West-Vlaamse seriemoordenaars (1): Hoe een sjofele inbreker zich ontpopte tot ‘de Schrik van West-Vlaanderen’

Sylvain Dhoest, de Schrik van West-Vlaanderen
Laurens Kindt

Seriemoordenaars, het lijkt een fenomeen uit Hollywoodfilms, maar ook in onze provincie duiken ze op. Denk maar aan ‘diaken des doods’ Ivo Poppe uit Wevelgem, of de moordende bodybuilder Alexander Dean uit Varsenare. Onze misdaadjournalist Laurens Kindt dook in het archief, op zoek naar hun bekende en minder bekende voorgangers. Aflevering één: Sylvain Dhoest, ook bekend als ‘de Schrik van West-Vlaanderen’. Bekijk de volledige reeks hier.

Hij was voorbestemd om – net als zijn vader, broers en ooms – te wrochten in het familiale tuinbouwbedrijf in Sint-Andries Brugge maar Sylvain Dhoest koos een ander pad. Getekend door psychiatrische problemen en gedreven door een niets ontziende moordlust ontpopte hij zich eerst tot de ‘schrik van West-Vlaanderen’ en later tot een onnavolgbare ontsnappingskoning. ‘God geve dat hij rapt gepakt ware’, schreef zijn eigen moeder in een brief aan haar man.

1958. Het hele land kijkt uit naar de voltooiing van het Atomium in Brussel en de start van de Wereldtentoonstelling dat jaar in onze hoofdstad. In Amerika wordt Michael Jackson geboren en in Frankrijk grijpt Charles De Gaulle de macht. In West-Vlaanderen beheerst echter iets anders de gesprekken: er doolt een niets ontziende roofmoordenaar rond in de provincie en het gerecht slaagt er maar niet in om hem te vatten. Moeders houden hun kinderen binnen, vaders praatten op café over niets anders dan ‘de Schrik van West-Vlaanderen’.

In een bosje aan de afrit van de E40 – toen nog de E5, vandaar ook de naam van de kledingketen – treft wegenwachter Medard Hots uit Assebroek op 31 maart 1958 twee bebloede lichamen aan in een glimmend zwarte Mercedes. Een man en een vrouw, beiden neergeschoten met een jachtwapen. Hagel maakt lelijke wonden. Al snel blijkt het om de 39-jarige welstellende textielhandelaar Antoon Deserranno uit Tielt en de 24-jarige bediende Claire ‘Clairette’ Puppynck uit Brugge te gaan.

Slachtoffer Antoon Deserranno.
Slachtoffer Antoon Deserranno.
Slachtoffer Claire Puppynck.
Slachtoffer Claire Puppynck.

Wat de getrouwde maar kinderloze Deserranno en de onbesproken Puppynck daar samen doen, zal nooit duidelijk worden. Een stiekeme affaire, zo wordt gefluisterd, maar uit de lijkschouwing blijkt dat de jonge vrouw nog maagd is. Al evenmin duidelijk is wie er verantwoordelijk is voor de dubbele moord. Dezer dagen wordt een plaats-delict meteen hermetisch afgeschermd zodat het labo – de ‘witte pakken’ – alle mogelijke sporen kan opnemen, maar in die tijd hoorde men het nog in Keulen donderen bij woorden als pakweg ‘DNA’.

Treinbiels

Een grote klopjacht, dát was toen het onderzoeksmiddel bij uitstek. Meer dan tweehonderd rijkswachters worden opgetrommeld om de bossen en velden in de buurt uit te kammen. Veel levert dat niet op. Een paar zwervers die in boomhutten verblijven en eten krijgen van de paters van Zevenkerken worden opgepakt maar blijken onschuldig. Er wordt ook een bebloede jas teruggevonden, maar ook dat brengt de speurders – met de technieken van toen – geen stap dichter. Het onderzoek bloedt dood. Tegelijkertijd stijgt de angst bij de bevolking want de misdaden stoppen niet.

