Wanneer je papa niet je echte vader blijkt te zijn: Stefanie ontdekt familiegeheim dankzij Afstammingscentrum
In Limburg ontdekte een man dat hij niet de biologische vader is van zijn twee kinderen. Een mokerslag voor de man, maar ook voor de kinderen. Stefanie Logie uit Roeselare kan ervan meespreken: de man die ze al 29 jaar papa noemde, bleek niet haar echte vader te zijn. “Al woonde die zonder het te weten ook vlakbij”, zegt Stefanie. Haar verhaal is niet eens zo uitzonderlijk, zo blijkt uit de cijfers van het Afstammingscentrum.
Stefanie Logie (29) uit Roeselare groeide op in een disfunctioneel gezin, iets wat vaak van generatie op generatie overgaat. “Mijn ouders hebben zelf ook allebei geen veilige hechting gekend, zoals dat heet. Papa was geadopteerd, mama werd als kind het slachtoffer van intrafamiliaal geweld. Ze was ook nog maar negentien toen ze mij kreeg”, vertelt ze.
Als haar moeder weer eens ruzie had met haar vader, moest ook Stefanie het vaak ontgelden. “Ik ben er nog niet zo zeker van dat hij je vader is, zei ze dan. Dat was kwetsend bedoeld: de band met mijn moeder is nooit erg goed geweest.” Aanvankelijk stelde ze zich daar weinig vragen bij. “Tot ik op een dag door een fotoalbum aan het bladeren was en mama plots die blonde kerel aanwees: Misschien is híj wel je echte vader, zei ze. Ditmaal bleef de boodschap wel hangen, zeker omdat ik mij op die leeftijd ook echt een buitenbeentje voelde. Mijn broer en zus hadden allebei donker haar en bruine ogen, ikzelf was een blondine met blauwe ogen.”
Affaire
Het duurde echter nog vele jaren eer ze stappen ondernam. “Ik zat naar het televisieprogramma Ons DNA te kijken. Lieven Scheire had het die aflevering over verwantschap en ik had ondertussen zelf ook een zoontje van anderhalf jaar oud.Stel dat die man ziek wordt, dan wil ik wel weten of het in de familie zit, ging het door mijn hoofd. Zodra het programma afgelopen was, heb ik Facebook opengedaan en zijn naam ingetikt. Bleek dat hij net als ik blond haar en blauwe ogen had:Zou het dan toch waar zijn?, dacht ik meteen.”
Stefanie stuurde de man een vriendschapsverzoek en hij accepteerde. “Kort daarna hebben we een eerste keer afgesproken. Bleek dat mijn vader en hij vroeger beste vrienden waren geweest en dat hij ooit een korte affaire had met mijn moeder. Toen het serieus werd met mijn vader, heeft hij een stap achteruitgezet en zijn mijn ouders gaan samenwonen”, vertelt Stefanie.
“Mijn zus en broer hadden donker haar en bruine ogen, ik was een blondine met blauwe ogen”
Ze kon haar biologische vader overtuigen om een DNA-test te laten afnemen. “Mijn huisarts verwees me daarvoor door naar het Afstammingscentrum. Toen hij effectief mijn echte vader bleek te zijn, heb ik mijn niet-biologische vader een berichtje gestuurd. Hij reageerde kortaf, mijn moeder deed er dan weer ronduit cynisch over:leuk voor jou, zei ze. Voor een buitenstaander zal dat misschien heel heftig lijken, maar de emoties voor mijn ouders waren toen eigenlijk toch al behoorlijk afgevlakt. Ze waren al een tijdje uit elkaar en ik had zelf ook met geen van beiden nog veel contact. Mijn vader heeft mijn zoontje zelfs nog nooit gezien. Het was voor mij een afgesloten hoofdstuk, maar ik vond desondanks wel dat ze er allebei recht op hadden om het te weten”, aldus Stefanie.
Emotioneel lastig
Ook naar haar biologische vader toe, ging Stefanie nuchter om met die nieuwe realiteit. “Ik stond net als hij open voor verder contact, sloot niet uit dat hij een nieuwe steunfiguur kon worden. Voor mij, en later misschien ook voor mijn zoontje. Anderzijds wilde ik vooral eerst de kat uit de boom kijken. Ik had dan wel zijn DNA, ik ben zonder hem opgegroeid.”
Stefanie sprak ondertussen drie keer met hem af. “Hij heeft het er emotioneel lastig mee. Wat begrijpelijk is natuurlijk: hij heeft er plots een dochter bij. Een van de eerste dingen die hij trouwens tegen mij zei, was: Amai, jij lijkt goed op mijn dochter. Zelf was ik vooral nieuwsgierig naar zijn karakter: wat voor type was mijn biologische vader? Maar ik zou het ook wel fijn vinden om zijn andere dochter eens te ontmoeten. Ze is drie jaar jonger en werkt net als ik in de zorg. Maar we zien wel wat de toekomst brengt. Eén stapje per keer. Het toeval wil dat hij op nog geen vijf minuutjes van ons huis woont. De wereld is inderdaad klein”, lacht Stefanie.
“Echte Logie”
Ze heeft nog geen spijt gehad dat ze de stap heeft gezet. “Ik heb natuurlijk wel het geluk dat hij ervoor openstond om mij te leren kennen. Dat schijnt lang niet altijd het geval te zijn. In het Afstammingscentrum werd ik ook heel goed begeleid. Warm en menselijk. Toen het uitkwam, was dat voor de hele familie een schok, maar het deed deugd toen ze me op het hart drukten dat ik voor hen altijd een echte Logie zou blijven.”
Lang niet de enige
Wie met vragen zit over zijn of haar afkomst, kan sinds april 2021 aankloppen bij het Afstammingscentrum. In twee jaar tijd werden er bijna 600 dossiers opgestart. Het gaat om donorkinderen, geadopteerden en metissen of halfbloedkinderen uit de koloniale periode. Maar ook van mensen zoals Stefanie, die op latere leeftijd op een familiegeheim botsen. “Het centrum voldoet dus duidelijk aan een nood. We zitten ondertussen dan ook met een lange wachtlijst. Er is dringend nood aan extra middelen”, zegt coördinator Ankie Vandekerckhove. Dat steeds meer mensen naar hun biologische ouders op zoek gaan, wil volgens Ankie niet zeggen dat een adoptie daarom slecht is verlopen of dat die mensen een ongelukkige jeugd kenden. “Het is meer de existentiële vraag ‘wie ben ik?’ die opspeelt. Wij drukken de mensen altijd wel op het hart om enige nuchterheid en realisme aan de dag te leggen, want zo’n hereniging verloopt niet altijd zoals in de films, hé. Soms roept het alleen maar meer vragen op.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier