Julie Van De Velde: “Over tien jaar meer meisjes die koersen”

Julie Van De Velde rijdt voor Plantur-Pura, de ploeg van de Roodhoofts. (foto Getty) © Getty Images
Tom Vandenbussche

Het dameswielrennen wordt almaar populairder, met meer koersen op tv, meer profs en meer prijzengeld. Julie Van De Velde (28), vorige zondag vaak in beeld in Gent-Wevelgem, ziet alleen maar positieve kanten aan de evolutie. We stelden haar drie prangende vragen.

1. Julie, jij begon vijf jaar geleden te koersen. Hoe heb jij het dameswielrennen sindsdien zien evoluëren?

“In 2017 werden er heel weinig koersen uitgezonden. Ouders en familie konden het niet echt volgen, terwijl je nu zowat elke koers op tv kan zien. De aandacht is veel groter geworden en we krijgen meer respect, denk ik. Ook op vlak van professionalisering. Bijna alle WorldTourploegen hebben nu een vrouwenteam. Bij mijn ploeg Plantur-Pura, het team van de broers Roodhooft, is het de bedoeling om de werking op het niveau van de mannenploeg te krijgen. Corendon-Circus hebben ze opgebouwd van een klein ploegje naar één van de beste teams die er zijn (Alpecin-Fenix, red.). Die ambitie hebben ze ook bij de vrouwen. Dat merken we aan de aanwezigheid van een performance manager.”

2. Verrast het je dat uitzendingen van dameswedstrijden op tv honderdduizenden tot zelfs bijna een miljoen kijkers opleveren?

“Het is iets heel positiefs dat vanuit het veldrijden is geëvolueerd, denk ik. Men is op een bepaald moment de damescrossen beginnen uit te zenden en vaak bleken die spannender dan bij de mannen te zijn. Misschien zijn de mensen ons daar meer beginnen te appreciëren. Men zal nu ook beseffen dat wij enorm professioneel te werk gaan en er alles aan doen om er mooie koersen van te maken. Dat hebben we vorig weekend in Gent-Wevelgem nogmaals gezien. We rijden niet traag en maken de wedstrijden attractief.”

3. Het prijzengeld voor de Ronde wordt vanaf dit jaar gelijkgesteld aan dat van de mannen. Een belangrijke evolutie, want de lonen bij de dames liggen een stuk lager. Wat zou jij met de winstpremie van 20.000 euro doen, ook al moet je die eerst met je ploegmaats delen?

“Voor ons, dames, is dat natuurlijk wel mooi meegenomen. Soms houden we elk maar 20 euro over, in het beste geval. Soms heb je zelfs niet. Als je dan eens 2.000 of 3.000 euro kan krijgen om op die manier nog meer in je carrière te investeren en bijvoorbeeld een extra hoogtestage in te lassen, is dat fantastisch. Onder elkaar praten we daar soms wel eens over. We zijn dankbaar voor de kansen die we krijgen. Het is een droom van velen om zo professioneel met onze passie bezig te zijn. Op deze manier zullen er over pakweg tien jaar veel meer Belgische meisjes koersen, zeker met een voorbeeld als Lotte Kopecky naar wie velen opkijken. Dat kan een boost voor het dameswielrennen in België betekenen.”