Onbekenden gooien een treinbiels op de spoorlijn Brugge-Oostende om de trein te doen ontsporen en de reizigers te beroven. In Meetkerke wordt een drievoudige moord gepleegd, in Lombardsijde wordt het lijk van een jonge vrouw ontdekt en in de ruime Brugse regio heerst een diefstallenplaag waarbij de daders het vooral op geld, juwelen en zelfs kalveren en konijnen hebben gemunt. Of dat allemaal het werk is van één en dezelfde dader is niet duidelijk maar in de hearts and minds van velen is dat wel zo. De ‘Schrik van West-Vlaanderen’ is geboren. Tot grote ergernis van toenmalig procureur Jean Vossen en onderzoeksrechter Cornelis die er maar geen vat op krijgen.

John Massis

Pas een jaar later ontrafelt het mysterie zich. Al kost dat nog een dodelijk slachtoffer. Op 1 augustus 1959 hoort boerenknecht August De Jaegher (60) midden in de nacht een vreemd geluid uit de koeienstal van zijn baas Aimé Focquart (40) in Merendree bij Nevele. Hij ziet hoe een schim een pasgeboren kalf op zijn schouders draagt, in een wagen gooit en wegrijdt. Net op dat moment rijdt ook Aimé Focquart het erf op. Samen met zijn knecht zet hij de achtervolging in, maar De Jaegher en Focquaert raken het spoor kwijt. Wanneer ze terugkeren, staat de dief hen echter op te wachten.

Politie op zoek naar sporen na de moord in Merendree.
Politie op zoek naar sporen na de moord in Merendree.

Met de loop van zijn jachtgeweer, hetzelfde moordwapen als bij de dubbele moord in Loppem, slaat hij het raam van hun auto stuk en schiet August De Jaegher recht in het gezicht. Aimé Focquaert kan wegvluchten, maar weet genoeg. Die schutter, dat is Sylvaintje Dhoest, die als jong ventje nog op zijn erf was komen helpen bij de bietenoogst. De legendarische krachtpatser John Massis was er toen ook bij om het fruit van de bomen te schudden, Sylvaintje was vanuit het ‘verbeteringsgesticht’ in Beernem gestuurd om mee te helpen. Focquaert sluipt door de velden naar het huis van zijn dochter die een telefoon heeft en belt de politie.

Een ‘primair’

“Sylvain woont hier niet meer. Hij is veertien dagen geleden verhuisd naar een boerderijtje in Moerkerke”, weten zijn ouders, die vlakbij het huidige Jan Breydelstadion woonden, de politie te vertellen. De speurders liggen op vinkeslag om Dhoest bij de kraag te vatten, maar de moordenaar laat zich niet zien. Nog een maand lang zwerft hij in de streek rond en pleegt hij diefstallen. Scheerapparaten, radio’s, Duitse Marken, zelfs een fiets van een medewerker van Club Brugge: niets is te licht of te zwaar voor de grijpgrage handen van Sylvain Dhoest.

Sylvain Dhoest op de reconstructie van de moord in Merendree.
Sylvain Dhoest op de reconstructie van de moord in Merendree.

Uiteindelijk maakt hij de fout om toch één keer naar zijn geliefde terug te keren in de hoeve in Moerkerke. Daar kan de politie hem met veel machtsvertoon arresteren. Eindelijk hebben ze de ‘Schrik van West-Vlaanderen’ te pakken. In de kranten schreeuwen de Brugse burgers om vergelding. Maar zover komt het niet. De gerechtspsychiater die hem onderzoekt, concludeert dat Sylvain Dhoest ontoerekeningsvatbaar is. Een ‘primair’, die geniet van zijn moorden. Voor zijn ouders is het geen verrassing. “Toen hij twee was, is hij van de trap gevallen. Zijn kleine hersenen zijn daarbij ernstig beschadigd. Sylvain was zo sterk als een beer, maar niet echt van de snuggerste”, zeggen ze.

