Hoe toegankelijk is Kortrijk voor mensen in een rolstoel?“De verbouwing aan de schouwburg is een pilootproject”

Directeur Schouwburg Kortrijk Alexander Ververken (links) en SAPH-voorzitter Chris Iemants zien hoe Kortrijk stappen vooruit zet, maar tegelijk nog veel werk heeft. (foto MD)
Jan Steenhoudt
Jan Steenhoudt Editieredacteur KW Kortrijk – Menen – Waregem

Op woensdag 1 maart was het internationale rolstoeldag. Een dag die vooral over de positieve kanten van het leven met een rolstoel zou mogen gaan, vond de Australische bedenker Steve Wilkinson. Éen aspect dat de afgelopen decennia alvast verbeterd is, is de mate van inclusie in onze maatschappij. Meer en meer wordt er in het dagelijkse leven, in restaurants en cafés of in plannen voor de herwerking van openbaar domein rekening gehouden met mensen met een fysieke of andere handicap. Zo ook in Kortrijk, al heeft de stad wel nog wat werk voor de boeg.

Toegankelijkheid is een paraplubegrip. Dat valt te lezen in het handboek ‘Gelijke kansen Vlaanderen’. Als we over ‘toegankelijkheid’ spreken, denken de meesten immers eerst en vooral aan gebouwen met hellingen, liften en aangepaste toiletten. Tegelijk is het veel meer dan dat. Toegankelijkheid gaat ook over goede communicatie, dienstverlening en logische signalisatie. Het moet ervoor zorgen dat gebruikers mogelijkheden krijgen om te functioneren binnen onze fysieke bebouwde omgeving.

Vooral in de stad is dat vaak een uitdaging. In Gent stippelden ze al een toegankelijkheidsbrochure uit. Een stadsgids waarbij de uitgestippelde route zo weinig mogelijk hindernissen bevat, zowel voor mensen met een mobiele beperking, een verstandelijke beperking en een visuele beperking als dove of slechthorende bezoekers.

We moeten van de toegankelijkheidstoets eerst intern een reflex maken. Pas daarna kunnen we extern gaan werken – Lee Blomme, beleidsmedewerker toegankelijkheid Kortrijk

Zo’n brochure heeft Kortrijk (nog) niet. Toch zit er sinds een decennium schot in de zaak. Sinds 2012 heeft de stad een samenwerkingsovereenkomst met het Agentschap Toegankelijk Vlaanderen (INTER), dat samen met de Stedelijke Adviesraad voor Personen met een Handicap (SAPH) technisch advies geeft aan alle stadsdiensten inzake toegankelijkheid van gebouwen en openbaar domein. “Wij waren lang de vinger aan de pols”, zegt SAPH-voorzitter Chris Iemants (62), die een ongeval had op zijn 27ste en sindsdien een rolstoel gebruikt. “Al zijn we die rol ondertussen ontgroeid. Nu proberen we vooral proactief samen te werken met het stadsbestuur. Zij doen bij projecten in het openbaar domein vaak een beroep op ons.”

Lee Blomme (25), beleidsmedewerker toegankelijkheid van Kortrijk, fungeert als tussenpersoon tussen de SAPH en de stad. Lee probeert het thema toegankelijkheid in de structuur van alle stadsdiensten in te slijpen. “En dat is geen sinecure”, geeft hij toe. “Daarom dat we eerst intern, binnen de stad, proberen om er een reflex van te maken. Pas daarna kunnen we extern gaan werken. Binnen iedere dienst moet er zo een sleutelfiguur met toegankelijkheid bezig zijn. We proberen het thema, in samenwerking met het kabinet van schepen Philippe De Coene, ook hoger op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen.”

Dat nog niet alles loopt zoals het moet, beseffen beide heren wel. “Zo loopt er bij de wegenwerken in de stad vaak iets fout”, geeft Lee aan. “Soms schenken de aannemers aan wie de werken zijn uitbesteed minder aandacht aan toegankelijkheid. Dat geldt voor wel meer externe krachten. Nu, er is wel systematische controle, en er zit progressie in, in vergelijking met tien jaar geleden. Ook dankzij het advies van INTER.”

“Het hoeft ook niet altijd met onwil te maken hebben”, zegt Chris. “Kijk naar de Budascoop. Daar zijn enkele cinemazalen niet toegankelijk, maar er zijn gewoon geen middelen genoeg om daar iets aan te doen.”

Treinstation

Toch is er sinds de wisselwerking tussen INTER, de SAPH en stad Kortrijk wel een en ander ten goede veranderd in Kortrijk. En dat ziet ook Alexander Ververken (40), sinds 2017 directeur van de Schouwburg in Kortrijk. Alexander zit sinds 2004 in een rolstoel, na een ongeluk met zijn koersfiets. “Ik studeerde nog in Leuven indertijd”, vertelt hij. “Ik had net een nieuwe fiets, en was nog weinig vertrouwd met de klikpedalen. Toen ik op een boerenweggetje fietste, verloor ik mijn evenwicht, waardoor ik pardoes tegen een voorbijrijdende vrachtwagen aanviel. Die botsing heeft mijn ruggenwervels doen verschuiven. Hierdoor raakte ik aan beide benen gedeeltelijk verlamd, en kan ik ook maar één hand meer gebruiken.”

Waar ik het meest van af zie? Reizen. Je moet álles plannen. Heel weinig hotels zijn ook aan mijn specifieke handicap aangepast – Alexander Vererken

Alexander Vererken is directeur van de Schouwburg in Kortrijk.
Alexander Vererken is directeur van de Schouwburg in Kortrijk. © MD

Na een lange revalidatie in UZ Gent pikte Alexander de draad van zijn studies weer op. Meteen werd hij met een nieuwe wereld geconfronteerd. “Alles was veranderd. Vooral spontaniteit werd heel moeilijk. Zo moest ik een treinrit plots dagen op voorhand reserveren. Restaurants zonder groot toilet waren een no go. Bovendien telt Leuven veel oude gebouwen en straten: die zijn sowieso niet voorzien om mensen in een rolstoel.”

Alexander had een groot netwerk, en voelde weinig schroom om hulp te vragen aan zijn vrienden. “Ik mocht ook van geluk spreken dat mijn leven en carrière nog niet vast lagen. Ik studeerde handelsingenieur, een bureaujob lag dus voor de hand. Waar ik het meest van af zie? Reizen. Heel weinig hotels zijn aan mijn specifieke handicap aangepast. Ik heb een kamer nodig die bereikbaar is zonder het gebruik van trappen, maar op Airbnb kan je zoiets niet aanvinken.”

Ook bus- en treinstations blijken vaak niet toegankelijk voor een persoon in een rolstoel. Iets waar Alexander zich mateloos aan gestoord heeft. “Ik leerde wel in een automatische auto rijden – tot over een jaar had ik nog kracht genoeg in mijn benen om zelfstandig in- en uit te stappen om mijn rolstoel uit de koffer te nemen – en gebruik daarom gelukkig weinig tot geen openbaar vervoer meer. Maar de keren dat ik het wel gedaan heb, maakte ik er soms een punt van om niét te reserveren. Ik wilde me zoals ieder mens kunnen verplaatsen. Zo werkte ik enkele jaren geleden nog voor Electrabel, en moest ik naar Parijs met de TGV. Ik had niet gereserveerd. Dat was meteen een heel gedoe, want de opgekrikte hellingen stonden op een ander perron. Er werd me uiteindelijk verteld dat ik uit veiligheidsmaatregelen de trein niet op mócht. Tja.”

Op het Schouwburgplein ligt vol kleine kasseien. Geen cadeau voor mensen in een rolstoel, zeggen Chris Iemants en Alexander Vererken.
Op het Schouwburgplein ligt vol kleine kasseien. Geen cadeau voor mensen in een rolstoel, zeggen Chris Iemants en Alexander Vererken. © MD

Kasseien (op Sinksen)

Een van de grootste verbeteringen qua toegankelijkheid in de stad is de mentaliteitswijziging van de horeca. Een verschuiving naar de Britse mentaliteit, noemt Alexander het. “In de Angelsaksische wereld houdt het rechtssysteem rekening met toegankelijkheid. Cafés en restaurants krijgen heel gemakkelijk een rechtszaak aan hun been als ze geen grote toiletten hebben of als je de zaak niet in kunt met een rolstoel. Dat versnelt de aanpassingstijd natuurlijk wel (lacht).”

Ook evenementen als de Sinksenfeesten doen hun uiterste best om zo toegankelijk mogelijk te zijn, zegt Alexander. Iets wat beleidsmedewerker Lee beaamt. “Ik heb voor stadsevenementen een checklist uitgeschreven”, zegt hij. “Zo hebben we de kabels op de grond, die vroeger altijd een overkapping met een onmogelijke hellingsgraad kregen, van een veel zachtere overbrugging voorzien.”

Een ideale toegankelijke wereld is voor mij een plek waar iedereen zich vrij kan bewegen, in de breedste zin van het woord. Waar iedereen anders mag en kan zijn, en waar fysieke, culturele of andere verschillen geen belemmering vormen

De Sinksenfeesten maken gebruik van de grootste pleinen in de stad. Dat die pleinen vol klinkers liggen, helpt een persoon in een rolstoel dan weer niet. Op de koop toe lijken stadskasseien opnieuw in de mode te zijn. “Het geheel oogt meestal mooi, maar erg toegankelijk is het niet”, zegt Alexander. “Die moderne, kleine kasseien, zoals die op de vernieuwde Lage Leieboorden, zijn moeilijk begaanbaar voor rolstoelgebruikers. Pas op, ik pleit hier niet voor de asfaltering van de Grote Markt. Die mag zijn eigenheid niet verliezen. Maar een gladde doorsteek, dat zou er zeker welkom zijn.”

Schouwburg en Abby

In Kortrijk lopen er momenteel twee bouwprojecten waar toegankelijkheid hoog op de agenda staat. Zo is er de Abby, een speels, laagdrempelig en meerstemmig museum voor beeldende kunst in het Begijnhofpark. Een tweede is de schouwburg in Kortrijk, de welke zijn transformatie in 2025 een feit moet zijn. Als directeur zag Alexander persoonlijk toe op een inclusief ontwerp. “Meer nog: het wordt een pilootproject van INTER rond integrale toegankelijkheid van culturele gebouwen”, zegt hij enthousiast.

“Ik heb iedereen daar wel al voortdurend op moeten wijzen, want dergelijke aanpassingen zijn ook duurder. Er komen drie liften, herkenbare kleuren voor slechtzienden en looplijnen voor mensen met een beperking. Er wordt ook op de lagere balkons ruimte voor mensen in een rolstoel voorzien, net als in de zaal.”

Kortrijk wordt zo beetje bij beetje een toegankelijkere stad. Maar is een toegankelijke samenleving geen utopie? Is het onrealistisch? Alexander denkt van niet. “Een ideale toegankelijke wereld is voor mij een plek waar iedereen zich vrij kan bewegen, in de breedste zin van het woord. Waar iedereen anders mag en kan zijn, en waar fysieke, culturele of andere verschillen geen belemmering vormen.”