“Voorgebakken frietjes pas klaar als ze zingen”: Stephan en Joke staan al acht jaar in hun frituur Belgiek

Bij frituur Belgiek zijn ze prima op elkaar ingespeeld waardoor klanten nooit lang hoeven te wachten op hun bestelling. We zien v.l.n.r. Tomas Hamers, Joke Haeyaert, Lara Staelens en Stephan Defrancq. (foto SLW) © Stefaan Lernout
Stefaan Lernout

Joke Haeyaert (52) en Stephan Defrancq (54) besloten pas acht jaar geleden om een frituur te starten. Belgiek heeft ondertussen een heel trouw publiek, onder meer dankzij de zingende frietjes van Stephan en een team dat als een geoliede machine per avond tot honderd klanten bedient.

Joke Haeyaert en Stephan Defrancq van frituur Belgiek in de Menenstraat 312a zijn niet altijd friturist geweest. Joke werkte gedurende tien jaar bij een kapper in Kortrijk, daarna lange tijd in schoenenwinkel Follie. Stephan had een bedrijf in auto-onderdelen, en voordien een Citroën-garage. “Ik had nog nooit gehoord van een grizzly of een mexicano”, lacht Stephan. “Ik kende enkel een brochette of een frikandel.”

Op cursus

De ommekeer kwam er op initiatief van Jean-Marie van frituur ’t Lauws Gebak. Die polste even bij Stephan of het niet iets voor hem zou zijn; er was nog plaats bij hem in de cursus. “Na wat aarzelen ging ik op de uitnodiging in”, vertelt Stephan. “Achteraf gezien is die scholing heel belangrijk geweest. Iedereen die een frituur start, zou die moeten volgen. Toch zie je velen starten zonder opleiding, die houden het meestal niet lang vol. Op de cursus leerden we niet alleen hoe we een goede friet konden bakken, ook over hygiëne, EHBO of kostenberekening kregen we lessen. Dus zetten we acht jaar geleden samen de stap. Het hielp wel dat onze kinderen toen al ouder waren. Met kleine kinderen is de combinatie moeilijker want het is inderdaad veelal avondwerk.”

Zeven minuten

Frituur Belgiek bestaat in mei acht jaar. Vrienden die kwamen ‘voorproeven’ tijdens een match van de Rode Duivels legden de link van de nationale trots – een pakje friet – met het nationale elftal. Belgiek kon haast van bij de start op een trouw publiek rekenen, de klanten staan er in de rij. “Op vrijdag en zondag hebben we echt geen tijd om te babbelen”, vertelt Joke. “Alles gebeurt op automatische piloot, we zien niet wat er gebeurt. Er is niet echt een geheim: we zijn vriendelijk, het is bij ons altijd heel proper en we hebben al die jaren al een fantastisch team dat ons trouw blijft.”

“We zijn trots op wat we doen. En wat we verkopen, eten we ook graag zelf”

“We kunnen rekenen op Lara Staelens, Sandra Declercq, Tomas Hamers, Camille Catry en Nena Nuytten. Veel hoeven we niet te babbelen, we zijn perfect op elkaar ingespeeld. Zelfs al staat er veel volk, je hoeft nooit lang te wachten. Eens de trein aan het rollen gaat, werken we gemiddeld zeven minuten aan een bestelling. Een systeem dat we zelf hebben uitgevonden, fouten maken we zelden omdat er heel wat controlepunten zijn ingebouwd.”

Zingende frietjes

Sommige klanten komen van ver voor enkele specialiteiten. “Voor ons stoofvlees en onze brochettes, merguezen en balletjes in tomatensaus”, weet Stephan. “Die worden gemaakt door een eigen beenhouwer. Maar uiteindelijk zijn de frietjes het uithangbord. We werken zoveel mogelijk met bintjes maar door de vele ziektes gebruiken we meer en meer Fontane. De frietjes zelf bereid ik met liefde, er zal niemand anders in de frituur de frieten klaarmaken.”

“En dat gebeurt op het gevoel. Al die automatisatie is niet goed, een frietje is voorgebakken klaar als het begint te zingen. Je kan daar geen tijd op plakken. Daarom zal ik ook voor iedere klant apart bakken. Komt hij alleen, dan maak ik één portie. Komt hij zes pakjes halen, dan maak ik er zes. De reden hiervoor is dat wanneer de frietjes klaar zijn, ze onmiddellijk de deur uit kunnen. Als een klant daarna nog op zijn gemak zijn pintje wil opdrinken, vind ik dat niet zo fijn.” (lacht)

Bij frituur Belgiek zal je niet laat op de avond nog een frietje kunnen halen. De tafeltjes zijn sinds corona verdwenen, ter plaatse eten kan niet meer. Dat vindt het publiek niet erg, ondervinden Joke en Stephan. “We hebben ons vast publiek”, zegt Joke. “We merken het als er iemand niet langskomt op zijn of haar vaste dag. We zijn trots op wat we doen. En wat we verkopen, eten we graag zelf. Ik eet iedere dag dat we open zijn frietjes, ik kan er niet aan weerstaan!”