Oudenburg kijkt uit naar jaarlijkse internationale rommelmarkt: “Goede verkoop en prima sfeer”

Al sedert 1994 is de internationale rommelmarkt van Oudenburg een vaste afspraak voor Alois Coucke en Christine Denduyver. “We doen veel rommelmarkten, vooral aan de kust, maar deze in eigen stad is veruit de beste qua verkoop”, zegt het echtpaar. © Laurette Ingelbrecht Laurette Ingelbrecht
Laurette Ingelbrecht
Laurette Ingelbrecht Medewerker KW

Alois Coucke en Christine Denduyver uit de Gistelsesteenweg in Westkerke bij Oudenburg zijn zo goed als klaar voor de internationale rommelmarkt van 15 augustus in eigen stad. “Dit is onze vaste afspraak, al sinds 1994. We hebben tot nu nog geen enkele editie gemist. Niet alleen de verkoop, die telkens heel goed is, maar ook de sfeer maakt er een topper van”, zegt Christine.

Het bestuur van KWB en de vele medewerkers leggen dezer dagen de laatste hand aan de voorbereiding van de alom bekende internationale rommelmarkt die op 15 augustus aan zijn 38ste editie toe is. Was corona er niet geweest, dan zou deze editie het mooie jubileum van 40 jaar betekenen.

De vele standhouders, waaronder heel wat deelnemers van de eerste edities, kijken uit naar half augustus. Zo ook Alois Coucke (72) en Christine Denduyver (67) uit Westkerke. “We hebben sedert 1994 nog geen enkele over geslagen. We doen veel rommelmarkten, maar deze is toch onze beste.”

Hun goesting om te rommelmarkten dateert al van 1990. “Onze eerste keer was in Westende, aan mijn ouderlijke huis”, vertelt Alois. “Dat beviel zo goed dat we ‘s anderdaags al naar Menen trokken met ons gerief en de week erop in Adinkerke paraat waren.” En al vlug werden de rommelmarkten, zoals onder meer in Laarne, Waasmunster, Oudenaarde, Kemmel, hun zondagse uitstappen. “We zorgden er vlug voor dat we met alles in orde waren: een leurderskaart, BTW-nummer, alles zoals het moet. Als er controle komt, zijn we gerust”, zegt Christine.

Sokken en laarzen

Eerst verkochten ze in hun stand vooral prullaria zoals beeldjes, borden, tassen, glazen die ze van familie kregen. “Op een bepaalde rommelmarkt leerde ik iemand kennen die legermateriaal verkocht en dat trok me wel aan. Ik ben dan hier en daar gerief gaan kopen en verzamelen en sedertdien heb ik een grote stand met alles dat naar het leger verwijst. En dat verkoopt nog altijd goed. Heel erg in trek zijn bijvoorbeeld de sokken en t-shirts. Ooit kon ik een hele partij nieuwe sokken kopen in een legerstock die ging stoppen. En die zaak had ook laarzen die weg moesten en ook die heb ik toen opgekocht, tot ergernis van Christine. Maar ze verkochten als zoete broodjes”, lacht Alois.

“De dag dat we moeten stoppen, vallen we zeker in een zwart gat”

Echtgenote Christine heeft haar eigen stand, naast die van Alois. “Bij mij vind je vooral beeldjes, kleintjes en grote. Vooral deze van dieren gaan nog altijd vlot weg: katjes, uiltjes, kikkers, olifanten, varkentjes… Noem het maar op of je kan ze bij mij kopen. Waar ik dat allemaal haal? Wel, we gaan in het voorjaar dikwijls naar de rommelmarkten in het noorden van Frankrijk en daar koop ik dan veel. Ik heb er wel veel werk aan om alles proper te krijgen, want ik verkoop niets dat vuil is. Alles krijgt een grondige wasbeurt”, vertelt Christine.

Aan de kust

In de zomermaanden staat het koppel vooral op de rommelmarkten aan de Belgische kust. “Dan hebben we veel gerief mee dat verwijst naar de zee: vuurtorens, tekeningen en schilderijen van de zee. We zien dikwijls mensen terug die al geregeld iets bij ons kochten”, aldus Christine. “Aan onze stand staan altijd vlaggen zodat we goed herkenbaar zijn”, voegt Alois er aan toe.

Aan de vele jaren op de rommelmarkt houdt het echtpaar veel mooie herinneringen en ook leuke anekdotes over. “We hebben er vrienden gemaakt. Veel mensen komen bij ons eens hun hart luchten. Er is veel miserie in de wereld”, weet Christine. “Maar we maken ook grappige dingen mee. Zo kocht een vaste klant uit het Brusselse, die jaarlijks aan de kust met vakantie is, eens twee bommen, uiteraard onschadelijk gemaakte. De week erna belde hij me op met de melding dat zijn vrouw die niet in huis wilde en of hij ze mocht terug brengen. Ik zei hem van ja en hij wou zijn geld niet terug. Ik heb hem dan iets anders laten kiezen”, vertelt Alois.

Tussen het volk

“Weet je, onze kinderen zeggen dikwijls dat we zot zijn. En ja, er is veel werk aan: alles sorteren en klaarmaken, inpakken en op de aanhangwagen zetten, dan ter plekke uitpakken en na de markt alles weer inpakken en inladen. Maar we doen dat graag en zouden het nog niet kunnen missen. Als we op een dag moeten stoppen, dan vallen we zeker in een zwart gat. Er is niet alleen de verkoop, maar ook het sociale contact. Je leert veel mensen kennen”, zeggen Alois en Christine, nu vooral uitkijkend naar 15 augustus om weer veel kennissen, familie en vaste klanten te mogen begroeten in hun eigen stad.