Het korte leven van frontsoldaat August Meyns uit Ettelgem

Redactie KW

August Meyns is een van de vele jonge mannen die tijdens de Eerste Wereldoorlog aan het front vochten en sneuvelden voor het vaderland.

Hij stamt uit een hechte Ettelgemse familie waarvan nog heel veel leden in en rond Oudenburg wonen. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog sloegen de jonge mannen op de vlucht. “Het gerucht deed al vlug de ronde dat alle mannen werden opgepakt door de Duitsers. De vrouwen en kinderen bleven achter, terwijl hun echtgenoot en papa naar Engeland of Frankrijk vluchtte”, vertelt Blanche Meyns uit de Zeeweg in Roksem. “Dat deden ook mijn vader Victor en zijn broers August, Tuur en Camiel, samen met hun vader Eduard. Moeder Leonie bleef alleen achter in Ettelgem.”

In 1915 belandde August Meyns in Frankrijk. Hij werkte als knecht op een boerderij en daar werd hij alsnog opgepakt. Na een opleiding van zes maanden werd Augst naar het front gestuurd. Hij vocht drie jaar voor zijn vaderland, maar een kleine maand voor de Wapenstilstand sloeg het noodlot toe. “Tussen Rumbeke en Oekene werd August op 14 oktober neergeschoten omdat hij met zijn maats te vroeg uit de loopgraven kwam. Hij werd naar het militaire veldhospitaal De Clep in Hoogstade overgebracht waar hij op 17 oktober 1918, stierf”, weet Peter Velle uit opzoekingen die hij heeft verricht naar de oom van zijn grootvader Maurits Meyns. “Diezelfde dag trok het Belgische leger Ettelgem binnen om het dorp te bevrijden. August werd in Alveringem begraven, maar zijn kist werd later overgebracht naar Ettelgem waar hij een rustplaats kreeg achter het graf van zijn ouders. Het graf wordt op vandaag nog altijd door de familie onderhouden.”

Heel wat nazaten in Oudenburg

Deze taak nemen vooral de zussen Meyns en hun echtgenoten op zich: Blanche en August Vanhessche, Elisabeth en Maurice Demeulenaere. Samen met zus Rachel zijn Blanche en Elisabeth de drie nog in leven zijnde kinderen van Victor Meyns. Hun zus Alice en broers Maurice, Oscar, Robert en Gerard zijn overleden.

August Meyns mag dan al zelf geen kinderen hebben gekregen – vermits hij zo jong aan zijn dood kwam -, hij heeft heel wat nazaten in Oudenburg. Naast Blanche, Elisabeth en Rachel Meyns zijn er de nichten en neef Hélène en Remi Meyns en Marie-Louise Lievens. En uiteraard al hun kinderen, klein- en achterkleinkinderen. Een van de broers van August, Tuur, emigreerde eind de jaren 1920 naar Canada”, zegt Blanche.

Vooraleer August naar het front werd gestuurd, werkte hij als metser. “Hij heeft zelfs geholpen aan de bouw van de kerk van Ettelgem”, weet Peter Velle. “Uit zijn dossier heb ik ook kunnen opmaken dat hij een vrolijke man was. Zo staat er vermeld dat hij nogal eens fluitend uit de pas marcheerde.”

In de voetsporen van zijn groot-grootoom

Peter Velle liep ook in de voetsporen van zijn groot-grootoom tijdens het Lichtfront, precies op 17 oktober, de sterfdag van August. Hij ging te voet van Ettelgem naar Schoorbakke met in zijn rugzak een banaan, peperkoek, water en de foto van August Meyns. Heel speciaal is ook dat Peter met zijn gezin op dezelfde plek in de Oude Kerkwegel woont waar August Meyns is opgegroeid.

(LIN)