Filip Watteeuw:”Stuur politici na 10 jaar verplicht terug naar het gewone leven”

Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Herman Brusselmans noemde hem een pipo die Gent naar de kloten helpt. Jean-Marie Dedecker wou hem op de brandstapel. Hem: dat is Filip Watteeuw, omstreden én geliefd politicus voor Groen. De man is schepen in Gent en deed de Arteveldestad op haar grondvesten daveren met een gewaagd mobiliteitsplan. Het kon zijn politieke dood betekenen. Het is een triomftocht geworden. Vandaag doet hij straffe voorstellen voor dit land.

100 jaar geleden moest ons land weer opgebouwd worden na de Groote Oorlog. Koning Albert I nodigde daarom politici uit op het Kasteel van Loppem. Daar tekenden ze de toekomst van België uit: het stemrecht, de vrijheid van vakbonden en de gelijkheid van Nederlands en Frans werden er ingevoerd. Vandaag is dit land opnieuw in crisis. Welke hervormingen zijn nu nodig? Onze journalist Paul Cobbaert is even koning en haalt prominenten naar Loppem.

Filip Watteeuw is geboren en getogen in Moorslede. Dertig jaar geleden verhuisde hij naar Gent. De liefde achterna. Af en toe keert hij terug naar de heimat. Vooral om zijn moeder te bezoeken, een kranige vrouw van 91.

Het is zijn eerste keer in het Kasteel van Loppem. Hij is gefascineerd door deze historische plek, zegt hij. “Mijn grootvader heeft gevochten in de loopgraven aan de IJzer. Hij zou moeten weten dat ik hier zit, op de plek waar toen zijn opperbevelhebber zat: hij zou fier zijn. (even stil) Hij wou daar zelden over vertellen, over die oorlog. Dat moet een diep trauma geweest zijn. Ik vond dat een intrigerende man. Ik had meer van hem willen weten. Ik was nog maar zes jaar, toen hij stierf.”

Dat die oorlog ook in hem zit, voegt hij eraan toe. “Ik ben opgegroeid in de frontstreek. Elke dag liep ik langs die witte grafzerken. Dat laat sporen na. Dat is deel van mij geworden. Vreemd. Ik voel me vereerd dat ik uitgenodigd ben voor deze reeks. Ik ben helemaal geen politieke prominent. Ik ben maar schepen van Gent.” Dat is valse bescheidenheid, zeg ik met een knipoog. Watteeuw is dé schepen van Gent. Berucht en befaamd voor zijn circulatieplan. Een politicus met lef. De kiezer heeft hem ook beloond. De West-Vlaming is de derde populairste politicus van de Oost-Vlaamse hoofdstad.

“Politiek gaat nu over politici zelf. Een schone foto op Instagram, wat gescheld heen en weer. Dat frustreert mij.”

We doen met Watteeuw wat we met de andere gasten doen: dit land uit het slop halen. We zitten daarvoor in de voormalige werkkamer van koning Albert. Eerst het politieke luik. “De politiek gaat niet meer over beleid”, zegt Watteeuw. “Het gaat over de politici zelf, die zich op Instagram en andere sociale media in de kijker werken. Een schone foto, wat gescheld heen en weer. Dat frustreert mij. De federale formatie is het beste voorbeeld. Wat daar gebeurt, is onwezenlijk. (zucht) Dit gaat niet meer over politiek.”

Wat is uw oplossing?

“Ik ben overtuigd van mijn analyse, maar een oplossing vinden, is niet makkelijk. Ik zou voorstellen om voltijdse politici af en toe een jaar terug te sturen naar het gewone leven. Na tien jaar bijvoorbeeld. Of na twee legislaturen. Verplicht. (denkt na) Het is vooral belangrijk dat politici af en toe uit die Wetstraatbubbel komen. Uit die ratrace ook. Even nadenken. Waarom doe ik aan politiek? Wat heb ik de voorbije jaren gerealiseerd?”

Onderschrift.
Onderschrift.

Leven veel politici in een bubbel?

“Ja, toch wel. Dat is een probleem. Er zijn politici die grote verhalen vertellen over de combinatie werk en gezin, maar niet weten wat dat wil zeggen in de realiteit. Een tijdelijke terugkeer naar het gewone leven zou goed zijn voor de politieke gezondheid.

‘Practice what you preach.’ U bent elf jaar voltijds politicus.

“Dat is zo. Ik zou niet triestig zijn mocht ik morgen opnieuw moeten lesgeven. Integendeel: ik zou dat boeiend vinden. (op dreef) Weet u wat mijn grote geluk is? Dat ik pas op mijn 46ste voltijds politicus ben geworden. Ik kén de echte wereld. Ik heb in het ziekenhuis van Sijsele gewerkt, ik heb in een fabriek gewerkt, ik heb lesgegeven.”

U zegt iets opmerkelijk. De meeste politici wijten de politieke impasse aan de structuren van dit land. U niet. U kijkt naar de politici zelf.

(knikt) “De Belgische ziekte van complexiteit is evenveel een Vlaamse ziekte. Dat zal niet verdwijnen als morgen het confederalisme ingevoerd wordt.

“Ik mis durf in de politiek. Terwijl het net dat is wat politici moeten doen: dúrven”

Het zijn onze politici die fout bezig zijn. Zij werken die complexiteit in de hand. Ik kom daar later op terug. Ik mis ook durf in de politiek. Dat is een tweede frustratie. Ik ben heel trots op mijn circulatieplan. Dat was omstreden. Dat kon ook mijn politieke dood worden. Maar ik heb doorgezet, omdat ik overtuigd was. Dat is wat politici moeten doen: dúrven.”

Wat is uw hervorming op economisch vlak?

“Dit land zakt weg in het grote moeras van de regelneverij. Van de traagheid. Van de complexiteit. Een burger, een vereniging, een bedrijf wordt voortdurend met regels geconfronteerd. Dat ontmoedigt mensen om te ondernemen. Ik ervaar dat zelfs in mijn werk. Een fietspad aanleggen, duurt zó lang. (blaast) En dat heeft niets te maken met de werkkracht van mijn mensen.”

U bent de overheid die de regels oplegt.

“Dat is zo. Ik ga meer zeggen. Ik heb het gevoel dat sommige politici die complexiteit in de hand werken. Wat ik nu zeg, zal me niet populair maken. (wikt zijn woorden) Er zijn politici die zich graag wegstoppen achter de complexiteit om een moeilijke beslissing niet te moeten nemen. Een procedure is een excuus geworden om iets niet te moeten doen.”

Wat is dan uw hervorming?

“Regelvrije zones invoeren. Dat zijn zones waar tijdelijk geen of minder regels gelden. Dat kan een geografische zone zijn. Een achtergestelde wijk bijvoorbeeld, waar horeca en winkels wegtrekken. Maak van die wijk een regelvrije zone. Dat zal creatieve ondernemers lokken.

“Ik wil regelvrije zones invoeren, waarbij je alles schrapt wat het ondernemen moeilijk maakt”

Dat kan ook op sectorniveau zijn. Ik denk in de eerste plaats aan duurzaamheid en innovatie. Schrap tijdelijk alle reglementaire hindernissen voor die bedrijven. Geef die mensen bijvoorbeeld twee jaar alle vrijheid.”

Filip Watteeuw:

Dat is vrij spel geven aan de vrije markt. Is dat niet gevaarlijk?

“Neen, toch niet. De basisvoorwaarden moeten behouden blijven. Dat zijn de arbeidsvoorwaarden, welzijn op het werk, veiligheid. Wat ik wil schrappen, is de veelheid aan regels, attesten en paperassen die het ondernemen bemoeilijken, maar weinig opbrengen.”

Zal dat niet voor valse concurrentie zorgen? Wees maar eens dat restaurant in die andere wijk.

“Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Het is de bedoeling dat dat de volledige economie versterkt. De overheid zal leren van dat experiment: welke regels zijn effectief en welke niet? Als na de tijdelijke termijn blijkt dat bepaalde regels overbodig zijn, dan kunnen die definitief en overal geschrapt worden. Dat komt iedereen ten goede. Een regelvrije zone is maar een eerste stap naar een brede vereenvoudiging. Vergeet ook niet dat moeilijke procedures vooral de meest kwetsbaren treffen. Zij kunnen geen dure specialisten inschakelen.”

In Berlijn bestaat dat model. Is dat uw voorbeeld?

“Dat is een mooi voorbeeld, maar ik wil vooral een eigen model uitvinden, toegespitst op onze economie.”

Het verrast mij om zoiets van een groene politicus te horen. Het is vooral uw partij die regelneverij verweten wordt.

“Ik vind dat vreemd. (feller) Al die complexiteit is niet opgebouwd in de vijf jaar dat mijn partij in de regering zat, hé. Men zoekt een zondebok en men vindt die in Groen. Dat is wellicht omdat wij een uitgesproken ideaal hebben. Zeggen dat je meer hernieuwbare energie wil, is geen regelneverij. Het is de vertaling van dat ideaal in de praktijk dat tot regelneverij kan leiden. En wie doet dat? De partijen die in de regering zitten.”

Wat is uw hervorming op maatschappelijk vlak?

“Wel, ik wil even de geschiedenis van het kasteel induiken. Ik zag dat Edward Anseele, een bekende Gentse socialist, honderd jaar geleden één van de gasten was van koning Albert. Ik sta ideologisch op een andere lijn, maar een reden waarom ik toch opkijk naar hem, is zijn durf om dingen in beweging te zetten. Hij was een stuwende kracht achter het systeem van coöperaties. Ik wil dat opnieuw stimuleren. (enthousiast) Meer samenwerking tussen burgers. Meer burgerkracht. Minder afhankelijkheid van de overheid. Op allerlei domeinen: energie, zorg, kinderopvang, noem maar op. De mensen moeten zelf het leven in handen kunnen nemen.”

Is dat een hervorming? Een coöperatie is vandaag toch perfect mogelijk?

“De overheid moet dat ondersteunen. Ik pleit voor de oprichting van een rollend fonds. Dat moet zorgen voor basisfinanciering in de vorm van renteloze leningen, zodat de mensen aan de slag kunnen. Wat terug in de kas komt, moet in andere initiatieven geïnvesteerd worden. Vandaar een rollend fonds.”

Waarom zou dat een wezenlijk verschil maken?

“Er schort iets aan de structuur van onze samenleving. Dat is mijn analyse. De mens is geëmancipeerd, leeft vrijer dan vroeger, maar de organisatie van de samenleving is niet mee geëvolueerd. De burger zit vaak gevangen in een klant-leverancier-verhouding, tegenover zijn werkgever, maar vooral tegenover de overheid. Dat is te rigide. Dat moet veranderen. Ik vind dat een héél fundamentele omslag. We moeten proberen van burgers ondernemers te maken, ondernemers van hun eigen leven.”

Is een coöperatie geen concept van de vorige eeuw? Er is een reden waarom dat verdwenen is.

“Die zijn verdwenen omdat ze niet op konden tegen de grote ondernemingen. Maar een samenleving verandert. Vandaag zijn het de grote ondernemingen die in moeilijkheden komen. De mensen verwachten meer aanbod op maat, meer lokale producten ook. Vaak kunnen grote ondernemingen dat niet aanbieden. Coöperaties wel. Daarom kan dat opnieuw een modern concept worden.”

U hebt in Gent een revolutie ontketend op vlak van mobiliteit. Het verrast me dat u dat niet noemt.

(glimlacht) “Ik heb daarover nagedacht, maar ik heb bewust andere voorstellen gedaan. Ik zou natuurlijk graag een fietsrevolutie ontketenen.

“De fietsrevolutie is al bezig”

Maar ik hoef dat niet meer te doen. Die ís al bezig. Overal. Ook in Vlaanderen. De elektrische fiets is volgens mij dé gamechanger. Alleen hebben veel van onze bestuurders dat nog niet begrepen. Dat betreur ik.”

Een stad met een hoek af

Filip Watteeuw:

De oefening is gemaakt. De kaarten zijn gelegd. Wederom. Watteeuw kijkt even voor zich uit. “Was het goed?”, vraagt hij. “Ik ben nooit honderd procent tevreden over mezelf. Let op: ik ben overtuigd van mijn analyse, hoor. Maar het zou kunnen dat mijn oplossingen niet de juiste zijn. Politici moeten bescheiden zijn. Er is nooit één oplossing voor een probleem. Ik vond dit daarom een boeiende oefening.” We wagen ons aan één glas rode wijn. Mijn groene gast moet binnen enkele uren met de Cambio, een deelauto, terug naar Gent. Of hij de fles mag zien, vraagt hij. Een Bordeaux. “Ik ben een liefhebber, geen kenner. Hij smaakt alleszins heel lekker.”

Ik heb vernomen dat u thuis te goedkope wijn uitschenkt.

“Dat was vroeger zo. Hoe weet u dat? (lacht) Het is mijn vrouw die mij geleerd heeft om niet zo krenterig te zijn. Dat is mijn West-Vlaamse aard, zeker? Hard werken, veel werken, maar ook zuinig zijn en eigenlijk te weinig genieten van het leven. Als er nu vrienden over de vloer komen, dan haal ik meteen een goede fles boven.”

Mist u uw roots?

(denkt na) “Dat is een moeilijke vraag. Ik ben fier op mijn roots, dat wel. Maar ik woon ongelooflijk graag in Gent en ik kan niet zeggen dat ik echt iets mis. Ik zou de stad niet meer verlaten. Het is bovendien niet ver rijden, hé. Ik keer wel graag terug naar de streek. Dat is pure nostalgie.”

Wat maakt die aantrekkingskracht van Gent op West-Vlamingen?

“Dat is een stad, hé. De Bruggelingen zullen dat niet graag horen, maar West-Vlaanderen heeft geen echte stad.

“West-Vlaanderen heeft geen echte stad”

Ik hou van de dynamiek van Gent, van het bruisende leven. Altijd beweging, altijd variatie. Ook de status van underdog trekt me aan. Gent is geen burgerlijke stad zoals Parijs, geen imperiale stad zoals Londen en geen hoofdstad zoals Brussel. Gent is iets kleiner en hoeft daarom niet aan alle normen te voldoen. Het kan zich een hoek af permitteren.”

U bent een West-Vlaamse Gentenaar geworden?

“Dat klopt. Een West-Vlaming met een diploma. (lacht) Durf dat niet op te schrijven, hoor.”

Bio

Geboren op 10 september 1962 in Moorslede.

Licentiaat in de Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening en in de Criminologie.

Verhuisde in 1990 naar Gent. Vader van twee zonen en een dochter.

Werkte als personeelsverantwoordelijke voor het Elisabethziekenhuis in Sijsele en als lesgever voor de Arteveldehogeschool in Gent.

Vlaams parlementslid van 2009 tot 2013.

Schepen van Mobiliteit en Openbare Werken van 2013 tot 2018.

Vandaag eerste schepen van Gent, bevoegd voor Mobiliteit, Publieke Ruimte en Stedenbouw.