De West-Vlaamse geschiedenis van de Tour de France (deel 1): Van Jens in Bilbao tot Sylvère op de Tourmalet

Sylvère Maes (rechts) won in 1936 op de Tourmalet. © STAFF AFP via Getty Images
Tom Vandenbussche

Dit jaar vindt de 110de Ronde van Frankrijk plaats, met start in Bilbao en aankomst op de Champs-Elysées in Parijs. Drie weken vol wielergeschiedenis. Drie weken etappes doorspekt met West-Vlaamse wielerweetjes. Vandaag: deel één, van etappe één met start in Bilbao tot en met rit zes met aankomst in skioord Cambasque.

Rit 1: Bilbao – Bilbao

Voor de 25ste keer – dit is de 110de editie – vindt de Tourstart in het buitenland plaats, voor de tweede keer in Spanje na San Sebastian 1992. Toen al was er Baskische interesse voor een nieuwe Grand Départ, maar dat werd pas echt concreet toen Bilbao in 2016 en 2019 een aankomst van een Vueltarit organiseerde. Twee keer was een Belg aan het feest: Jens Keukeleire in 2016 en Philippe Gilbert in 2019. Keukeleire versloeg Maxime Bouet en Fabio Felline in een sprint met 45 man. Ook Ichtegemnaar Richard Depoorter won ooit in Bilbao: een rit in de GP Marca 1947. Armand Desmet heeft eveneens een band met Bilbao. In 1960 leek de Waregemnaar van Groene Leeuw op eindwinst in de Ronde van Spanje af te stevenen. In de ritten naar Barcelona en Barbastro had hij Federico Bahamontes en Charly Gaul op een uur gezet. In Barbastro kwam Desmet echter ten val en brak hij zijn sleutelbeen. In het Baskenland hield hij goed stand en liep hij nog uit, maar in de voorlaatste rit naar Bilbao reed Desmet drie keer lek en profiteerde zijn Kruishoutemse ploegmaat Frans De Mulder, onder impuls van ploegleider Berten De Kimpe. Desmet werd in Bilbao finaal tweede op 15’21”.

Jens Keukeleire won in de Vuelta van 2016 de rit naar Bilbao. In deze Tour is de Bruggeling er echter niet bij.
Jens Keukeleire won in de Vuelta van 2016 de rit naar Bilbao. In deze Tour is de Bruggeling er echter niet bij. © Sirotti / Icon Sport Sirotti / Icon Sport

De openingsrit met start en finish in Bilbao wordt een stevig karwei: 182 kilometer en 3.221 hoogtemeters. Op 9,6 kilometer van de aankomst ligt de Côte de Pike (212 meter, 2,1 kilometer aan 9,2 procent) of de Pike Bidea, sinds 2020 de laatste klim in het Circuito del Getxo. Onze Eliot Lietaer, ex-prof, werd dat jaar negende. Zijn klimgegevens op Pike Bidea: een tijd van 6’21”, een snelheid van 20,3 kilometer per uur en een VAM-waarde van 1.869.

Rit 2: Vitoria-Gasteiz – San Sebastian

Zondag wachten tussen Vitoria-Gasteiz en San Sebastian opnieuw 2.949 hoogtemeters met op 16,5 kilometer van de finish de Alto de Jaizkibel, vaste scherprechter in de Clasica San Sebastian. Ook in de Vuelta al Bidasoa voor beloften wordt de Jaizkibel vaak beklommen. Zowel in 2018 als 2019 kwam een West-Vlaming als eerste boven op de Jaizkibel: Tuur Deprez op 10 mei 2018 en Nicolas Verougstraete op 9 mei 2019. Ze hielden er de bergtrui aan over, maar konden die niet behouden. Deprez strandde op één puntje van Alessandro Covi, nu prof bij UAE, al hield hij wel Juan Pedro Lopez, vorig jaar tiende en beste jongere in de Giro, achter zich.

Zondag rijden de renners in de finale door Irun en Hondarriba, twee plaatsen waar Mathias De Witte goede herinneringen aan overhoudt. De Sijseelse ex-prof werd in Bidasoa 2015 derde in Hondarriba na twee Russen, maar voor Enric Mas. Die laatste won een dag later in Orio een sprint met 21 voor onder meer De Witte en Arjen Livyns. Nog een dag later zette Alvaro Trueba in Irun de slotrit naar zijn hand voor Mas en De Witte. In de eindstand werd Mas tweede, De Witte zesde.

Rit 3: Amorebieta- Etxano – Bayonne

De derde rit finisht maandag in Bayonne, waar twee West-Vlamingen in de pioniersjaren van de Tour triomfeerden: Henri Van Lerberghe in 1913 (na een rit over 379 kilometer) en Omer Huyse in 1924 (na een rit over 482 kilometer, solo met 1’11” voorsprong op de latere eindwinnaar Ottavio Bottecchia).

Rit 4: Dax – Nogaro

Dinsdag volgt de rit tussen Dax en Nogaro. In 2000 was Dax ook al de startlocatie van een etappe met finish op Lourdes-Hautacam. Nico Mattan trok ten aanval met Javier Otxoa, maar moest de Spanjaard op de Aubisque laten rijden. Otxoa won, Mattan werd 22ste. “Ik heb een knappe koers gereden, maar ik ben er vet mee.”

Nico Mattan op Lourdes-Hautacam in 2000.
Nico Mattan op Lourdes-Hautacam in 2000. © Didier Mossiat BELGAIMAGE

Rit 5: Pau – Laruns

Woensdag trekt het peloton van Pau naar Laruns, met onderweg de Col de Soudet, Col d’Ichère en Col de Marie Blanque. Op die laatste klim kwam Michel Pollentier in 1978 als eerste boven. In 2000 gaf Frank Vandenbroucke er op met knieproblemen. In Pau wonnen al twee West-Vlamingen een Tourrit: Sylvère Maes in 1936 en Daniel Van Ryckeghem in 1968.

Rit 6: Tarbes – Cauterets

Donderdag staat de tweede Pyreneeënrit tussen Tarbes en Cambasque op het menu. Al acht keer kwam een West-Vlaming in de Tour als eerste boven op de Col du Tourmalet (2.115 meter): Odiel Defraeye in 1912, Omer Huyse in 1925, Camille Van De Casteele in 1928, Joseph Demuysere in 1931, Sylvère Maes in 1935 in 1936, Armand Desmet in 1959 en Michel Pollentier in 1978. Wie ook ooit op de Tourmalet schitterde, is Stive Vermaut. In de Ronde van de Toekomst 1999 won de 23-jarige Torhoutenaar, die vijf jaar later na een hartstilstand overleed, de bolletjestrui. “België heeft een nieuwe klimmer ontdekt”, spaarde toenmalig Tourbaas Jean-Marie Leblanc de lof niet.

Voor de allereerste keer in de geschiedenis finisht de Tour in skioord Cambasque, al lag de aankomst van een etappe acht jaar geleden al eens 400 meter lager in het dorpje Cauterets. Serge Pauwels werd toen vierde na Rafael Majka, Dan Martin en Emanuel Buchmann. In 2003 finishte de Vuelta al eens op Cambasque. Michael Rasmussen won. Peter Farazijn, de enige West-Vlaming aan de start, werd 94ste.