Mats Rits: “Leipzig is geen knikkerploeg. Maar wij zijn ook gegroeid”
Woensdag, op de vijfde speeldag in de groep des doods, ontvangt Club Brugge RB Leipzig. Een gelijkspel betekent dat het al zeker overwintert in de Europa League. Met een zege blijft op de slotdag misschien zelfs het allerhoogste doel haalbaar: voor het eerst doorstoten naar de knock-outfase van de Champions League. “Plaats 2, 3 en 4 zijn nog mogelijk”, zegt Mats Rits, die in Leipzig de winning goal maakte. “Als we plaats 4 kunnen vermijden, mogen we absoluut tevreden zijn over deze campagne.” Een tussentijdse evaluatie.
Eindelijk eens overwinteren in de Champions League: het was bij de start van dit seizoen de grootste ambitie. Met Manchester City, PSG en RB Leipzig lootte Club vervolgens zowat de zwaarst mogelijke tegenstanders, maar niettemin verklaarde coach Philippe Clement toen dat het ook in deze poule des doods mogelijk is om twee van de drie ploegen achter zich te laten. De beste manier om een mirakel mogelijk te maken, is tenslotte erin te geloven en jezelf te stretchen om alle mogelijke krachten te mobiliseren die nodig zijn om het mirakel te kunnen realiseren. “Het is mooi om dat uit te spreken nadat je in zo’n groep geloot bent”, vindt ook Mats Rits. “We toonden intussen op het veld ook wel dat we er echt voor gegaan zijn.”
Meer nog: het mirakel blijft na vier van de zes speeldagen tot de mogelijkheden behoren. Als Club woensdag RB Leipzig klopt en PSG verliest bij Manchester City, kan het op 7 december in het Parc des Princes met een zege zelfs nog de tweede plaats pakken. “Plaats 2, 3 en 4 zijn nog mogelijk”, vat Rits het samen. “Als we plaats 4 kunnen vermijden, mogen we absoluut tevreden zijn over deze Champions Leaguecampagne.”
Een gelijkspel tegen RB Leipzig woensdag volstaat dan weer om derde te worden en na nieuwjaar via de Europa League Europees te overwinteren. “Dit is een heel belangrijke wedstrijd voor ons, tegen een complete ploeg die heel modern voetbal speelt en nu in een betere vorm zit dan bij het begin van het seizoen.” Maar ook Club is gegroeid, legt Rits uit.
1. 15 september: CLUB BRUGGE-PSG: 1-1
Mats Rits: “Wat we thuis tegen PSG heel goed deden, was dat we in blok bleven. We speelden heel goed georganiseerd, wetende dat er bij hen heel veel kwaliteit loopt, dat zij over heel veel bepalende spelers beschikken, vooral voorin. Tegen zulke ploegen mandekking spelen, is niet houdbaar, omdat er te veel spelers zijn op wie je mandekking zou moeten spelen. Dat gaat niet. Dat moet je in zone doen en zorgen dat je compact staat. Hoe compacter je staat, hoe makkelijker het wordt, omdat de ruimtes dan te belopen zijn. Als je niet samenhangt, spelen ze zo tussen je door.”
“We stonden relatief laag, omdat we weten: geef je in je rug te veel ruimte weg, dan is iemand als Mbappé er als de kippen bij om dat uit te buiten. Dat zagen we twee jaar geleden al in de thuiswedstrijd tegen PSG: hij viel toen even voor het uur in en van 0-1 ging het nog naar 0-5. Daarvan leerden we, dat lieten we in de terugwedstrijd in Parijs zien (1-0-verlies, red.), en nu deden we het weer iets beter. Hoewel ze ons wat indrukten en zij vaak de controle over de bal hadden, gaven we weinig weg en slaagden we er bij momenten in om eruit te komen en gevaarlijk te zijn. We hadden zelfs kunnen winnen. Ik vond het onze beste prestatie tegen een team van dat kaliber.”
“Alleen als iedereen mee is in het verhaal en zijn werk doet, maak je kans. Want je hebt op dat niveau niet de ruimte om één of twee man hun job niet te laten doen. Je moet in zulke wedstrijden in organisatie kunnen spelen en dat deden we in groep. We konden PSG opvangen omdat iedereen meedeed.”
