Liliane groeide op in conciërgewoning familie Elleboudt: “We mochten er gratis wonen”
Liliane Vandenbroucke (80) bracht een groot deel van haar kinderjaren door op de plek waar De Zeewacht werd gemaakt. Ze is de enige dochter van Henri Vandenbroucke en Jeanne Van Wassenhove, die van 1941 tot 1949 als pas getrouwd koppel in dienst waren als conciërge bij Zeewacht-uitgever Robert Elleboudt. De kantoren van de krant en de woonst van Robert bevonden zich in het niet meer bestaande, statige hoekhuis waar Christinastraat en Van Iseghemlaan elkaar kruisen.
“Toen ik geboren werd, midden het oorlogsgeweld, was er geen tijd en ook geen geld voor suikerbonen of cadeautjes. Maar mijn ouders kregen we van madame Elleboudt een afgedankt kleedje van een van haar kleindochters. Dat afleggertje was natuurlijk veel te groot voor een boorling. “Maar over een paar maanden zal het haar zeker passen”, zo verantwoordde ze het geschenk. “Mijn ma was er wel erg blij mee.”
Lilianes vader was, na een praktijkopleiding vanaf zijn twaalfde, loodgieter. Hij werkte bij de stedelijke gasdienst en haalt op zijn dertigste nog een ‘echt’ diploma loodgieterij in de vakschool. “Als conciërge mocht ons gezin gratis wonen maar was er wel de contractuele verplichting om de kantoren netjes te houden net als de vele tientallen meters trottoir van het immense hoekhuis. Voor mij was het feest als ik mocht meehelpen aan het afspuiten van dat voorland dat meteen ook mijn speelplaats en het pad was waar ik leerde fietsen. Ook bij het kantoorpersoneel is Liliane het keppekindje: “Zo mocht ik van mamzel Hilda altijd meehelpen om postzegels op de zendingen te plakken. En er was ook Simonne die met haar mobylette de stad doorkruiste om pakketten te bezorgen.”
Frans of Ostèns
Veel komt Liliane als peuter of opgroeiend kind niet over de chique vloer bij de familie Elleboudt. “Maar ik herinner me wel hoe mijn moeder en ik werden uitgenodigd om een stuk taart in de keuken te proeven ter gelegenheid van het huwelijk van dochter Marie-Claire. Die trouwde met haar neef Jacques, de zoon van oom Charles. In huize Elleboudt was de voertaal Frans of Ostèns.
Tijdens de oorlog schuilden we in de kelders van de schouwburg
Tot vader Henri’s taken hoort ook het brandend houden van de centrale verwarming op steenkool. “Dan mocht ik mee naar de kelder waar mijn pa met een grote schop kolen in de vuurmuil van de ketel gooide en ik gebiologeerd naar de vlammen staarde als was het de hellepoort zelf.”
“Voor onze deur waar nu het Europacenter is, lag de schouwburg. Als er bombardementen dreigden, kon iedereen uit de omgeving er in de kelders terecht om er te schuilen en na de oorlog waren er ook de optredens voor de Engelse soldaten in onze stad. Dan stak mijn vader dikwijls een handje toe om de decors uit te laden en op te bouwen. Een ander beeld dat me bijblijft: vader die bij wateroverlast tijdens een storm in 1949 passagiers aan de halte van de stadstram in de Van Iseghemlaan op zijn rug de tram afhielp.”
Als Robert in 1958 overlijdt en het gezin Vandenbroucke al lang verhuisd is naar de Catherinapolderstraat, nemen vader en dochter afscheid van de vroegere baas op het oude stedelijke kerkhof. “Ik was als 15-jarige echt onder de indruk van de massa volk die daar afscheid kwam nemen”, herinnert Liliane zich nog.
En aan die jeugdherinneringen wordt nog een epiloog gebreid als Liliane, vandaag een kunstzinnig aquarellist en kalligraaf, in de jaren zeventig het huis uit haar kindertijd weer geregeld bezoekt om er tekenles te volgen. “De inboedel was natuurlijk weg, net als de warme sfeer van de houten lambrisering. We kregen er les in het leren schetsen van naakten naar levend model van Jacky Tavernier. Op dat moment had het jongerencafé de Tube er ook al onderdak gevonden.”
Huizenblok gesloopt
Met de sloop van een volledig huizenblok voor de bouw van het appartementencomplex New Helmond verdween begin jaren 2000 ook de decennialange verankering van De Zeewacht in het stadscentrum.
Het huis van De Zeewacht
Robert Elleboudt (1894-1958) bewoonde met zijn vrouw Suzanne en hun twee dochters Denise en Marie-Claire de ruime eerste verdieping van het grote pand op de hoek van Van Iseghemlaan en Christinastraat, dat we hier zien vanuit de Christinastraat. Op de gelijkvloerse verdieping waren de kantoren van De Zeewacht. De drukpersen in de kelder zijn in 1933-1935 verhuisd naar de nieuwe Unitas-drukkerij op de Konterdam, waar broer Charles Elleboudt de drukkerij-activiteiten dirigeerde.
“Mijn ouders betrokken de conciërgerie die volledig in de Christinastraat voor de toenmalige schouwburg gelegen was. Een grote poort die naar een achterin gelegen verkoopzaal van tweedehands meubelen leidde, scheidde ons woongedeelte van de rest van het gebouw. Zelf kochten mijn ouders daar in volle oorlogstijd hun eerste meubeltjes.” Vandaag koestert Liliane nog altijd een Thonet-stoel uit die tijd. Een relikwie uit een onbezorgde kindertijd.
125 jaar De Zeewacht
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier