Medewerkers van De Zeewacht: de fichebakken van hun gemeente

Paul Bruneel (links) en Marc Mahieu: “We gaan door zolang we een stylo kunnen vasthouden.” © Peter MAENHOUDT
Hannes Hosten

De Zeewacht Kust zingt het niet alleen in Oostende, maar ook in de hele kustregio al 125 jaar uit. Dat kunnen we alleen maar dankzij trouwe medewerkers in elke gemeente. In Bredene en Middelkerke vinden we de medewerkers met de langste staat van dienst: Marc Mahieu (59) maakt al 30 jaar het nieuws in Bredene, Paul Bruneel (64) schrijft al bijna 50 jaar voor de krant, waarvan 42 jaar voor Middelkerke. “We doen het graag, anders zouden we het niet doen”, verzekeren ze.

Ik was elf jaar toen ik zelf mijn eigen perskaart knutselde”, vertelt Paul, die op zijn 16de al voor De Weekbode schreef vanuit zijn toenmalige thuisgemeente Langemark. “In het begin moest mijn vader me voeren naar de wieler- en andere sportwedstrijden waarover ik verslag uitbracht”, herinnert hij zich. Toen Paul zich in 1979 in Middelkerke vestigde, werd hij daar de vaste medewerker van De Zeewacht.

Ook Marc schreef altijd graag. “Ik ben germanist van opleiding en maakte vroeger sportbijdragen voor De Morgen. Kort nadat ik afstudeerde, nam ik deel aan het journalistenexamen bij de VRT. Wàànzinnig moeilijk. Ik begon dan mijn zakenkantoor in Bredene, maar toen ik in De Zeewacht las dat een medewerker werd gezocht, heb ik daarop gereageerd. Het klikte meteen met toenmalig editieredacteur Willy Helsmoortel en ik vond het een leuke ambiance op de redactie in Oostende, waar ik toen wekelijks kwam. Je kon er een babbeltje slaan en het was telkens een blij weerzien.”

Geïntegreerd via krant

“Mijn vrouw en ik zijn van Bredene afkomstig en ook onze ouders waren al bekend in de gemeente. Ik had dus een goede basis om als persmedewerker te starten”, gaat Marc verder. Bij Paul, als aangespoelde, lag dat anders. “Dankzij de krant raakte ik geïntegreerd”, zegt hij. “Mijn vrouw is ook van Langemark. Wij kenden niemand in Middelkerke. In mijn beginjaren ging ik met notaboekje en balpen op pad om affiches over te schrijven en zo te weten wat er zoal te doen was. Ik had ook een goede relatie met Georges Keters, die toen de hoofdjournalist was voor Middelkerke, maar mij overal introduceerde.”

“De digitalisering heeft natuurlijk heel veel veranderd. In het begin gaf ik mijn teksten op papier binnen”, aldus Marc. “Maar mijn aanpak veranderde ook wel. Vroeger trok ik in de weekends van het ene evenement naar het andere, het fototoestel over de schouders. Dikwijls verloor je dan een half uur tot drie kwartier voor je de foto kon maken. Later ben ik daar wel strenger in geworden. Dan zei ik: ‘We nemen de foto nu of anders ben ik weg’. De laatste jaren ga ik minder naar evenementen, zeker nu met corona. Daardoor missen we nu wel de informele contacten. Maar wat ik liefst schrijf, is het grotere interview. De afspraken kan je makkelijk plannen tussen het werk door.”

“Nu werk ik voor de foto’s heel goed samen met fotograaf Luc Cassiman”, vertelt Paul. “Vroeger nam ik ook zelf foto’s. Regelmatig liep ik daarvoor weg op een familiefeest. Om dan inderdaad in afwachting van het fotomoment twee pinten te moeten drinken. Wat ik met de foto verdiende, was ik zo meteen al weer kwijt. Natuurlijk kom je wel al eens iets te weten op zo’n bijeenkomst. Je gaat ergens naartoe en je verneemt nog iets anders. Het beste nieuws sprokkel je in de rand.”

