Op de Mercator met professor artificiële intelligentie Tony Belpaeme: “Ik kan totaal niet tegen vreemdelingenhaat”

Tony Belpaeme: “Misschien kan ik na mijn pensioen gids worden op de Mercator.” © Davy Coghe
Leen Belpaeme
Leen Belpaeme Medewerker KW

Een plek aan de universiteit van Plymouth lokte Tony Belpaeme (50) jaren terug naar het Verenigd Koninkrijk, maar door de Brexit spoelde hij weer aan in zijn geboortestad Oostende. Hij is ondertussen professor aan de universiteit Gent en legt zich toe op artificiële intelligentie en robotica. Vorig jaar gaf hij daarover een lezing op Theater aan Zee, deze week nemen wij hem mee op de Mercator.

“Artificiële intelligentie, dat zijn computers en robots die voor zichzelf kunnen denken en altijd maar beter worden in wat ze doen. Dat is de essentie”, legt Tony uit. “Wat mij enorm boeit, is hoe we die robots intelligent maken en hoe wij als mensen met de robots omgaan. In elke science fiction-film gaat het verhaal over robots die iets samen doen met mensen. Soms zijn ze goed, soms willen ze mensen kwaad doen. Maar voor ze dat kunnen, moeten ze mensen begrijpen. Ze moeten taal en emoties interpreteren. Het uiteindelijke doel is dus om een robot te creëren die op een heel natuurlijke en spontane manier met jou in interactie gaat. Maar daar zijn we nog heel lang niet.”

Waarom koos je dit vakgebied?

“Ik studeerde eerst elektronica, maar dat vond ik niet boeiend genoeg. Daarna deed ik computerwetenschappen en kwam terecht in een laboratorium op de VUB waar onderzoek gedaan werd naar artificiële intelligentie. Dat was zo fascinerend dat ik me daar ook in vastbeet. Dat was zo’n stimulerende omgeving. Ik kwam opeens terecht in een heel internationaal team. Voordien had ik in Oostende en Brussel gestudeerd, daar zat ik tussen mensen uit de hele wereld die over hetzelfde probleem nadenken. Daar zitten heel wat verschillende disciplines samen: van psychologen, neurologen tot taalkundigen… om te kunnen snappen wat intelligentie precies is en dat na te bootsen met een computer.”

Je werkte 14 jaar voor de universiteit van Plymouth. Hoe kwam je daar terecht?

“In wetenschappelijk onderzoek werk je vaak met korte contracten. Mijn contract zou bijna aflopen en ik wilde altijd al eens naar het buitenland trekken. Ik dacht aan een buurland om niet te ver weg te zijn van Oostende. Het VK sprak me wel aan. Het land kwam heel vaak voor in verhalen in mijn familie omdat mijn grootouders naar vluchtten tijdens de oorlog. Ik kreeg dat met de paplepel mee. Ik trok naar daar met het idee een jaartje in het buitenland te blijven, maar het werden er uiteindelijk 14.”

Het is ook moeilijk om als prof aan de slag te gaan in België?

“Eigenlijk moet je hier altijd wachten tot er een professor stopt voor er een plaats vrijkomt. In Groot-Brittannië is dat iets soepeler. Als er meer studenten zijn die een bepaalde richting volgen, dan trekken ze meer personeel en professoren aan om les te geven. Ze zochten in Plymouth nieuw en jong volk en ik ben daar op gesprongen. Dat was heel plezant.”

Waarom ben je teruggekeerd?

“Er waren enkele redenen, maar de Brexit gaf toch de doorslag. We konden in principe blijven, maar de sfeer was toen heel erg rechts. Er was een vijandigheid tegenover buitenlanders en wij werden gezien als vreemdelingen. Dat was zo ontzettend onaangenaam. Dat ging van opmerkingen in de bus of in de supermarkt tot het huis van een Poolse familie in dat in brand werd gestoken. De rechtse partijen hadden de sfeer zo opgeklopt dat de mensen een bittere haat hadden tegenover vreemdelingen. Ook mijn kinderen werden op school geviseerd. Alle vreemde kinderen werden op een gegeven moment in een hoek verzameld en de andere kinderen stonden er rond en riepen: ‘Go back to your own country’. Dat was voor ons wel een signaal dat het beter was om te vertrekken.”

Heb je door die ervaring een andere kijk op migratie?

“Ik kan totaal niet tegen vreemdelingenhaat. Mensen die zich opwinden over andere huidskleuren en culturen, ik heb daar echt geen begrip voor. Voordien ook niet hoor, maar ik besef nu nog meer hoe het is om in een nieuw land toe te komen. Je snapt het land nog niet volledig en het is niet makkelijk om ergens te integreren. Je mist ook de cultuur van je thuisland. Zo hebben we samen met bevriende koppels uit België en Nederland sinterklaas gevierd toen we daar woonden. We hadden zelfs een sintpak laten overkomen. Je moet je eens voorstellen hoe raar het was voor de Britten om een soort bisschop door de straten te zien lopen met daarachter een aantal blanken die zich zwart geverfd hadden, terwijl ze liederen zingen in een taal die de Britten niet begrijpen. Dat moet voor hen ook intimiderend geweest zijn. Wat voor religieuze sekte is me dat? Maar dat zagen wij niet. Wij vierden gewoon sinterklaas en waren blij dat we eens samen konden zijn en de cultuur van ons thuisland vieren. Dat was heel lang ook geen probleem, maar door de Brexit werd dat plots als heel bedreigend gezien. Als ik nu moslims zie die het Suikerfeest vieren, dan denk ik: ‘Goed voor jullie. Maak maar eens klaar wat je lekker vindt en je doet denken aan je geboorteland’. Ik begrijp die hunker naar tradities en eten van thuis volledig.”

Wat mis je aan Oostende als je in het buitenland bent?

“Oostende is in de zomer een heel bruisende plek. De stad leeft op en er zijn heel wat festivals, van Theater aan zee tot de Paulusfeesten. Dat heb je in niet veel steden en dat had ik wel gemist.”

Heb je een band met de zee?

“Ik heb altijd bij de zee gewoond en als dat niet het geval was, dan werd ik ambetant. Ik weet ook niet goed waarom. Die geur, dat zicht, die horizon, het geruis, ik heb dat nodig in mijn buurt.”

We zitten dus goed op dit schip?

“Ik was nog niet zo lang geleden op de Mercator. Mijn vader is gids en neemt groepen mee op het zeilschip en dan kom ik soms eens luisteren. Ik ontdek elke keer nieuwe details en verhalen, dat vind ik wel leuk. Ik kan misschien in zijn voetsporen treden als ik zelf op pensioen ben.”

Bio

Privé: Tony werd geboren op 2 augustus 1972 in Oostende. Partner is Caroline Petitjean en samen hebben ze vijf kinderen.

Opleiding en loopbaan: Tony heeft een doctoraat aan de Vrije Universiteit Brussel in artificiële intelligentie. Hij is momenteel professor artificiële intelligentie en robotica aan de Universiteit Gent en gastprofessor aan de universiteit van Plymouth in het Verenigd Koninkrijk. De Oostendenaar gaf er 14 jaar les.

Vrije tijd: “Mijn werk is mijn hobby. Ik heb geen hobby’s. Als ik het doe, is het een hobby.”

Lees meer over: