Yves Lampaert pakt met Quick-Step Floors wereldtitel ploegentijdrit
Quick-Step Floors heeft zich zondagnamiddag op het WK wielrennen in het Oostenrijkse Innsbruck voor de vierde keer verzekerd van de wereldtitel in de ploegentijdrit bij de mannen.
De Belgische WorldTour-formatie werkte de 62,8 kilometer tegen de klok af in 1u07:25.94 en was zo 18.46 sneller dan het Duitse Sunweb, dat zijn titel verdedigde in Oostenrijk. Het Amerikaanse BMC werd op 19.55 derde, Team Sky viel net buiten de top drie. Een vijfde wereldtitel voor Quick-Step zal er overigens niet komen, in Innsbruck werd het laatste WK voor merkenteams gereden.
Op de erelijst volgt het team van Patrick Lefevere het Duitse Sunweb op, dat vorig jaar in het Noorse Bergen verrassend met de wereldtitel aan de haal ging. In de vijf jaren voordien werden de wereldtitels netjes verdeeld tussen Quick-Step (2016, 2013 en 2012) en BMC (2014 en 2015).
Het was het Tirol Cycling Team dat om 14u40 het WK ploegentijdrit bij de mannen elite op gang trapte in Ötztal. De laatste editie voor merkenteams, vanaf 2019 volgt er wellicht een andere formule. Aan het eerste tussenpunt, na 22,8 km, klokten ze 24:12, een snelle tijd, maar het eerste deel was dan ook grotendeels vlak en het was wachten tot de WorldTour-formaties aan de bak zouden komen voor een eerste richttijd. Die kwam er met Katusha dat het eerste deel afwerkte in 22:42, een sterke tussentijd, maar het team kon dan ook beroep doen op hardrijder Tony Martin. Al dook niet lang daarna Mitchelton-Scott, dat de tijdrit afwerkte met Bauer, Durbridge, Howson, Hepburn, Tuft en Meyer, maar liefst 27 seconden onder die chrono. Een tijd waar Quick-Step Floors (op 12:93), Sky (16.53), BMC (7.97) en titelverdediger Sunweb (+22.85) zich de tanden op stuk zouden bijten.
Sunweb moest al stevig aan de bak om die achterstand nog goed te maken. Afwachten was het op de tussentijd na de klim, van zo’n vier kilometer, waar veel tijd kon goedgemaakt of verloren worden. Mitchelton-Scott verloor daar hardrijder Jack Bauer ei zo na, maar hij knokte zich terug naar voren, temeer zijn team op hem wachtte, al zou hen dat wel tijd kosten, veel tijd. Na die klim dook eerst Quick-Step (-30.22), dat nochtans aan de voet Laurens De Plus had verloren, onder hun chrono, later ook BMC dat ruim drie seconden prijs moest geven op de nieuwe leiders Quick-Step. Sunweb deed nog beter en was 71 honderdsten van een seconde sneller dan de blauwe formatie van Patrick Lefevere. Van Sky kwam geen gevaar meer, ze telden al bijna een halve minuut achterstand op Sunweb en Quick-Step.
De laatste 17 kilometer zou dus alles bepalen en het was Quick-Step Floors dat als een stormram richting finish reed. Ze klokten af in 1u07:25, ruim 56 seconden sneller dan Mitchelton-Scott, dat zijn hotseat moest afstaan. De GPS-tijden onderweg gaven aan dat Sunweb tijd verloor in dat slot, eerst 2 seconden na 5 km, dan 5 seconden na 7 km, 11 seconden na 12 kilometer en zo dikte de achterstand verder aan. Van BMC werden intussen geen tussentijden meer weergegeven. Finaal finishte de Amerikaanse formatie op 20 tellen van Quick-Step Floors. Zou dat volstaan voor zilver of pakte Sunweb alsnog die tweede plaats? Het werd het laatste, de Duitse formatie finishte op 19 seconden, goed voor plek twee, maar dus geen tweede goud na de wereldtitel vorig jaar.
Het goud was dus voor Kasper Asgreen, Maximilian Schachmann, Niki Terpstra, Bob Jungels en onze landgenoten Yves Lampaert en Laurens De Plus, de vierde al voor Quick-Step Floors.
(Belga)
WK wielrennen Innsbruck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier