Aftellen naar de verkiezingen in Roeselare (6): “Centrum moet autoluwer en minder fietsstraten”

In de aanloop naar de verkiezingen op 13 oktober leggen we de lijsttrekkers van de verschillende partijen een ‘heet hangijzer’ voor. Een item dat in Roeselare wel eens voor discussie zorgt. Deze week gaan we dieper in op de mobiliteit. Moet de zone 30 uitgebreid worden? Nog meer fietsstraten? Of slaat de slinger door?

Mobiliteit is een onderwerp dat steevast hoog op de agenda staat bij gelijk welke gemeenteraadsverkiezingen. Ditmaal ligt vooral de focus op zone 30 en fietsstraten. Die werden al op meerdere plaatsen ingevoerd met gemengde reacties. Te veel volgens sommigen, voor andere partijen kan het nooit genoeg zijn. “De veiligheid van onze fietsers en voetgangers is onze grootste zorg. Daarom willen we nog meer vrijliggende fietspaden realiseren en inzetten op fietsveilige centrumstraten”, begint burgemeester Kris Declercq (CD&V – lijst burgemeester). “De concrete uitvoering is echter niet altijd even makkelijk. In Rumbeke werd een lang participatietraject opgezet, en zijn fietsers en scholen tevreden over de snelheidsbeperkende en fietsvriendelijke ingrepen. Maar in de praktijk is soms bijsturing nodig en deden we aanpassingen na terechte kritiek.”

“We willen gevaarlijke punten, zoals het rondpunt in de Meensesteenweg infrastructureel aanpakken, een bovengrondse fietsenstalling in het centrum realiseren en een extra randparking aan De Spil. Ook gaan we voor een voetgangersplan dat rekening houdt met elke leeftijd, bestraffen we onverantwoord gebruik van elektrische steps, investeren we verder in laadpunten voor elektrische voertuigen en gaan we in overleg met de Lijn en NMBS voor toegankelijk openbaar vervoer, ook in onze deelgemeenten. Snelheidsduivels moeten resoluut aangepakt worden.”

Autoluwer centrum

Dat beaamt Michèle Hostekint (Vooruit): “Pijnpunt is dat al te veel automobilisten vandaag de toegelaten snelheid aan hun laars lappen. Wij pleiten ervoor om zo veel mogelijk in te zetten op structurele ingrepen in de weginrichting zodat men niet anders kan dan vertragen en zich zo aan de maximumsnelheid te houden. Daar waar dit (nog) niet kan, moet gehandhaafd worden. Verdere uitbreiding van de zone 30 in de woonwijken, is zeker een goed idee als de meerderheid van de bewoners er achter staat.”

“Ook fietsstraten zijn een goede manier om de fietsveiligheid, zeker van kinderen en jongeren, te garanderen. De invoering ervan moet weloverwogen worden en nadien geëvalueerd worden. Waar ze te lang zijn of niet het beoogde effect hebben, moeten ze bijgestuurd worden. Fietsveiligheid gaat echter verder dan fietsstraten: ook veilige schoolomgevingen, veilige (afgescheiden) fietspaden en het autoluw maken van sommige plaatsen in het centrum zijn oplossingen voor situaties die vandaag niet veilig genoeg zijn.”

Consulteren

Ook bij Lokaal Liberaal en Piet Delrue willen ze in de eerste plaats ook luisteren naar de bewoners. “Mobiliteit belangt iedereen aan. Elke Roeselarenaar heeft er een mening over, en terecht. Daarom is het zo belangrijk om onze inwoners ook voortdurend te consulteren over mobiliteit. We laten hen graag nog méér meebeslissen. Er is ook de vaststelling dat er nergens zoveel wagens per inwoner zijn als in onze stad. Die moeten allemaal hun weg vinden. Dat is een grote uitdaging.”

“Wat de zones 30 betreft zijn wij voorstander om de bewoners in de wijken zelf onderling te laten beslissen. Wanneer men een meerderheid vindt onder de buren, dan kan er een bijkomende zone 30 komen. Een geoptimaliseerde routebegeleiding naar onze parkings blijft belangrijk om zoekverkeer te vermijden. Een bijkomende parking in het zuiden van de stad – tussen De Spil en de Grote Markt – zal de druk op het centrum ook verminderen.”

“Wij vinden dat de goed uitgeruste toegangswegen nog steeds 50 km/u moeten toelaten en we hier meer moeten inzetten op afzonderlijke fietspaden”, is Dieter Carron (N-VA) concreet. “Om de zone 30 te hanteren werden vooral ingrepen genomen om het autoverkeer te vertragen. Zo kregen we een hoop nieuwe wegversmallingen, snelheidsremmers en slingerbewegingen op de invalswegen naar de stad. Deze zorgen telkens voor opstoppingen en files. We willen een vlotte doorstroming van het verkeer behouden en bestuurders via andere manieren wijzen op hun snelheid, bijvoorbeeld door meer in te zetten op snelheidsinformatieborden. In Rumbeke willen we minder fietsstraten en kortere fietsstraten.”

“We willen ook dringend enkele kruispunten met de rijksweg aanpakken met het agentschap wegen en verkeer zodat de rijksweg vlotter toegankelijk is via de kruispunten. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de oprit aan beide industrieterreinen in Beveren, waar met de groei van de bedrijvensites ook de files meegegroeid zijn. Enkele simpele maatregelen kunnen het verkeer veel vlotter maken en op die manier gaan we ook enkele sluikroutes kunnen verminderen.”

“Op goed uitgeruste toegangswegen moet 50 per uur nog mogelijk zijn”

“Mobiliteit dient voor het Vlaams Belang ten dienste staan van de bevolking en haar handelaars. Dit wil zeggen dat een stad vlot bereikbaar moet zijn”, horen we van Immanuel De Reuse (Vlaams Belang). “Er moet werk gemaakt worden van veilige fietspaden en voetpaden, maar dit wil niet zeggen dat de auto daarom weggepest moet worden. We zien uit de verschillende stemtesten dat de meerderheid zélf afstand neemt van haar mobiliteitsbeleid en doorheeft dat zij de mobiliteit de nek omgedraaid heeft.”

“Vlaams Belang pleit voor slimme parkeerborden om de wagens vlot hun weg te laten vinden naar vrije parkeerplaatsen. Daarenboven blijven we inzetten op de wagen die deel uitmaakt van het verkeer en dit met respect voor fietsers en voetgangers.”

Anders verplaatsen

“Door de groei van de stad neemt het aantal auto’s ook sterk toe. Je merkt dat parkeren een pijnpunt is en de files in de spitsuren langer worden. De stad moet mensen aanmoedigen om zich anders te gaan verplaatsen”, stelt Bert Wouters (Groen). “Roeselare moet een fietsstad zijn. We vervangen de moordstrookjes op invalswegen door echte veilige fietspaden. Waar inhalen in smalle straten toch niet mag, maken we fietsstraten. In woonwijken wordt zone 30 ook de norm. Zo maken we van kiezen voor de fiets een makkelijke keuze. Ook vlotte regionale verbindingen moeten we uitbouwen met fietssnelwegen, tot aan het station.”