Woord en wederwoord

Een lokale Zeewachtmedewerker heeft natuurlijk ook een bijzondere relatie met de plaatselijke politiek. “Wij hebben de politici nodig, maar zij ons ook”, vindt Paul. “Maar een kritische bespreking, zoals recent het Gemeenterapport, moet kunnen. In de ene legislatuur valt ook wel kritischer te schrijven over het gemeentebestuur dan in de andere. En als politici iets off the record vertellen, moet je dat respecteren. Zo wist ik al langer dat Tien om te Zien deze zomer weer naar Middelkerke komt, maar er was mij gevraagd om het nog niet te schrijven.”

“Als je het principe van woord en wederwoord hanteert en elk zijn zeg laat doen, kan je niet missen”, stelt Marc. “We mogen kritische vragen stellen, dat hebben we na al die jaren wel afgedwongen. Maar natuurlijk staan wij heel dicht bij de mensen van onze gemeente. Dat is delicater dan als een journalist uit Brussel eens een stuk komt maken. Wij willen geen bruggen opblazen. Ik kan je wel garanderen dat de politici lezen wat wij schrijven. Zo belde onze burgemeester mij over het Gemeenterapport. Hij vond het een correcte analyse, al had hij een iets hogere quotering (Bredene kreeg ‘voldoende’, red.) wellicht wel geapprecieerd.” (lacht)

15 minutes of fame

“Door de onlinetoestanden moet alles nu veel sneller gaan dan vroeger”, weet Paul. “Ik was nooit echt fan van persconferenties met een etentje, maar de dag van vandaag is het echt onmogelijk geworden om na het persmoment nog drie of vier uur te blijven babbelen. Je krijgt algauw een telefoontje van de redactie of er al een stukje voor het web kan komen.”

“Toch merk ik dat mensen nog altijd liever in de krant komen dan op het web”, haakt Marc in. “Ach, iedereen wil zijn 15 minutes of fame, zeker? En online heb je dat toch niet altijd.”

“Een andere verandering is dat we nu veel meer aangestuurd worden door de redactie. Alles wordt meer in formats gegoten”, vergelijkt Marc. “Vroeger was het: je krijgt twee bladzijden, vul ze. Ik was eigenlijk naast reporter ook de redacteur van mijn eigen gemeente. Wel vind ik De Krant van West-Vlaanderen de laatste jaren fantastisch goed geworden. En ik lees al kranten sinds mijn zevende hé! Ik zie nu regelmatig zaken uit KW geciteerd worden in de nationale pers. 30 jaar geleden was dat niet het geval. Echt, ik ben er trotser op dat ik voor KW werk dan pakweg 15 jaar geleden.”

“Ik doe het nog altijd graag. Anders zou ik niet voortdoen”, zegt Marc. “En ik ga door zolang ik mijn stylo kan vasthouden (lacht). Niemand doet dit om rijk te worden, maar ik vind het nog altijd een fantastische hobby.”

“Ik leerde ook heel veel bij door de krant”, aldus Paul. “Je wordt zowat de fichebak van je gemeente.”

Marc Mahieu & Paul Bruneel

• Marc Mahieu (59) is al sinds 1991 De Zeewacht-medewerker voor Bredene, de gemeente waar hij – op zijn studententijd na – altijd heeft gewoond. Hij is germanist van opleiding en beroepshalve bank- en verzekeringskantoorhouder.

• Paul Bruneel (64) is uit Langemark afkomstig, maar vestigde zich in 1979 in Middelkerke en werd er meteen medewerker voor De Zeewacht. Hij is sinds zijn 16de Roularta-medewerker. In 2000 werd hij beroepsjournalist. Paul schreef ook nog voor een dagblad en over een pak andere gemeenten in de regio, maar is vandaag nog onze medewerker voor Middelkerke en Nieuwpoort. Hij is ook al sinds 1973 bekend als zanger Paul Bruna.