“Ouders moeten soms overtuigd worden”

Hannes Hosten

Ook in de kleuter- en lagere school zijn er kinderen die onwettig afwezig blijven. Ouders houden hen liever wat langer thuis, zijn niet helemaal overtuigd van het nut van school of liepen zelf negatieve schoolervaringen op. Het stadsbestuur schakelt brugfiguren in om die ouders te overtuigen. Het aantal is sinds januari 2017 opgetrokken van vijf tot zeven.

Deze reportage maakt deel uit van ons Dossier Weer naar school.

In het schooljaar 2015-2016 bleven in de Oostende basisscholen 1,4% van de leerlingen 30 halve dagen of meer onwettig afwezig. “Oostende scoort hoog, maar Gent scoort hoger. Wij zitten op het niveau van bijvoorbeeld Antwerpen en Sint-Niklaas“, vertelt onderwijsregisseur Geert Saelens. “In absolute cijfers gaat het over een 50-tal kinderen. Eigenlijk liggen de scores van de centrumsteden niet zover uit elkaar. Het kan ook dat ons cijfer hoog ligt omdat de scholen fijnmazig registreren.”

“De cijfers zeggen niets over de achtergrond van die kinderen. Het gaat niet altijd over problematische thuissituaties, zoals een gezin dat in de horeca werkt en de kinderen buiten het seizoen voor drie weken meeneemt op reis”, vertelt Laura Vanslembrouck, hoofd van de dienst onderwijs.”

Brugfiguren

De brugfiguren spelen een grote rol in de aanpak van het probleem. Oostende start dit schooljaar met zeven brugfiguren, twee meer dan vorig schooljaar. Zij zijn actief in 13 scholen, de helft van alle Oostendse basisscholen. “De scholen met veel kwetsbare leerlingen krijgen een brugfiguur”, legt Laura Vanslembrouck uit. “Zij moeten de brug slaan tussen de scholen, de gezinnen en organisaties die het gezin indien nodig kunnen helpen. Ze worden ook ingeschakeld als kinderen veel afwezig zijn.”

“Op het zorgoverleg wordt duidelijk welke kinderen geregeld afwezig zijn. Die ouders krijgen een bezoekje, soms van de zorgcoördinator, soms van de leerkracht, soms van de brugfiguur of soms van hen samen. Dat verschilt van school tot school en volgens wie de beste band heeft met de leerling. Wij vertrekken niet altijd vanuit een problematiek, maar wel uit bezorgdheid: we hebben je al lang niet meer gezien en vragen ons af hoe dat komt.”

“Desnoods ga ik elke maand op huisbezoek, altijd met dezelfde boodschap”

“Soms raken kinderen niet op school omdat mama of papa ziek zijn en het gezin geen netwerk heeft om hen te helpen“, geeft Laura een voorbeeld. “Moeders die hun kind thuis houden voor het gezelschap? Dat is echt héél uitzonderlijk. Soms wordt het jongste kindje van het gezin wel eens wat langer thuis gehouden. Het is niet zo dat vooral anderstalige nieuwkomers hun kinderen niet naar school sturen. We merken dat zij dikwijls juist heel goed weten hoe belangrijk onderwijs is voor een stabiele toekomst.”

Huisbezoek

Griet Inghelbrecht is al bijna acht jaar brugfiguur in het Sint-Andreasinstituut Schapenstraat en sinds kort ook in het Onze-Lieve-Vrouwcollege Gerststraat. Zij heeft ervaring met kinderen die onwettig afwezig blijven. “Elke maand zitten we samen met de zorgcoördinator van de school om te zien welke leerlingen in die maand vaak afwezig waren. Vanaf 20% onwettige afwezigheid grijpen we in. Eerst spreken we de leerkracht aan, want dat is de eerste vertrouwenspersoon. Als er de volgende maand geen verbetering merkbaar is, ga ik op huisbezoek.”

“Ik ga na wat er moeizaam verloopt. Het gezin kan organisatorische problemen hebben om ‘s ochtends tijdig klaar te zijn, waardoor de kinderen te laat op school komen. Niet alleen kansarme, maar ook kansrijke kinderen zijn soms onwettig afwezig. Bijvoorbeeld omdat ze op reis zijn. Soms hebben kinderen minder zin om naar school te gaan of worden ze ‘s winters meer thuisgehouden.”

“Onwettige afwezigheden heb je meer bij kleuters dan in de lagere school. De school is nieuwer voor hen en kleuters zijn ook meer vatbaar voor ziektes”, ervaart Griet. “Als je interesse toont in het kind en je bezorgdheid uit over zijn of haar afwezigheid, stappen ouders snel mee in de vraag om het naar school te sturen. We spelen kort op de bal. Soms gaat het slechts om kleine probleempjes.”

Belang van onderwijs

“Een moeder was analfabete en kon de klok niet lezen. Ze woonde vlak bij de school en ging af op de schoolbel, waardoor haar kind altijd te laat kwam. Dat hebben we opgelost door een klasvriendje te laten aanbellen. Er zijn ook kinderen die voor hun broer of zus moeten zorgen. En je hebt ouders die het belang van onderwijs niet voldoende inzien, niet vertrouwd zijn met het schoolsysteem of zelf slechte schoolervaringen hebben. Dat zijn zowel nieuwkomers als mensen van hier.”

“Het lukt me niet om iedereen op school te krijgen, maar ik hou vol. Desnoods ga ik elke maand op huisbezoek, altijd met dezelfde boodschap. Ik heb nog nooit ouders gerechtelijk weten vervolgen voor onwettige afwezigheid, maar de school- en studietoelage kan wel teruggevorderd worden. Dat gebeurt meer en meer”, weet Griet. “We merken wel dat acties aan de schoolpoort, waarbij kinderen beloond worden als ze op tijd zijn, hun vruchten afwerpen.”