“Ik herinner mij dat het ons drie jaar geleden in Dortmund ook lukte om goed compact te verdedigen (0-0, red.), maar toen kozen we er bewust voor om een dubbele muur op te trekken. Daar zijn we in gegroeid: we kunnen nu ook zelf vier à vijf kansen creëren. Dan hangt het resultaat natuurlijk nog af van je efficiëntie voor doel.”
“Wat we tegen PSG brachten, was een gevolg van ons geloof, ons vertrouwen én van de vorm van de dag. We voelden dat we in de wedstrijd zaten en dat er iets mogelijk was. Is er nu meer kwaliteit dan de voorbije jaren? Ik denk het wel, al is dat moeilijk in te schatten. Jongens die er toen waren, deden ook mooie transfers. Neem nu Danjuma: die kan er toch ook wat van? Sowieso hebben we nu een heel goeie ploeg. Er zijn een aantal spelers weggegaan en er zijn andere in hun plaats gekomen en zij die bleven, bouwden de voorbije jaren heel veel Europese ervaring op. Charles is natuurlijk hét voorbeeld van iemand die grote vooruitgang maakte. Als diepe spits heeft hij ook de kwaliteiten van een targetman, op wie we de lange bal kunnen spelen, maar met zijn loopvermogen en snelheid kunnen we met hem ook op de counter spelen. Hij is een heel complete speler met toch heel veel creativiteit.”
2. 28 september: RB LEIPZIG-CLUB BRUGGE: 1-2
“Onze eerste helft in Leipzig was de beste van deze campagne. We kwamen achter, net als thuis tegen PSG trouwens, maar twijfelden geen moment, we bleven geloven in ons eigen kunnen en het gevoel zat ook goed: we hadden controle over de wedstrijd, drukten hen terug, kwamen er goed uit, creëerden kansen en scoorden twee keer.”
“Dit is mijn vierde opeenvolgende seizoen in de Champions League met Club en waar we het meest in gegroeid zijn, is dat we niet meer onrustig worden als het tegenzit. Snel op achterstand komen, was in Leipzig het slechtst mogelijke scenario, maar toch winnen we nog. Zij waren wel niet zo goed begonnen aan het seizoen, maar vergeet niet: ze eindigden als tweede in de Bundesliga en zullen dat nu misschien ook weer doen. Het is de knikkerploeg van Duitsland niet, hé.”
“Twee à drie jaar geleden kwamen we in Salzburg, een andere Red Bull-ploeg, ook snel achter, konden we géén vuist maken en werd het 4-0. We kennen de spelprincipes van de Red Bull-teams: hun snelle omschakelingsmomenten, hun lopende spelers, hun fysieke stijl met goed voetbal. Als je je job niet doet, kom je er niet. Maar als je erin slaagt om doorheen hun pressing te spelen, ligt er ruimte en kan het snel gaan. Dat deden we de eerste helft uitstekend. De tweede helft kwamen zij er meer door. Ze stonden achter en dan is het normaal dat ze meer aanvalsgolven creëren. Maar wij zijn er toen te weinig uitgekomen. Misschien ook omdat we in de eerste helft zoveel gegeven hadden. Want vergis je niet, het ging niet vanzelf: vooraan moesten we enorm hard werken om zoveel pressing op de bal te kunnen creëren. Dat negentig minuten doen, is heel moeilijk. Op een bepaald moment zak je in, maar dat deden we te snel. Er zat toen ook te snel afval in ons spel, waardoor zij de bal snel konden recupereren. Het positieve van die tweede helft is dat we ons niet druk maakten en in de loopgraven gingen om de voorsprong vast te houden en weinig weggaven. Bovendien maken we op een counter via Noa de 1-3. Die wordt uiteindelijk afgekeurd voor buitenspel, maar eerlijk gezegd: ik zie in die fase nog altijd geen buitenspel.”
3. 19 oktober: CLUB BRUGGE-MANCHESTER CITY: 1-5
“Tegen een top 2-ploeg in de wereld weet je: zij moeten in een mindere dag zijn en zelf moet je een topdag kennen. Maar het was die dag andersom en dan kom je tekort. Geen seconde konden we onze voet naast die van City zetten, geen enkele seconde hadden we het gevoel: hier zit iets in. Neen, plezant is dat niet. Je verlaat het veld met een kutgevoel.”
“Niemand van ons heeft die dag zijn wedstrijd kunnen spelen. Niemand zat er ook maar één moment in de wedstrijd, omdat we overal te laat kwamen. Nooit eerder voelden we ons zo machteloos, maar het was dan ook de eerste keer dat we tegen zo’n wereldploeg speelden. In Manchester United zaten we twee jaar geleden ook geen seconde in de wedstrijd (5-0, red.), maar de omstandigheden waren daar natuurlijk ook niet ideaal met na een minuut of twintig al die uitsluiting van Deli.”
“Tegen City hadden we te weinig druk op de bal. Hoe dat kwam? Heel eenvoudig: door hun kwaliteit. Met Edersen staat er bij hen zelfs in de goal iemand die bij ons in de eerste klasse op tien zou staan. (lacht) Alleen daardoor is het al moeilijk om hen onder druk te zetten. Bovendien hebben ze enorm veel lopende mensen. Zie hoe die goals tot stand kwamen: vaak is het de links- of de rechtsback die over de spits, een valse negen, heen gaat. Ons probleem was dat we niet in het duel konden komen omdat het zo snel ging. Ze speelden een tempo hoger dan wij. Nu, als je verdediging 300 miljoen kost en je middenveld 400 miljoen, is dat natuurlijk niet geheel onlogisch. (lacht) Alle elf die spelers kunnen gewoon op tien spelen, allemaal hebben ze zoveel kwaliteit aan de bal.”
“Ik vind het fantastisch voetbal: alles over de grond, in één of twee tijden, heel veel beweging, altijd veel opties. Staat er een man in hun rug? Het maakt niet uit, want die bal komt altijd hard en juist aan. Zoveel beweging en alles gesynchroniseerd: het is gecoördineerde chaos en dat is moeilijk te volgen. Het is totaalvoetbal. Het is een geweldige spelersgroep met een geweldige trainer. Ik denk niet dat er spelers zijn die er de kantjes aflopen. Een luierik komt er daar niet in.”
“Kan je ook tegen zo’n ploeg kansen afdwingen? Ja. Maar daar kwamen we in die wedstrijd niet aan toe omdat wij niet top waren en zij wel. Dan verlies je 99 keer op 100, misschien zelfs 100 keer op 100. Het plan was dat we bij momenten wel hoge druk gingen zetten, maar als ze dan doorheen je pressing spelen, zijn er ineens veel spelers van ons uitgeschakeld… Neen, het zat er niet in.”
4. 3 november: MANCHESTER CITY-CLUB BRUGGE: 4-1
“Met wat we leerden uit de thuiswedstrijd deden we het in Manchester iets anders om iets meer zekerheid in te bouwen: we stonden iets lager, met minder druk vooruit, én met een extra centrale verdediger om zo hun lopende mensen beter te kunnen opvangen. Ook daar werden we ingedrukt, maar het was toch iets makkelijker om echt in duel te komen, op voorzetten tussen te komen en een counter op te zetten. We hielden stand, slaagden er soms in om uit de pressing te spelen en zelf toch ook iets te creëren. Zeker in het tweede deel van de eerste helft konden we soms ook de controle behouden, waren we de bal niet meteen kwijt. Dat was een totaal ander gevoel dan in de thuiswedstrijd. De uitslag vind ik overdreven.”
“Word je ook dan rond je zestien gedrukt? Tuurlijk. Krijg je ook dan voorzetten en schoten op doel? Tuurlijk. Moet je ook dan geluk hebben? Tuurlijk. Maar we stonden veel beter, speelden veel meer mee dan thuis en kregen bij momenten echt wel het gevoel dat we goed in de wedstrijd zaten. Het enige jammere is dat we kort na de rust via Charles dicht bij de 1-2 komen en dat het daarna snel 2-1 en 3-1 wordt op fases waarbij er in de zestien geen contact is met de tegenstander. Eigenlijk was dat makkelijk te vermijden. Dan is de wedstrijd natuurlijk gespeeld.”
“Of zij die dag iets minder waren, weet ik niet, maar wij waren sowieso beter dan thuis. Ik onthou vooral dat we ook weer op achterstand kwamen, maar op de juiste manier reageerden, in de wedstrijd kwamen en met een gelijke stand de rust ingingen. Ik denk dat dat onze grootste progressie is. Het heeft te maken met de ervaring die we de voorbije jaren opdeden, het geloof in eigen kunnen dat we putten uit wat we al presteerden.”
Eerste klasse A
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier