Het allerlaatste kamp van Conner Rousseau: “Nie blèten, nie zagen, mo deure doen”
“Hier kon ik nog gewoon een jonge gast zijn.” Met een beetje spijt in het hart neemt Conner Rousseau (29) vandaag afscheid van De Barkentijn. Bijna 100 keer ging de voorzitter van Vooruit op kamp in het Nieuwpoortse vakantiecentrum. Wij volgden een dag in het spoor van de bekendste hoofdleider van het land. “Eerst chocomonden wassen, dan opruimen!”
Als klein Connertje ging hij zelf elke zomer op JOETZ-kamp in De Barkentijn in Nieuwpoort, een socialistisch vakantie-initiatief dat mee door zijn overgrootmoeder werd opgericht. De laatste acht jaar zette hij er zich in als hoofdmonitor. Elk spel heeft hij honderd keer gespeeld, elk pijntje verzorgd, elk kampthema uitgewerkt. Dit alles laat hij nu achter in de handen van een nieuwe generatie.
Vandaag sluit Conner Rousseau zijn Barkentijn-hoofdstuk af. Hij zal voor de allerlaatste keer aan het ontbijt de kinderen toespreken, dansen tijdens de ochtendgym en ’s avonds chillen met de andere monitoren. “Er breekt een nieuwe fase in mijn leven aan. Nu is het tijd om écht volwassen te worden”, lacht hij. “De Barkentijn was een plek waar ik toch nog even gewoon een jonge gast kon zijn. Dat daar nu een einde aan komt, voelt wel heel raar.”
Porseleinen vasekes
Wanneer we aankomen in het vakantiecentrum in Nieuwpoort-Bad zitten de 157 kampleden samen te ontbijten. Van 6 tot 16 jaar, allemaal met boterhammen, peperkoek en fruitsap voor hun neus. Gezellig geroezemoes vult de ruimte. We treffen de Vooruit-voorzitter in z’n rol als hoofdmonitor aan achter een klepper van een EHBO-doos. Hij deelt de medicatie uit aan de kinderen die daar nood aan hebben. En dat zijn er verrassend veel. “Elk jaar worden de medische fiches langer en langer. Tien jaar geleden moest ik amper pillen uitdelen, tegenwoordig heeft elk kind wel iets. Dan spreken we nog niet over allergieën en voorkeuren op vlak van eten… Eerlijk? Ze maken porseleinen vasekes van de jeugd”, zucht Conner bij het openen van het zoveelste doosje Rilatine.
“Ik hoop dat het West-Vlaams boerenverstand hier altijd blijft voortleven”
Een bezorgde blik verraadt dat er iets niet klopt: één van de jongens is door zijn voorraad heen. Wachten geniet de voorkeur van onze hoofdmonitor, maar al snel blijkt dat de jongen echt niet kan functioneren zonder zijn Rilatine. Dat brengt Conner in een moeilijk parket, want de zwaar verslaafde moeder heeft weinig tot geen informatie over aangesloten huisartsen of instanties doorgegeven om een voorschrift te bemachtigen. “Dan zal ik mijn stoute schoenen moeten aantrekken en naar de apotheek trekken, en hopen dat ze mij een dosis willen meegeven om later te verifiëren door de huisarts.” Een plan dat gelukkig werkt, waardoor de normale bezigheden van het kamp weer kunnen hervat worden.
Streng maar rechtvaardig
Na het ontbijt vraagt Conner stilte en spreekt hij de kinderen kordaat aan. “Ik passeerde daarnet langs de kamers, het is daar een varkensstal. Wanneer we straks naar boven gaan om de chocomonden af te wassen en tanden te poetsen, wil ik dat alle kleren een plek krijgen in de valies of de kleerkast. Ook handdoeken ophangen in de badkamer en bedden opmaken.” Ook op kamp wil de Vooruit-voorzitter discipline, zo blijkt. (lees verder onder de foto)
Dat Conner een strenge maar rechtvaardige hoofdleider is, wordt bevestigd door zowel de monitoren als de leden zelf. “Hij dwingt wel respect af”, klinkt het bij Owen en Axelle, die beiden al enkele jaren als begeleider op de teller hebben staan. “Niet veel mensen durven hem tegen te spreken, hij heeft al veel ervaring, hé. Wat we vooral waarderen, is hoe consequent hij is met de regels die gelden. Iedereen is gelijk voor de wet, ook hijzelf. Conner is in onze ogen dan ook geen haar veranderd sinds hij in de politiek is gestapt.”
