Jordi Warlop (27) heeft met de AlUla Tour en UAE Tour al twee uiterst succesvolle rittenkoersen voor zijn nieuwe ploeg Soudal Quick-Step achter de rug. Momenteel is de Roeselarenaar met roots in Diksmuide aan de slag in Tirreno-Adriatico. “Ik rijd hetzelfde programma als onze sprinter Tim Merlier.”
Jordi Warlop behoorde bij de nieuwelingen en junioren tot de beste Belgische renners van zijn generatie. In de zomer van 2014 veroverde de Stuivekenskerkenaar, die intussen met zijn echtgenote Jolien Leenaert naar Roeselare uitweek, zelfs de zilveren medaille op het Europees kampioenschap op de weg voor junioren in het Zwitserse Nyon, waar alleen de Italiaan Edoardo Affini hem te sterk af was. Na drie seizoenen bij de beloften maakte Warlop in 2018 zijn profdebuut bij Topsport Vlaanderen-Baloise, waar hij vier seizoenen voor uitkwam. In die periode behaalde hij een resem verdere ereplaatsen.
Franse ploeg in 2022
In 2022 versierde Warlop een transfer naar het Franse B&B Hotels-KTM, waar hij een mindere campagne kende. Toen teammanager Jérôme Pineau in de daaropvolgende winter geen nieuwe hoofdsponsor vond, zat ook Warlop echter plots zonder team. “Toen mijn Franse ploeg er plots mee stopte, was dat eerst een enorme ontgoocheling, maar gelukkig is het goed uitgedraaid. Aan de ene kant ben ik nu blij dat we het slechte nieuws pas laat vernamen, zeker om de moed erin te houden. Ik had nog één doel: het BK beachrace. Ik ben op stage getrokken en werd Belgisch kampioen. Enkele dagen later, op 3 of 4 januari, had ik een akkoord met het opleidingsteam van Soudal Quick-Step. Dat was al een geruststelling. Ik heb eruit geleerd en ben niet meer de Jordi Warlop van vijf jaar geleden. Mentaal ben ik sterker geworden. Ja, het kan rap verkeren in het leven”, klinkt het.
“Ik werk een druk voorjaarsprogramma af, maar dat vind ik net fijn”
Het was Patrick Lefevere die zijn provinciegenoot in extremis onderdak bood. Warlop ontgoochelde niet en werd onder meer tweede in de Muscat Classic, vierde in een etappe van de Ronde van Oman, vierde in de GP Criquielion, zesde in de GP Monseré en tweede in de Memorial Briek Schotte. Het leverde hem afgelopen winter promotie op naar de profploeg van Soudal Quick-Step, waar Warlop een contract voor twee seizoenen (tot eind 2025) kon tekenen. “Het is een droom om bij zo’n team te rijden, zeker als je terugkijkt op hoe de voorbije jaren verlopen zijn. Nochtans was er zeker geen afspraak om na 2023 naar het WorldTourteam over te stappen. Het was een soort van herkansing als prof. Ik moest me echt wel bewijzen en denk dat ik dat in het voorjaar gedaan heb. Daarna was het wat zoeken, omdat ik in sommige wedstrijden met de opleidingsploeg niet mocht starten en het profteam niet voldoende wedstrijden had om mij koersen te laten rijden. Ik heb dat gelukkig kunnen oplossen met goede trainingen. Toen ik soms in laatste instantie werd opgeroepen, stond ik er telkens.”
2024 begon alvast voortvarend. Eind januari behaalde Warlop, die begeleid wordt door Roman Vanstaen, al meteen een zesde plaats in de tweede etappe van de AlUla Tour, maar veel belangrijker is zijn rol bij Soudal Quick-Step: de sprinttrein rond Tim Merlier bevolken. Dat leverde in de AlUla Tour meteen twee ritzeges op en ook in de voorbije UAE Tour was Merlier drie keer aan het feest. “Het is heel leuk om deel uit te maken van het team rond Tim”, vertelt Warlop. “Zelf ben ik ook in goede doen. Het is niet dat ik zelf al de kans heb gekregen om voor eigen rekening te rijden, maar dat verwacht ik ook niet. Het is de bedoeling dat ik het volledige programma van Tim afwerk. Bert Van Lerberghe en ik doen samen de lead-out voor hem. Het is nog wat zoeken om helemaal op elkaar afgestemd te raken. Tirreno-Adriatico is nu de volgende stap.”
Eerste grote ronde?
Volgende week rijdt Warlop de GP Denain en de Bredene-Koksijde Classic. “Ik werk een druk voorjaarsprogramma af, maar dat vind ik net fijn. Ik amuseer me. Je wordt sterker van langere rittenkoersen. De kans bestaat dat ik dit seizoen ook mijn eerste grote zal betwisten, maar zeker is dat nog niet. In iets lastigere wedstrijden zal ik misschien ook wel eens mijn kans kunnen gaan, zeker als er net voor de finish nog een helling van twee tot drie km ligt en ik de schifting kan overleven. Maar ik zit daar niet op te wachten. Ik lever liever goed werk in dienst van mijn kopmannen dan dat ik zelf een ereplaats behaal.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier