Oostendenaar Henri Lateste (61) vecht voor toekomst Afghaans gezin in België na coup van taliban: “Ze willen zich graag integreren en werken”

Samen met zijn echtgenote Viviane Heynderickx ontfermt Henri Lateste zich om Aminullah en zijn familie. © LB
Leen Belpaeme
Leen Belpaeme Medewerker KW

Oostendenaar Henri Lateste werkte in 2008 als militair in Afghanistan. Daar leerde hij een Afghaanse man kennen die werkte voor de Belgische Defensie. Na de coup van de taliban kreeg het gezin toestemming om naar België te komen omdat hun leven in gevaar was. Na enkele maanden in een sociale woning in Wallonië dreigen ze nu echter op straat te staan.

Na de machtsovername van de taliban nu een jaar geleden was het voor veel Afghanen niet meer veilig in hun eigen land. “Iedereen die meewerkte met buitenlanders moest onderduiken of proberen om het land te ontvluchten”, licht Henri Lateste toe. Ook de ondertussen 81-jarige man met wie Henri al die jaren contact gehouden had via zijn zoon, die in Amerika woont, moest onderduiken. “Voor sommige mensen lukte het om op de luchthaven te geraken, maar voor het Afghaanse gezin dat ik ken was dat niet gelukt”, vertelt Henri. “Ik ben met de mensen van Defensie beginnen overleggen om hen te helpen. Na een moeilijke en angstige periode slaagden ze er toch in om de grens met Pakistan over te steken en uiteindelijk België te bereiken waar hun asielprocedure werd gestart”, blikt Henri Lateste terug.

OCMW

Eenmaal aangekomen in België bleef de Oostendenaar waar mogelijk helpen. Dat was niet zo eenvoudig vermits ze ondergebracht werden in een vakantiekamp van Defensie in Wallonië. “Die mensen hebben alles moeten achterlaten en hadden hier niets meer. Omdat zij geen enkele taal buiten het Pashtu machtig zijn, nam ik mezelf voor hen te steunen waar mogelijk bij hun zoektocht naar een vaste woonplaats en tewerkstelling. Halfweg mei ontving elk lid van de familie zijn Belgische identiteitskaart en werden ze ondergebracht in een OCMW-woning in Binche.”

“Toen ik zelf op zoek ging naar woningen die te huur stonden, kreeg ik vaak te horen dat eigenaars niet aan deze mensen zouden willen verhuren”

Henri kreeg echter te horen dat het gezin slechts twee maanden in deze woning mocht blijven en dat ze op zoek moesten naar een eigen woning. “Ik heb er begrip voor dat er ondertussen ook een oorlog in Oekraïne en de bijhorende stroom vluchtelingen bij is gekomen en dat die mensen uiteindelijk op eigen benen moeten staan, maar toch niet in vier maanden? Ik weet hoe het leven in Afghanistan eruitziet. Dat is een enorme cultuurshock om hier terecht te komen. Het leven is hier helemaal anders en hoe kunnen die mensen nu in vier maanden tijd de taal leren om zelf een nieuwe woning te zoeken? Hoe kunnen die mensen op zo’n korte tijd begrijpen hoe onze maatschappij in elkaar zit?”

Doolhof

Het gezin kon uiteindelijk twee maanden uitstel krijgen, maar uiterlijk op 19 september moeten ze verhuisd zijn. “Ik heb alle mogelijke instanties geraadpleegd. Ik heb enorm veel mails verstuurd naar allerlei instanties om te vragen wie me kon helpen, maar het is een doolhof, heb ik gemerkt. Ik heb ook alle agences in Oostende aangeschreven, maar slechts twee namen zelfs maar de moeite om te antwoorden. Toen ik zelf op zoek ging naar woningen die te huur stonden, kreeg ik vaak te horen dat eigenaars niet aan deze mensen zouden willen verhuren.”

Henri kon al voor de twee volwassen zonen een job regelen. “Ze kunnen meteen aan de slag en geld verdienen om voor zichzelf te zorgen, maar daarvoor moet ik ze eerst in Oostende krijgen natuurlijk.” Uiteindelijk kon ik via een vriendin wel een woning in Oostende huren voor een van de zonen, zijn vrouw en hun baby. Zij zijn sinds kort in Oostende aangekomen. De andere gezinsleden met de 81-jarige vader, die ik ken uit Afghanistan, zullen voorlopig hier intrekken bij ons. Ik kan het niet over mijn hart krijgen om hen op straat te laten leven. Als ik vraag aan het OCMW in Wallonië wat die mensen moeten doen eenmaal ze uit de woning moeten, is hun antwoord dat er een nachtopvang is waar ze ’s nachts terechtkunnen. Dat is toch moeilijk te geloven. Ze krijgen een paspoort van de Belgische overheid, maar voor de rest: trek je plan. Ik kon er met mijn hoofd echt niet bij hoe zoiets mogelijk is.”

Belgische regering

Henri is al ettelijke uren en dagen bezig om het gezin te helpen. “In het begin vond ik het mijn plicht om die mensen te helpen om uit Afghanistan weg te geraken. Die man werkte voor het Belgische leger toen ik daar op militaire zending was. Hij was er van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat en moest een heel eind stappen om er te geraken. Hij was altijd vriendelijk en ondanks het feit dat we niet met elkaar konden praten, begrepen we elkaar. Toen ze eenmaal in België waren, kon ik hen moeilijk aan hun lot overlaten. Ik vind het jammer dat de Belgische regering deze mensen enerzijds de kans bood om naar hier te komen maar ze daarna amper begeleidt om hier ook een leven op te starten.”

Henri blijft verder zoeken naar een woning om de bejaarde man en de drie overige kinderen onderdak te bieden in Oostende. “Ik zal ze tijdelijk in huis nemen, maar dat is geen duurzame oplossing natuurlijk. Ik hoop dat ze, eens ze hier zijn, kunnen beginnen werken en dat de jongen van 13 jaar naar school kan gaan. Ze willen zich heel graag integreren en werken, maar moeten die kans krijgen.”

Lees meer over: