Groen stelt lijst voor: “Enige progressieve optie in Roeselare”

Groen Roeselare heeft haar huiswerk klaar voor de gemeenteraadsverkiezingen in oktober. Op de lijst staan maar liefst 26 nieuwe kandidaten. “We willen ons als enige echte progressieve lijst in Roeselare profileren.”

Groen heeft momenteel drie zitjes in de gemeenteraad. “We willen die zeker behouden en hopen om beter te doen”, aldus voorzitter Filiep Bouckenooghe. Hij stelde maandagavond in café Romen de 39 kandidaten voor Groen voor. “Twee derde van onze kandidaten is nieuw. 26 enthousiaste mensen stonden nog nooit eerder op de lijst van Groen.” Lijsttrekker is Bert Wouters. Hij zetelde de voorbije zes jaar in de gemeenteraad en werd daarbij geflankeerd door Eddy Demeersseman die als lijstduwer naar voren treedt. Het derde gemeenteraadslid, Steven Dewitte, verhuisde recent naar Lichtervelde. Hij wordt vanaf deze maand vervangen door Griet Decoster die straks op plaats 10 staat op de Groen-lijst.

Van Beveren tot Oekene

Groen wil een statement maken door in de top tien van de lijst drie kandidaten met een migratie-achtergrond kansen te geven. Atimo Sambou (3), Raquel Theodoro (6) en Mohammed Muhaisen (9) zijn allen nieuwkomers. Een vaste waarde binnen Groen is voorzitter en voormalig schepen Filiep Bouckenooghe. Hij staat op plaats 5. “Met onze kandidaten zitten we heel mooi gespreid in de stad. Van Beveren tot Oekene, van De Ruiter tot Krottegem”, aldus Bouckenooghe. Jongste kandidaat is de 20-jarige Jolien Boudrez, Magda Vermander (80) is de nestor van de lijst.

Autovrije Grote Markt

De partij trekt met enkele duidelijke speerpunten naar de kiezer. “De voorbije jaren heeft het stadsbestuur niet altijd even duidelijke keuzes gemaakt op vlak van vergroening of mobiliteit”, aldus Bert Wouters. De partij pleit voor nog een extra park en een derde groene long in de stad. “Het bestuur ziet het nieuwe stadhuis als de grootste trofee, maar voor ons mag de Grote Markt die er pal voor ligt, autovrij zijn. Daarnaast willen we extra inzetten op fietsveiligheid.” (Bert Feys)