Internering

In 1961, twee jaar na zijn arrestatie, krijgt Sylvain Dhoest zijn ‘straf’ te horen: 15 jaar internering. ‘Bon’, denkt hij, ‘dat is alvast beter dan de doodstraf’ en hij beslist zijn straf uit te zitten tot hij in 1976 zou vrijkomen. Helaas, pindakaas. Drie jaar later verschijnt in het Belgisch Staatsblad de ‘Wet tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen en gewoontemisdadigers’. Voortaan komen geïnterneerden niet langer vrij na het uitzitten van hun straf, het zijn de psychiaters die bepalen wie daar klaar voor is. Sylvain Dhoest voelt aan zijn theewater dat men er alles zal aan doen om hem ‘binnen’ te houden. De rest van zijn leven achter tralies doorbrengen, dat ziet ‘de Schrik van West-Vlaanderen’ niet zitten. De ‘niet zo snuggere’ tuinbouwerszoon ontpopt zich in de komende jaren tot een meester ontsnappingskoning, tot scha en schande van de veiligheidsdiensten en tot grote schrik van de bevolking die bij iedere geslaagde ontsnappingspoging in een kramp schiet en alle deuren op slot draait.

Vijl in de taart

Eén keer zal zijn plan mislukken, maar zes keer slaagt Sylvain Dhoest erin om uit een gevangenis of een psychiatrische instelling te ontsnappen. De eerste poging, meteen in 1964 al, komt recht uit een stripverhaal. Wanneer zijn moeder Maria Boydens hem bezoekt in de Turnhoutse gevangenis, maakt hij haar wijs dat hij zwaar gestraft zal worden omdat hij een metaalvijl uit zijn werkplaats is verloren. Boydens’ moederhart bloedt en de vrouw besluit terug te keren met een taart, waar stiekem een vijl is ingebakken.

Een beeld dat de wereld rondging: Dhoest vastgeketend aan de radiator na zijn arrestatie.
Een beeld dat de wereld rondging: Dhoest vastgeketend aan de radiator na zijn arrestatie.

Zoon Sylvain vijlt de tralies door, knoopt zijn lakens aan elkaar en klimt, letterlijk op zijn kousenvoeten, over de gevangenismuur. ‘God geve dat hij rap gepakt ware zonder iets te kunnen doen’, schrijft moeder Boydens in een brief aan haar man Maurice nadat ze zelf in de cel belandde voor haar stunt. Vijf dagen later vindt de politie Sylvain Dhoest, slapend in een groentenserre in Sint-Amandsberg, compleet uitgeput. Om zeker te zijn dat hij niet weer ontsnapt, ketenen ze hem vast aan een radiator. De beelden gaan de wereld rond.

8 bankovervallen

Sylvain Dhoest verhuist naar een instelling in Doornik. Twaalf jaar lang houdt hij zich koest, tot hij in 1976 een bewaker een duw geeft en weer over de muur kruipt. Twee dagen later vindt de politie hem opnieuw terug in een serre. Drie jaar later hetzelfde verhaal: na drie dagen plukt de politie hem uit een garage. In 1982 slaagt Dhoest erin om uit de Nieuwe Wandeling in Gent te ontsnappen en met de fiets tot in Cadzand te rijden. Daar kan de marechaussée hem arresteren, maar een rechter laat hem vrij. Sylvain Dhoest maakt van de gelegenheid gebruik om acht bankovervallen te plegen en krijgt daar negen jaar cel voor.

Hij ontsnapt in 1986 opnieuw uit de gevangenis van Sittard en neemt de bus naar ons land. In Zelzate herkent een douanier hem, waarop hij weer opgepakt wordt. In 1993 maakt men het hem wel heel gemakkelijk. Ondanks al zijn eerdere ontsnappingen besluit de gevangenisdirectie hem uitgaansverlof te verlenen. Op 21 mei 1993 verlaat Sylvain Dhoest de gevangenis in Turnhout. En keert nooit meer terug. Justitie raakt het spoor naar hem helemaal kwijt. Sylvain Dhoest blijft onder de radar leven en sterft in april 2005 een stille dood in Brasschaat.

West-Vlaanderen herademt: ‘de Schrik’ is dood.

West-Vlaamse seriemoordenaars: Het lijkt een fenomeen uit Hollywoodfilms, maar ook in onze provincie duiken ze op. Onze misdaadjournalist Laurens Kindt dook in het archief, op zoek naar bekende en minder bekende voorgangers van ‘diaken des doods’ Ivo Poppe en moordende bodybuilder Alexander Dean.