Assistent-coach Gaëlle Bouzin (Filou Oostende) klaar voor derde titel: “Schreeuwen naar de spelers? Het is soms sterker dan mezelf”

Gaëlle Bouzin is heel dankbaar om de kansen bij Filou Oostende. © Peter Maenhoudt
Redactie KW

Gaëlle Bouzin maakte als speelster furore bij de beste clubs aan de kust en speelde vele seizoenen bij Knokke in eerste landelijke, de op één na hoogste klasse. Sinds drie jaar zit ze bij Filou Oostende op de bank als assistent-coach. Tijdens de pandemie won ze twee landstitels in lege zalen. Vanaf zaterdag zit ze op de eerste rij in een finalereeks in volle basketarena’s.

Gaëlle Bouzin (36) heeft op jonge leeftijd al haar strepen verdiend. Ze is de eerste vrouwelijke coach die een Champions League-match won. “Ik heb geen weet van andere vrouwelijke coaches in dse Champions League. In de BNXT League – de topcompetitie met Belgische en Nederlandse clubs (red.) – zijn we met twee, Jill Lorent (Leuven Bears) en ik”, opent Gaëlle.

Vertrouwen

Gaëlle voelt zich gerespecteerd door de BCO-spelers. “Ze voelen zich bij mij niet minder comfortabel. Ze staan daarbij niet stil. Je wil hard werken, je wil hen beter maken, je hebt het beste met hen voor, je weet waarover je praat. Wanneer ze dat zien, dan is dat geen probleem”, benadrukt Gaëlle die de indruk wekt rustiger te zijn dan haar hoofdcoach. “Maar het is anders wanneer je daar staat als headcoach dan als assistent-coach”, nuanceert ze meteen. “Een assistent moet de hoofdcoach aanvullen. Je kan daar niet met tweeën roepen, maar je kan ook niet met tweeën rustig staan toekijken.”

Toch hoor je ook Bouzin tijdens een match schreeuwen naar de spelers. “Het is soms sterker dan mezelf”, beseft Bouzin. “We proberen snel te reageren op wat de tegenstander doet en zeker defensief bij te sturen. Een seconde vroeger roepen zorgt ervoor dat je eigen speler zeker klaar is.”

Tijdens een match zit Gaëlle Bouzin op de bank naast Dario Gjergja, die wel eens als een vulkaan kan reageren. Bouzin tracht hem dan ook even te kalmeren en neemt hem soms vast. “De mensen zien coach Dario enkel aan de zijlijn tijdens een match. Ze zien niet wat er elke dag op en naast het terrein gebeurt. Vanaf de opworp is de coach bezig met winnen, dan komt de emotie boven. Voor de rest: hij is headcoach en hij weet wat hij wil. Ik pas me aan. Als je ziet wat hij allemaal voor de club en de spelers doet, heb je een heel ander beeld. Als coach Dario iemand kan helpen op basket- of om het even welk gebied, zal hij dat altijd doen. Telkens mogen stagiairs die een trainersopleiding volgen, hem op training veel vragen. Hij geeft de anderen steeds kansen, hij probeert de anderen beter te maken. Hij ziet dat ik hard werk en hij geeft me vertrouwen. Daarvan word ik als coach beter. Dat is leuk”, vertelt Bouzin.

“Natuurlijk kan coach Dario ook naar mij eens hard reageren. Daarmee moet je toch kunnen omgaan. Dat kan je in elke sportclub meemaken. We hebben allemaal onze eigen stijl.”

Basketmicrobe

Nadat Gaëlle Bouzin als zesjarige in basisschool Vogelzang de basketmicrobe te pakken kreeg, sloot ze zich aan bij OBBC Oostende waar ze van monument Billie Van Hille haar eerste trainingen kreeg. Later volgden Jezebel Bredene, Koksijde, Knokke en Blankenberge. Vooral trainer-coach Ronny Seghers, die haar in de provinciale selecties al onder zijn vleugels had, speelde in haar carrière een grote rol.

Ook tegen mij kan coach Dario hard zijn, maar op topniveau moet je daarmee om kunnen gaan

Gaëlle Bouzin, begonnen als guard, baskette op alle posities. “Ik was niet de snelste, niet de meest atletische en niet de grootste. Van het lezen en het begrijpen van het spelletje moest ik het altijd hebben”, noemt ze haar spelinzicht een belangrijke gave.

“Ronny Seghers heeft een groot stuk van mijn carrière bepaald. Hij voelde dat ik ermee bezig was. Onderweg naar de trainingen praatte hij ook altijd over het tactische van het spelletje. Terwijl ik zelf nog speelde, dacht ik al anders over het spelletje. Op mijn zestiende begon ik als assistente van Anja Vanhooren aan het trainen van peanuts bij Duva. Toen begon ik mijn coachopleiding. Overal waar ik speelde, coachte ik trouwens steeds een jeugdploegje, op één uitzondering na altijd jongens.”

Zeepreventorium

Het fysiek en atletisch vermogen van het mannenbasket spreekt Bouzin aan. In 2015 coachte Gaëlle Bouzin een eerste hoofdploeg bij de mannen: tweedeprovincialer KBGO Duva C. Meteen promoveerde dat team, maar na het tweede seizoen bedankte de club haar. Dadelijk nodigde Sam Rotsaert Gaëlle uit als assistent bij de basketschool. “In 2017 startte ik dus naast Peter Vanhoucke bij Duva A en de U21. Daar heb ik veel bijgeleerd”, vertelt Bouzin die nog twee jaar later op vraag van Dario Gjergja video-analyses voor Filou BCO begon te maken. Nog één seizoen later zat Bouzin al bij alle Filou-wedstrijden op de bank en volgde ze de meeste trainingen.

Dit seizoen sprong ze in de Champions League-match op Straatsburg in voor de uitgesloten Gjergja. “Het was leuk om te doen en een mooie kans. Ik maakte er het beste van”, glimlacht Bouzin. In een chaotische match zag ze haar team toch nog zag winnen. “In Straatsburg keken ze niet meer vreemd van een vrouw als assistent-coach op. In vroegere oostbloklanden en in Turkije is het wel eens anders”, zegt Bouzin.

Geobsedeerd door basket

“Ik heb het geluk dat het zowel voor de club als voor coach Dario de normaalste zaak ter wereld is dat een vrouw hier assistent-coach is. Het gaat niet over mij, of ik nu man of vrouw ben. Het gaat over de ploeg; waar kan je de ploeg helpen”, benadrukt Bouzin. “Coach Dario ziet dat ik hard werk en hij geeft me vertrouwen. Maar ik had natuurlijk het geluk dat zowel Sam Rotsaert als coach Dario Gjergja me een kans gaven. Aan beiden heb ik veel te danken.”

Gaëlle Bouzin is aan haar derde seizoen bij de eerste ploeg toe. Sinds dit seizoen heeft deze bachelor in informatica, wiskunde en biologie haar onderwijsopdracht in het Zeepreventorium van De Haan herleid tot een deeltijdse functie. Voor Filou Oostende maakt ze nog meer uren vrij. “Al mijn hele leven ben ik geobsedeerd door dat spelletje. Nu mag ik de hele dag hiermee bezig zijn doen bij één van de beste clubs van het land. Wie kan dat zeggen?”

(Peter Rossel)