Studente verpleegkunde Anke Vandenheede uit Loppem: “Ik heb geen seconde getwijfeld om coronapatiënten te helpen”

Anke Vandenheede: "Het is moeilijk om te troosten in een beschermend pak". (Foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

“Ik heb meer angst om in de supermarkt besmet te raken dan tijdens mijn stage op de covid-19-afdeling”, zegt Anke Vandenheede uit Loppem. Deze vierdejaarsstudente verpleegkunde aan de VIVES hogeschool verricht al vier weken stage bij coronapatiënten in de Sint-Jozefskliniek in Izegem.

Heb je jezelf als vrijwilliger aangemeld om als verpleegster stage te lopen op een covid-19-afdeling?

“Ik had al drie weken stage gelopen op de afdeling Neurologie/Psychiatrie van de Sint-Jozefskliniek in Izegem. Toen die afdeling omgevormd werd tot covid-19-unit, vroegen ze mij of ik er wou blijven. Ik heb geen seconde getwijfeld. Ik ben jong en kerngezond, dus behoor ik niet tot de risicogroep. Het lijkt mij evident dat ik oudere personeelsleden met kinderen wat kan ontlasten door op die unit mijn stage te doen.

Waaruit bestaat jouw takenpakket?

“Die unit is een triage-afdeling. Patiënten met een vermoeden van coronabesmetting worden er getest. Dat gaat zowel om mensen die op de spoedafdeling binnenkomen, als patiënten uit andere afdelingen die plots zwaar beginnen te hoesten. Bij een positieve test verhuizen de patiënten naar een andere Covid-afdeling waar ze langduriger kunnen verblijven. Ik mag tests afnemen en vervul de gewone verpleegkundige taken: mensen verzorgen en wassen, bloed afnemen, hun temperatuur opmeten. Indien nodig ook extra zuurstof geven. Omwille van hun ademhalingsproblemen hebben de patiënten meer hulp nodig bij het wassen en aankleden.”

“Het belangrijkste is nabij zijn en hen bijstaan met bemoedigende woorden. Want die mensen zijn zeer eenzaam, ze mogen geen bezoek ontvangen, tenzij ze terminaal ziek zijn en de familie onder zeer strikte voorwaarden afscheid mag nemen. We proberen de eenzaamheid van de patiënten met kleine dingen te doorbreken. Ik heb van het ziekenhuis een smartphone gekregen, we kunnen daarmee de familie opbellen en een videochat organiseren. Familieleden sturen ook foto’s van de kleinkinderen door. Onze afdeling ontvangt ook kaartjes en bloemen. Dat zijn allemaal kleine oppeppers die deugd doen.”

Heb je al mensen zien sterven?

“Gelukkig nog niet. Maar er zijn patiënten die ik niet meer heb teruggezien omdat ze ‘s nachts gestorven zijn. Sommigen zie je achteruitgaan, anderen zijn van de een op andere dag weg. Dat doet pijn, want je hebt een nauwe band opgebouwd met die mensen. Als verpleegkundige ben je de enige met wie ze dagelijks contact hebben.”

Is je stage fysisch én psychisch zwaar?

“Ja, onvermijdelijk neem je dingen mee naar huis. Veel patiënten en hun familieleden zijn angstig. Ze zitten in de put of zijn bedroefd. Dat is toch even slikken. Het is moeilijk om te troosten in een beschermend pak. Fysisch ben ik elke avond na een shift van acht uren uitgeput. Dat pak is zo warm en je moet het vier uren onophoudelijk aanhouden. Ik mag intussen noch eten, noch drinken, noch naar het toilet.”

Ben je bang om zelf besmet te raken?

“Een bezoek aan de supermarkt bezorgt mij meer angst om besmet te raken. In het ziekenhuis is mij duidelijk uitgelegd welke veiligheidsmaatregelen ik in acht moet nemen. Als ik die richtlijnen nauwgezet volg, is er weinig risico. Ik draag een overall met kap, haarnetje, mondmasker, een spatbril en handschoenen. In elke ziekenhuiskamer hangt er een tweede short en is er een tweede paar handschoenen, om te vermijden dat besmettingen van de ene kamer naar de andere doorgegeven worden.”

Wat vindt jouw familie van jouw stage?

“Mijn vader is hoofdverpleegkundige in het chirurgisch dagziekenhuis in Knokke dat omgevormd is tot Covid-afdeling voor beademde patiënten. Mijn vriend Nils, een treinbestuurder, is trots op mij!”

Wat mis je in deze coronatijd?

“Het sociaal contact. Ik ben lid van de badmintonclub van Loppem, die uitlaatklep na een werk- of studiedag is weggevallen.

Hoe kijk je naar de toekomst?

“Die oogt onzeker. Zullen we geregeld met dergelijke pandemieën geconfronteerd worden? Wordt een lockdown de normale gang van zaken in de toekomst? Ik hoop in ieder geval dat het respect voor het zorgpersoneel blijft, want het is en blijft een knelpuntberoep.”

Wat is het eerste dat je zult doen na de coronacrisis?

“Een kop koffie gaan drinken bij mijn ouders die ik nu al zo lang niet meer gezien heb.”