Kristel Laureys is geboren en getogen in stavele: “Ik ben onder de kerktoren opgegroeid”
Voor Kristel Laureys (47) uit de Zwanestraat is Stavele effectief een dorp uit de duizend. Als kind beleefde ze er een zorgeloze jeugd en omdat de band met haar ouders zo hecht is, bouwden zij en haar man Benny Vanassche er naast haar ouderlijke huis hun eigen woning. “Mama heeft indertijd veel voor onze kinderen gezorgd, nu zorgen wij – indien nodig met veel plezier voor hen.”
Kristel Laureys is de dochter van Wilfried en Lena Coevoet, een bekend koppel in Stavele en omstreken. Ze is leerkracht in het tweede leerjaar van de basisschool in Reninge, echtgenoot Benny is schrijnwerker. Het koppel heeft twee kinderen : Gilles (20) die Sport en Beweging studeert in Brugge en Grace (18) die na de zomer aan de opleiding tandarts begint.
“Ik ben onder de kerktoren opgegroeid”, vertelt Kristel. “Tot mijn twaalfde ging ik te voet naar school, eerst in de vrije basisschool die naast ons huis ligt, later naar de gemeenteschool een straat verder. ’s Middags gingen mijn broer en ik thuis eten. Mama had een bankfiliaal en was er altijd. Mijn jaar telde zes kinderen en in het vijfde en zesde hadden we meester Patrick die eind juni met pensioen is gegaan. Hij was toen een pas afgestudeerde onderwijzer. Ik herinner mij het cabaret in Stavele. Twee of drie weekends voerden inwoners in de parochiezaal sketches op. Papa speelde mee, ouders van klasgenoten speelden mee en ik ging dikwijls kijken naar de repetitie.”
“Toen ik 15-16 jaar was, ging onze klas de zondagvoormiddag iets drinken in jeugdclub Siné Nominé op het dorp. Je ziet, mijn jeugd speelde zich ter plekke af. Nu hebben kinderen meerdere hobby’s her en der, maar dat bestond toen niet. Van een klein schooltje en een beschermde omgeving naar het grote Sint-Franciscusinstituut in Poperinge was op mijn twaalfde wel een grote stap.”
Eerste keuze
Na hun huwelijk in 2000 woonden Kristel en Benny eerst vier jaar in de IJzerstraat. In 2002 kwam de hoeve van Raoul Butaye naast Kristels ouders te koop. Raoul had beloofd dat de familie Laureys de eerste keuze zou hebben en zo geschiedde ook.
“Met ons gezin naast mijn ouders gaan wonen, hoefde niet per se”, vertelt Kristel, “maar het is wel mooi meegenomen. Een buurgemeente was ook goed, maar Stavele was wel mijn favoriet. Mama leverde een grote bijdrage in de opvang van Gilles en Grace. Ik ben er dankbaar voor. We hebben een hechte band en respecteren elkaars privacy, maar ik ga wel iedere dag langs bij m’n ouders. ’s Morgens voor ik naar school ga, spring ik binnen met de krant. In de vakantie drinken we samen een kop koffie en in de namiddag – als dat past – nog eentje. Stavele heeft een tijdlang geen enkele winkel meer gehad. Voor ons was dat geen probleem.”
“Ik werk in Reninge en passeer dus de bakkerijen van Vleteren en supermarkt De Spar in Reninge. De komst van het Dorpspunt is wel een goede zaak. Je kan er in feite alles verkrijgen aan inkoopprijs. Daar waar wij vroeger de zondagmorgen brood van de zaterdag aten, plaatsen we nu een bestelling die we in De Moote kunnen afhalen. Dat is natuurlijk aangenaam. Café ‘Den Amigo’ draait goed en met ’t Hof van Commerce en ’t Jachthuis heeft Stavele twee goede restaurants. Behalve het feit dat het zwaar landbouwverkeer nogal gas durft te geven in de bocht voor de school, is het hier rustig en vredig.”
Honkvast
Of Gilles en Grace even honkvast zijn als hun mama, vragen we hen nog. “Ik ben er opgegroeid, maar voor de rest heb ik eigenlijk weinig met Stavele”, antwoordt Gilles. “Omdat mama ons mee nam naar de school waar zij les geeft, speelde en speelt mijn sociaal leven zich voor een groot stuk in Reninge af. Ik voetbal er twee keer per week en heb er vele vrienden. Uitgaan doe ik vooral in Poperinge. Ik ben nog jong, dus ik weet nog niet waar ik ga belanden. Liefst in de regio, in de hoek Ieper-Poperinge-Veurne denk ik. Mijn zus heeft meer binding met het dorp. Zij is moni op het speelplein en speelt dwarsfluit in de harmonie.”
“Dat ze in Stavele nog geen tandarts hebben”, roepen wij Grace nog toe. “Eerst zes jaartjes studeren en proeven van het leven in een grootstad. Ik laat je binnen zes jaar weten waar ik mij zal vestigen”, glimlacht ze terug.
(AB)
Dorp uit de duizend
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier