Hart dwingt Pauline De Wulf tot stoppen met koersen: “Levensbedreigende virale infectie op mijn hartspier”

Pauline De Wulf (rechts) behaalde vorig jaar in juli nog brons op het PK tijdrijden, na Marith Vanhove en Julie Hendrickx. © foto Coghe
Hans Fruyt
Hans Fruyt Medewerker KW

Geen overstap naar de dames elite voor de 18-jarige Pauline De Wulf. Door een ernstige infectie van haar hartspier mag de Roeselaarse niet meer intensief sporten en moet ze dus noodgedwongen een punt zetten achter haar wielercarrière.

Deze winter ging het niet goed met Pauline De Wulf. Ze kroop door het oog van de naald. “Midden oktober trok ik omwille van een keelontsteking naar de dokter”, begint Pauline De Wulf haar verhaal. “Na een eerste antibioticakuur ging het beter, maar de keelontsteking keerde terug. Een tweede antibioticakuur volgde, ik begon te trainen, maar voelde me vaak erg moe. We dachten aan corona, maar de test was negatief. In samenspraak met mijn trainer besliste ik om in december drie weken te rusten.”

Naar spoed

Met haar ouders trok Pauline De Wulf naar de Oostkantons voor een stevige wandeling in de sneeuw. “Ondanks lichte koorts en een mottig gevoel ging ik toch mee”, gaat de Roeselaarse verder. “De wandeling haspelde ik af, maar nadien reden we onmiddellijk naar huis. Ik nam een douche. Het water op mijn lijf deed pijn, licht kon ik niet verdragen. Dus trok ik naar spoed, met 39,5 graden koorts. In het ziekenhuis dachten ze aan hersenvliesontsteking, leukemie of longontsteking. Al die testen waren negatief. Blijkbaar zat ik met een levensbedreigende virale infectie op mijn hartspier.”

Sportdirecteur

Intussen voelt Pauline De Wulf zich veel beter. Vorige week kon ze een uurtje rustig fietsen. Deze week vertrok ze zelfs op ploegstage met het KDM-Pack Cycling Team. “Mijn fiets is mee, maar trainen met de groep ga ik niet doen, enkel op de rustdag zal ik eens meefietsen”, verduidelijkt De Wulf. “Tijdens de stage ga ik de onlinecursus sportdirecteur volgen. Onze ploeg zocht nog een ploegleider. Die plaats probeer ik in te vullen. Dat ik zelf niet meer kan koersen heb ik aanvaard, dat heb ik een plaats kunnen geven. Onder meer omdat ik door mijn ploeg heel goed werd opgevangen.”