Karl schrijft een brief aan Tom Dumoulin: “Het mooiste wat je in Tokio kon vinden is een herwonnen passie voor de fiets”

Tom Dumoulin knokte zich naar zilver in de tijdrit op de Olympische Spelen. © Belga
Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Verbaasd heb ik woensdagmorgen naar de olympische tijdrit gekeken. Ik had je eerlijk gezegd geen medaillekansen toegedicht en tegelijkertijd bleken mijn eigen verwachtingen voor Belgensucces te hoog gegrepen, en ook wel misplaatst. We mochten zowel van Wout als van Remco niet verwachten – ook al droomden we ervan – dat ze de verzamelde wereldtop zomaar opzij zouden zetten en ons allebei eremetaal gingen bezorgen. En daar hebben ze elk hun afdoende reden voor.

Remco Evenepoel is nog altijd niet helemaal terug na die zware val in de Ronde van Lombardije van 2020. Niet onlogisch. Daar moeten we begrip voor opbrengen. Bij Wout van Aert moest de frisheid ooit eens afbotten. Drie weken voluit in de Tour. Bergop voor Vingegaard, bij elke andere gelegenheid voor zichzelf. Goed voor drie ritzeges waarvan twee in het slotweekend. Om dan ook nog eens de hele olympische wegrit te dragen op een lastig parcours met een stelletje laffe suffe klojo’s die zijn wiel viseerden. Maar ach, ik begrijp ze wel. Hij is zo sterk en zo snel. Zijn zilver was goud waard.

Dat van jou op woensdagochtend ook. Je medaille in de olympische tijdrit is een statement voor het mentale welzijn van alle topsporters op deze aardkloot, Tom. Je strak geprononceerde jukbeenderen op het podium spraken boekdelen, de emoties welden op, je zag een film passeren. De film van de gebeurtenissen die je eerder dit jaar aan de kant had gezet. Uitgeblust. In de achtervolging op je eigen steile ambities en die van je omgeving. Daardoor was je het plezier in je sport compleet kwijtgespeeld.

Een terugkerend verhaal. Naomi Osaka kraakte anderhalve maand geleden tijdens Roland Garros, Simone Biles deze week op de Olympische Spelen. De beste tennisspeelster van de wereld van de voorbije jaren en de allerbeste turnster die er ooit is geweest bezwijken onder de loodzware druk van hun omgeving en de buitenwereld. Presteren en topsport zijn onlosmakelijk met mekaar verbonden. Net als een kritische benadering van topsportprestaties dat is. Maar niet ten koste van alles. Meten is weten. Werken volgens een zorgvuldig uitgewerkte doctrine is de norm geworden. Er is nauwelijks nog ruimte voor improvisatie. Tot het knakt.

Je moest deze keer niet, je mocht. En dat maakt een wereld van verschil

Het zal geen toeval zijn dat je kort nadat je had aangekondigd even afstand te nemen van het wielrennen samen met Bram Tankink en Laurens Ten Dam op een dak terug te vinden was. Niets dat meer ontspant dan samen met een paar vrienden iets constructiefs te doen, flauwe moppen te vertellen en een paar pinten te drinken. De reset was blijkbaar goed. Vrij snel werd je op je fiets langs het kanaal gesignaleerd en stelde je nieuwe doelen. Zilver in Tokio, weinig mensen die het voor mogelijk achtten, Tom. Zelfs niet in de wielerwereld. Adrie van der Poel zat maandag aan tafel in onze talkshow en dichtte je een plekje tussen vijf en acht toe.

Eerlijk is eerlijk. Ook ik dacht dat dat het hoogst haalbare was. Dat je beter doet, is fantastisch, maar misschien ook wel exemplarisch voor hoe alles werkt. Je moest deze keer niet, je mocht. En dat is een wereld van verschil. Misschien ben je donderdag confuus wakker geworden. En nu? Wat moet er nu gebeuren? Je gaf al voorzichtig aan dat je hierop verder wil bouwen, dat je de passie voor je fiets en het vak hebt herontdekt. Dat is het mooiste wat je in Tokio kon vinden, beste Tom. De herwonnen liefde. Veel succes en nog veel meer plezier in alles wat je de komende jaren doet.