goed, je moet je daar zo snel mogelijk over zetten. Ik heb een korte periode thuisgebleven – niet langer dan nodig – en dan onmiddellijk weer in het werk gevlogen. Dat is volgens mij de beste manier om je daarover te zetten.”

Hoe ziet uw toekomst eruit?

“Normaal is er wekelijks een werfoverleg om de stand van zaken van de werken op te volgen. Ik vermoed dus dat ik nog één dag per week aanwezig zal blijven in Ieper. Het is een raar gevoel. Enerzijds is het een afscheid en anderzijds een nieuwe uitdaging die wacht in Kortrijk. Het is net alsof ik twee kinderen heb op dit moment: één in Ieper en één in Kortrijk. Moet ik nu het ene loslaten voor het andere?”

Volgend jaar volgt een dilemma. Blijft u in Kortrijk of keert u terug naar Ieper?

“Het zou goed zijn mocht iedereen terugkeren zodat de sfeer zo goed blijft. Anderzijds hebben we ook goeie mensen nodig in het detentiehuis die er voluit voor gaan. Ik zit een beetje op twee stoelen en heb nog geen beslissing genomen. Zoals ik denk dat het zal zijn, dan is de kans groot dat ik in Kortrijk blijf. Omdat ik denk dat je daar meer impact kan hebben op de mensen die er verblijven dan in de gevangenis. Maar het valt allemaal nog af te wachten.”


Els Deloof

* Privé

Els Deloof werd geboren in Gent op 17 juni 1971. Ze is getrouwd met Kurt en heeft twee dochters van 24 en 22. Het gezin woont in Zwevezele.

* Opleiding

Kleuter- en lagere school deed ze in Immaculata in Sint-Michiels. Dan middelbaar in het Sint-Jozefsinstituut in Brugge en vervolgens studeerde ze vier jaar Criminologie aan UGent.

* Loopbaan

Eerst werkte ze een tweetal jaar voor de preventiedienst voor Stad Brugge. Haar carrière bij justitie startte ze in Merksplas, waar ze twee jaar werkte. Vervolgens was ze 15 jaar directeur bij de langgestraften in de gevangenis van Brugge en sinds 2014 was ze directeur in de gevangenis van Ieper. Vanaf juni gaat ze aan de slag als directeur van het nieuwe detentiehuis in Kortrijk.