Oostendes oudste cafébaas Iwein: “De Zeewacht wordt hier vaak gelezen”

Iwein Scheer is de oudste cafébaas van Oostende. “Het blijft mij boeien, vooral omdat je hoort wat de mensen bezighoudt.” © JRO
Jeffrey Roos
Jeffrey Roos Medewerker KW

De eerste Zeewacht, ondertussen iets meer dan 125 jaar geleden, lag ongetwijfeld op de toog van ieder café en in de meeste cafés is dat nog steeds zo. Aan de toog worden de publicaties uit De Zeewacht ongetwijfeld besproken. Een goede reden om de oudste cafébaas van Oostende eens aan de tand te voelen. En waar doen we dat beter dan aan de toog.

Iwein Scheer, een aangespoelde Brusselaar, opende ’t Kroegske op het Paulusplein op 23 juni 1964. Sindsdien staat hij er onafgebroken achter de toog waar hij vol goesting al jaren pintjes tapt voor zijn klanten. En die goesting is er nog steeds, al wordt Iwein wel een dagje ouder: 81 jaar is de man ondertussen. Daarmee is hij de oudste cafébaas van de badstad.

Hoe ben je ooit in het caféleven gestapt?

“Het caféleven op zich leerde ik uiteraard kennen tijdens mijn studentenleven in Leuven. Ik ben eerder toevallig in Oostende terecht gekomen. Ik heb er de liefde gevonden. De eerste twee jaren van mijn leven hier bracht ik door in het nachtleven. Ik werkte eerst als portier in een cabaret onder het theater in de Van Iseghemlaan. De baas van dat cabaret zocht later een kelner voor zijn ander café in de Van Iseghemlaan en zo leerde ik de andere kant van de toog kennen, maar ondertussen ook ’t Kroegske. Ik was er zo door gecharmeerd dat ik het café overnam toen dat kon. Dat is wel even helemaal anders uitgedraaid dan ik had verwacht. Door omstandigheden gaat je leven soms een andere wending nemen. We hebben bepaalde zaken gerealiseerd met andere mensen die nooit op mijn programma hadden gestaan. Ik heb altijd wel een beetje buiten de lijntjes gekleurd. Van nature ben ik wat provocerend ingesteld. Ik noem het eerder een zachte anarchist. Rebels, maar dan op een ludieke manier.”

Hoe zou je ’t Kroegske als café omschrijven?

“Zoals het nu is, is ’t Kroegske een ontmoetingsplaats voor mensen van alle leeftijden, maar vooral voor ouderen. De gemiddelde leeftijd is hier 50-plus. Vroeger was ’t Kroegske een jongerencafé, en zo had ik elke vijf jaar een nieuwe generatie over de vloer. Sinds 20 jaar worden de mensen stilaan ouder, samen met mij. De mensen die hier komen, komen uit alle lagen van de bevolking. Mijn klanten komen trouwens ook niet alleen uit Oostende, maar ik krijg hier ook mensen uit pakweg Gent of Antwerpen over de vloer. Mensen ontmoeten hier elkaar.”

Zowel ’t Kroegske als Den As zijn echte bruine kroegen. Is het nog wel verstandig om nu nog een typische bruine kroeg te openen, want die verdwijnen stilaan uit het straatbeeld, toch?

“Moest ik nu moeten herbeginnen, dan zou dat niet lukken. Niet omwille van mijn leeftijd, maar gewoon omdat de tijd van de typische bruine kroeg misschien wel voorbij is. Ik heb ook geen glazen bol, hé. Ik kan niet zeggen of die op termijn helemaal uit het straatbeeld zullen verdwijnen. Je moet een cliënteel opbouwen en dat duurt sowieso twee jaar. Het is er in de loop der jaren niet gemakkelijker op geworden. Jonge ondernemers die nu nog een café willen starten, maken nog een kans als ze op een speciale manier voor de dag komen. Ik bedoel daarmee dat het een uniek concept moet zijn. Het is moeilijker geworden om mensen naar het café te trekken.”

Als cafébaas mag je nooit tonen dat je aan het werk bent. Je bent mee met het feest en alle gesprekken

Je staat al meer dan 50 jaar achter de toog van ’t Kroegske. Hoe hou je het zo lang vol?

“Dankzij mijn interessant cliënteel. Het blijft mij boeien. Vooral omdat je hoort wat de mensen bezighoudt, waarvan ze wakker liggen en hoe ze over bepaalde dingen denken. Dan voel ik mij soms wel geroepen om een en ander recht te trekken. Je moet uiteraard ook interesse hebben in wat de klanten te vertellen hebben en er als cafébaas zelf voor zorgen dat er interessante onderwerpen naar boven komen. Het is belangrijk om mensen oog te leren hebben voor het culturele aanbod: zowel toneel als musea en concerten. Daarom heb ik in de loop der jaren het initiatief genomen om geregeld mensen mee te nemen naar concerten en naar kunstenfestivals. Hoe lang ik nog doorga? Zo lang ik trappen kan doen, blijf ik hier. Ik voel me hier nog steeds goed. Ik ben blij dat ik nog steeds helder van geest ben en dat ik mijn klanten nog kan bedienen.”

Hoe ga je om met klanten die boven hun theewater zijn en dat duidelijk laten merken in het café?

“Ik probeer dat af te remmen. Als er conflicten groeien, dan probeer ik daarin tussen te komen; wat betreft drankgebruik is het soms moeilijk om die mensen tot bedaren te brengen. Er zijn zo enkele mensen die ik weiger om nog drank te verkopen. Omdat ik weet dat het hen lastig maakt; maar het is altijd schipperen tot wat kan en niet kan. Het is al gebeurd dat ik mensen heb kunnen overtuigen om hier te blijven slapen omdat ze te veel hadden gedronken. Ik verdraag veel van mijn klanten en zij van mij. In die 57 jaar dat ik hier ben, heb ik drie keer de politie moeten bellen.”

Waarover wordt er aan de toog meestal gesproken?

“De laatste twee jaar is dat vooral corona, hé. Maar vroeger ging dat over heel uiteenlopende zaken: concerten, voetbal. Er liggen hier ook kranten, waaronder De Zeewacht. Die wordt nog steeds vaak gelezen. Soms komen mensen speciaal om de kranten te lezen en daar vloeien dikwijls heel wat gesprekken uit.”

Heb jij nog tips om nieuwe cafébazen 50 jaar verder op weg te helpen?

“Een van de belangrijkste dingen voor een cafébaas is dat je nooit mag tonen dat je aan het werk bent. Je bent mee met het feest en met alle gesprekken. Je hebt altijd een dienende functie. Je moet alert zijn dat er geen conflicten ontstaan en ervoor zorgen dat die op het goede moment afgeleid worden.”

Bio

Iwein Scheer werd geboren op 22 april 1940 in Ukkel. Hij woonde de eerste 18 jaar van zijn leven in Brussel en trok daarna naar Leuven om er te studeren. Na zijn studies woonde hij nog een jaar in Brussel om zich begin de jaren ’60 in Oostende te vestigen.

Hij opende ’t Kroegske op 23 juni 1964 en tapt er ondertussen al 57 jaar pinten.

Iwein trouwde op 25 mei 2018 met de ondertussen 65-jarige Renee Lodewijckx. Hij leerde haar twee jaar voor hun huwelijk kennen tijdens een kookfestijn op het Pauluspleintje.

Iwein heeft twee kinderen, Iwan en Inge. Daarnaast heeft hij drie kleinzonen en ondertussen ook drie achterkleinkinderen.