Jana en Lina zijn 15 en beleven nu hun laatste kamp als lid. Volgend jaar vervoegen ze, toch wel met een bang hartje, in het monitorenteam. “We komen hier al sinds onze kindertijd, dus we kennen De Barkentijn vanbinnen en vanbuiten. Toch hebben we wel stress voor volgend jaar. Als we zien hoeveel verantwoordelijkheden de hoofdmoni’s hebben… Connor doet het alleszins heel goed, hij is toch wel een beetje een voorbeeld voor ons”, vertellen de twee meisjes.
Omgaan met stress
Na de ontbijtdrukte trekt Conner zich terug in het monitorenlokaal, de Orka. “Zeg het maar hoor, het is hier een stort.” De 29-jarige socialist lacht een beetje groen. “Maar ik ben blij dat de moni’s zo’n ruimte voor zichzelf hebben. Hier rusten ze tussen hun shifts uit en kunnen ze ’s avonds samen vergaderen en op het gemak een pintje drinken.” De combinatie van alcohol en jeugdkampen zorgde voor de zomer voor verhitte discussies, maar Conner denkt er het zijne van.
“Niemand moet mijn generatie iets leren over verantwoord alcoholgebruik”
“Het is hypocriet. Als we tieners en twintigers toevertrouwen met kinderen, ons kostbaarste bezit, waarom zouden we ze dan niet vertrouwen als het over alcoholgebruik gaat? Hier mogen ze zuppen. Die gasten verdienen hier tien euro per dag, in jeugdbewegingen doen leiders dat zelfs volledig vrijwillig. Het is nu al zo moeilijk om voldoende moni’s te vinden, want ze kiezen steeds vaker voor een goed betaalde vakantiejob. Je kan ze dat niet kwalijk nemen, hé. Om dan nog die paar drankjes per avond af te nemen… Dikke zever, want niemand moet mijn generatie iets leren over alcohol, wij zijn veel verantwoordelijker dan de volwassenen vroeger. Hier is altijd minstens één BOB, meestal ikzelf.”
In de Orka combineert Conner tijdens het kamp zijn vele jobs. Na een acte de présence bij de ochtendgymnastiek telefoneert hij naar het kabinet van zijn minister Frank Vandenbroucke, er moet nog veel besproken worden omtrent de pensioenhervorming. Of hij stress krijgt van al dat multitasken? “Nee, eigenlijk ben ik hier echt altijd zen”, knipoogt hij. En dat blijft hij ook wanneer twee kinderen flauwvallen. Benen omhoog, de juiste vragen stellen en tegelijk een ambulance regelen: hier staat geen politicus, maar een jeugdleider die weet hoe je moet omgaan met een crisis.
Voor we vertrekken hebben we het nog even over zijn nakend afscheid. “Ik heb er eigenlijk nog niet zoveel bij stilgestaan, daar heb ik momenteel geen mentale energie voor over. Ik ga het alleszins enorm hard missen, gewoon het leven zoals het is hier in De Barkentijn. Ik hoop dat de sociale mix van de kampen behouden blijft. Hier komen kinderen uit de bijzondere jeugdzorg samen met zonen en dochters van ceo’s en arbeiders, die vaak voor het eerst de Noordzee zien. Iedereen kan hier zichzelf zijn, los van afkomst, gender, seksualiteit of andere hokjes waarin we soms worden geduwd. Maar bovenal hoop ik dat het West-Vlaamse boerenverstand hier eeuwig blijft bestaan: nie blèten, nie zagen, mo deure doen. Die mentaliteit kan de politiek zeker ook gebruiken…”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier