Erevoorzitter René Menu (88) blijft vol passie ‘zijn’ KVO helpen: De Oostendse saus is er weer”

René Menu: “Ik ben hier geboren en getogen, en ben ook de laatste voorzitter uit eigen stad Oostende.” © TVA
Timmy Van Assche
Timmy Van Assche Medewerker KW

Alle puzzelstukjes liggen voor KV Oostende op tafel om een goed seizoen te draaien. Ook één oudgediende deed meer dan een stevige duit in het zakje: erevoorzitter René Menu. Hij haalde op zijn 88 jaar àlles uit de kast om KVO mee de wind in zeilen te geven. “Het is goed dat we van Conway en Ganaye af zijn.”

Moeten we René Menu nog voorstellen? Als 12-jarige stond hij al in de tribune van het Albertpark om AS Oostende, de voorloper van KVO, aan te moedigen. In 1969 belandde hij in het bestuur om vervolgens in 1970 tot clubvoorzitter te worden aangesteld. Zeven jaar lang, tot de fusie volgde in 1981.

De erevoorzitter, die als ondernemer economisch en juridisch zeer beslagen is, moest één en ander kwijt op de jaarlijkse reünie ‘ASO Memories’ van eind april. “Het ontslag van Vanderhaeghe was een blunder” en “de erbarmelijke financiële en sportieve situatie” waren maar enkele van zijn toen harde, maar correcte opmerkingen.

Innerlijk woest

We ontmoeten René Menu in horecazaak Toope op de Groentemarkt, dichtbij z’n woning. “Kijk, ik woon in hartje Oostende, ben hier geboren en getogen, en ben ook de laatste voorzitter uit eigen stad. Vorig seizoen spraken verschillende mensen mij op straat aan. ‘President, KV Oostende is Oostende toch niet meer, hé. Een Oostenrijkse trainer, een Franse ceo… Waar is óns Oostende naartoe?’ Eerlijk: kan je die mensen ongelijk geven? Wat ik op de ASO Memories zei, was hard, maar ik beklaag het me niet: vorig seizoen was een ware catastrofe, financieel rampzalig en de degradatie was vermijdbaar. Met Yves Vanderhaeghe waren we wél voor Eupen gebleven. Het is niet mij gewoonte om zo hevig uit de hoek te komen, maar innerlijk was ik woest. Ik pleitte voor meer Oostendse saus komend seizoen. En, zo zei ik tegen mezelf, wie A zegt, moet ook B zeggen.”

“Ik stuurde zo’n honderd mails, had tientallen gesprekken en telefoontjes met onder meer Brecht Capon, Michiel Jonckheere, Kurt Bataille, Nils Vanneste, Danick Minne, Geert Vergauwe, Bram Keirsebilck, Rik Coucke, burgemeester Bart Tommelein, voorzitter Frank Dierckens, aandeelhouders Michael Kalt, Krishen Sud en Randy Frankel, Marc Coucke en tal van andere mensen uit mijn contactenboekje. Daarbij ook bijgestaan door mijn kleindochter Julie.

Weer vooruit

“Nu, kort voor de competitiestart, mag ik zeggen dat ik toch mijn steentje heb bijgedragen. Nils Vanneste levert uitstekend werk als sportief directeur, de ervaren Rik Coucke blijft directeur bij de jeugdacademie, trainer Stijn Vreven past uitstekend bij Oostende en ook de coachingstaf met lokale mensen straalt KVO uit. Allemaal zijn het gasten die vóóruit willen en het beste voorhebben met de club. Trouwens: meer dan twee maanden geleden polste ik bij Capon of assistent-trainer niets voor hem zou zijn. Hij zei meteen: ‘René, je moet het aan Michiel vragen. Hij is ook een KVO-man en beschikt onder andere over het juiste diploma’. Dat siert. Hij is iemand met het KVO-hart op de juiste plek. Het zou mooi zijn, mocht hij in de toekomst toch een taak kunnen invullen bij KVO.”

Het is eigenlijk bijzonder straf dat iemand zonder actief (bestuurs)mandaat én een flink eind in de tachtig zo’n groot engagement aangaat. “Ik had inderdaad evengoed kunnen zeggen: ‘Trek jullie plan’. Of gaan kaarten of vissen. Maar zo ben ik niet. (lacht) Erevoorzitter Eddy Vergeylen noemde me zot, ambassadeur Martin Heylen vraagt me waarom ik het doe. Het is mijn natuur. Ik doe het voor de stad en de club. Nog altijd ga ik te voet van het stadscentrum naar de Diaz Arena om de thuismatchen te volgen, (knipoogt) tenzij Vergeylen me komt oppikken. Ik geniet er ook van om met mensen te praten. Destijds, als directeur van de Hotelschool, vond ik het ook belangrijk om voldoende te rapporteren en organiseren. En als je niet tevreden bent over het beleid, moet je bijsturen. Ik had de Amerikaanse investeerders ook voorgesteld om elke week op de club aanwezig te zijn als adviseur. Gratis, zonder fee. Op die vraag gingen ze echter niet in. Of ik daarin ontgoocheld ben? Goh, ik denk dat ik nog een rol had kunnen spelen en het leek me leuk, maar ik heb van niets spijt. Ik kan die beslissing begrijpen. Kijk, ik pleitte enkele maanden geleden voor meer Oostendse saus. Wel, ik ben tevreden dat we die saus nu kunnen opdienen. Ik voelde bijzonder veel respect van quasi iedereen met wie ik heb gesproken. Da’s een mooie beloning. Ik blijf ook komend seizoen op post in de tribune, zoals steeds.”

Conway en Ganaye

Menu wil nog altijd waken over het clubbeleid. “Ik heb een sterk vermoeden dat de Amerikaanse investeerders zich verslikt hebben in hun Europees voetbalavontuur. Ook de andere clubs, zijnde Esbjerg, Den Bosch en Nancy, doen het sportief en financieel niet goed. Volgens mij hadden ze te veel vertrouwen in Paul Conway. Kijk, de Ostend Investment Company bezit 73 procent van KVO’s aandelen. Slechts enkele procenten daarvan was in handen van Conway, maar hij kreeg van de andere investeerders hier wel een mandaat. Hij bezorgde Gauthier Ganaye een bijzonder zwaar contract – de twee werkten al samen bij Barnsley en Nice – en hebben elkaar goed verwend. Ook over het beleid van Ganaye kan je veel zeggen: zeer dure spelerscontracten voor spelers die sportief geen meerwaarde waren of buitenmaatse hotelovernachtingen voor matchen op verplaatsing.”

“Met Yves Vanderhaeghe waren we wél vóór Eupen gebleven”

“Op persoonlijk vlak kreeg je ook geen hoogte van de man. Zijn vertrek bij KVO verliep ook zonder één afscheidswoord. De laatste twee wedstrijden was hij zelfs gewoon niet meer aanwezig. Raar. Maar finaal moeten we gelukkig zijn dat zowel Conway als Ganaye uit the picture zijn. Beiden zijn verantwoordelijk voor 90 procent van de financiële en sportieve malaise. Wat je de Amerikaanse investeerders misschien kan verwijten, is dat ze de zaken niet of te weinig hebben opgevolgd. Het zou me niet verwonderen mochten ze KV Oostende op termijn alsnog van de hand willen doen. Een stabiele Belgische ondernemer, zoals AA Gent nu lijkt te hebben, zou natuurlijk ideaal zijn.”

Positief, maar…

Menu kijkt positief naar de toekomst. Althans: grotendeels. “Op een sponsoravond in het Casino telden we een mooie opkomst met zo’n honderd deelnemers, waarvoor een dikke chapeau aan de KVO-medewerkers. De voorbereiding verloopt ook goed. Er is ook vaak contact tussen Nils Vanneste en Randy Frankel. Het is overduidelijk dat geen enkele speler zomaar onder de marktprijs wordt verkocht.”

“Naar mijn aanvoelen zal er dit seizoen trouwens geen nieuwe ceo worden aangesteld. Dat zou volgens mij een goeie zaak zijn: in tweede klasse heb je zo iemand niet nodig. En Frank Dierckens – die, niet te vergeten, KVO toch al twee keer heeft gered – is ook nog steeds aan boord en kan met 27 procent van de aandelen ook nog zijn zegje doen. Maar op financieel vlak moeten de Amerikaanse investeerders nu hun verplichtingen nakomen en de club verder gezond maken. Het is voor ons als gewone mensen moeilijk inschatten wat KVO in hun bedrijvenportefeuille nu precies betekent. Vormen wij 1 procent van hun kapitaal? Of 0,0001? Dat is onduidelijk. Ik hoop dat we zowel sportief als financieel weer op het juiste spoor zitten. Ik blijf alvast supporteren vanop de eerste rij.”