Diede Lemey, doelvrouw bij Red Flames: “Ik heb een droomleven in Italië”

Diede Lemey op training bij de Red Flames en tussen haar Italiaanse ploeggenotes. (foto Belga/gf) © BELGA
Wouter Vander Stricht

De Red Flames zijn op stage in het Spaanse San Pedro del Pinatar en spelen er oefenwedstrijden tegen Spanje (donderdag) en Ierland (zondag). Diede Lemey is een van de doelvrouwen bij de nationale damesvoetbalploeg. Ze ruilde eerst RSC Anderlecht voor Hellas Verona en speelt nu in Bergamo bij Atalanta Mozzanica. Op haar 22ste telt de kleuterjuf uit Aarsele al 27 nationale selecties. 20 vragen aan Diede Lemey.

1. De Red Flames: een groep vriendinnen of collega’s?

“Een groep vriendinnen! Ik ben altijd blij dat ik ze eens terug zie.”

2. Doelmannen zijn een beetje gek (zegt men): geldt dat ook voor doelvrouwen?

“Zeker en vast. Dat is een voorwaarde. Hoe leg je anders uit dat we met ons hoofd vooruit in iemands voeten durven duiken.”

3. Je studeerde voor kleuter-onderwijzeres: wanneer wil je voor de klas staan?

“Een diploma was belangrijk voor mij, iets waar je kunt op terugvallen in het onzekere bestaan als voetballer. Ik haalde in 2017 mijn diploma en vertrok pas daarna naar Italië. De komende jaren zal alles nog in teken staan van het voetbal. Daarna zien we wel.”

4. Had je er graag enkele centimeters bij gehad?

“Als keeper is elke centimeter welkom. Al ben ik met mijn 1m70 best wel tevreden.”

5. In Italië beheerst men de kunst van het verdedigen: geldt dat ook in het damesvoetbal?

“Het tactische aspect krijgt in Italië veel aandacht. We hebben dan ook twee keer videoanalyse en passen ons ook aan aan de tegenstander.”

6. Heb je nog contact met de ‘jongens’ waarmee je vroeger in de jeugd voetbalde?

“Momenteel weinig. Al blijft het wel altijd een heel fijn weerzien als we elkaar ergens toevallig tegen het lijf lopen.

7. Wat mogen we je toewensen voor 2019?

“2017 heeft me geleerd dat het belangrijkste toch wel een goede gezondheid is.”

8. Wie was tot nu het belangrijkste in je voetbalcarrière?

“In die 17, 18 jaar dat ik al voetbal hebben veel mensen mijn pad gekruist. Elke trainer en keeperstrainer heeft op zijn of haar manier toch een rol gespeeld. Maar ik denk toch dat het mijn ouders en oudere broer zijn die me gebracht hebben waar ik nu sta. Mijn papa Tom met zijn wekelijkse analyses van de wedstrijden, ook nu nog nu ik in Italië voetbal. Mijn mama Mieke voor alle praktische zaken. Zo moest ze soms mijn modderige kleren soppen in vriestemperaturen. En mijn broer Jaron, ook een doelman, die blijft mijn broer. Zonder hem was ik nooit beginnen voetballen, laat staan keeperen. We hebben uren en uren doorgebracht in de tuin en op het pleintje om de hoek bij ons thuis.”

Diede Lemey en haar Italiaanse ploeggenotes:
Diede Lemey en haar Italiaanse ploeggenotes: “Ik ben in een warme club terecht gekomen.”© gf

9. Hoe is het leven in Italië?

“Fantastisch. De meeste mensen betalen geld om hier op vakantie te komen, ik mag hier wonen en de sport beoefenen die ik het liefste doe. Ik ben hier ook omringd door vriendelijke mensen. Ik heb natuurlijk ook andere mensen moeten achterlaten en het grote nadeel voor mij is dat niemand hier Engels of Frans spreekt.”

10. Je debuteerde als meisje (13) bij de dames van DVK Egem: hoe voelde dat aan?

“Op dat moment sta je daar eigenlijk niet bij stil. Ik mocht voetballen en was eigenlijk gewoon blij dat ik elke week in doel mocht staan. Daarnaast was het een fantastische periode in mijn carrière, één hechte groep vriendinnen waar ik veel geleerd heb. Zowel op als naast het veld.”

11. Welk liedje tovert altijd een glimlach op je gezicht?

“Ik ben een enorme fan van Nederlandstalige muziek. Dus met Marco Borsato, Clouseau… kan je me altijd wel bekoren. Momenteel heb ik echter een Italiaans numer als favoriet: ‘La strada verso casa’ van Lele.”

12. Ben je een dierenvriend?

“Niet echt, moet ik toegeven. Bij ons thuis hebben we een hond Filou. Ik zie dat beestje graag, maar de zorg laat ik aan anderen over.”

13. Voor welke andere sporter heb je immens veel bewondering?

“Ik denk toch voor Nafi Thiam. Vele sporters zijn goed in één discipline of sport. Zij is dat in zeven. Bewonderenswaardig.”

14. Zie je je ooit nog voor een Belgische club voetballen?

“Ja hoor, ik heb een fantastische tijd momenteel in Italië maar eens dit avontuur afgelopen is keer ik met veel plezier terug naar België.”

15. Heb je een zoete zonde?

“Zonder twijfel: Nutella!”

16. Voor wat mag men je altijd midden in de nacht wakker maken?

“Om voor Anette te zorgen: het dochtertje van mijn broer en schoonzus Ine.”

17. Na Verona zit je nu bij Atalanta: hoe loopt het dit seizoen?

“We kenden een moeilijke competitie start, nieuwe coach, nieuwe speelsters… het was zoeken en afstemmen. We hebben al enkele hele mooie resultaten neergezet. Zoals de 1-1 op het veld van Juventus die op dit gelijkspel na, nog nooit punten liet liggen in eigen huis in het anderhalf jaar dat ze bestaan. Naast de resultaten ben ik heel tevreden met de keuze voor deze warme club.”

18. Spreek je al een mondje Italiaans? Wat is je favoriete woordje?

“De taal snel onder de knie krijgen was fundamenteel om hier een sociaal leven uit te bouwen. Ik krijg wel alles gezegd wat ik wil zeggen, uiteraard met de nodige foutjes. Maar de mensen begrijpen me en dat is waar het tenslotte om gaat. Mijn favoriete woordje is gioia, dat betekent blijdschap of vreugde.”

19. Wat is je droom vakantiebestemming?

“Als ik stop met voetballen ga ik een maand naar Amerika om er rond te trekken.”

20. Welke Italiaanse tips kun je aan onze lezers geven…?

“Gebruik voldoende zout als je pasta kookt, cappuccino is uitsluitend voor bij het ontbijt en verwacht nooit uw vlees of vis samen met uw groeten en uw aardappelen als je op restaurant gaat.”