Hij lag 106 dagen in een graf… en toen verdween hij: wie helpt Geert aan info over de grafligger van Alveringem?
106 dagen lang leefde hij onder de grond, in een doodskist. Om na zijn ‘verrijzenis’ met de noorderzon te verdwijnen. Bijna veertig jaar later spreekt het verhaal van Robic Depoortere, beter bekend als ‘de Grafligger van Alveringem’, nog altijd tot de verbeelding. Geert Onraet, die als kind de stunt vanop de eerste rij meemaakte, wil het verhaal in kaart brengen. “Het is een enorme puzzel, maar ik wil weten wat er van die man geworden is.”
We schrijven midden jaren zeventig. In Vlaanderen is een nieuwe rage ontstaan: grafliggen. In oktober 1975 duiken we massaal onder de grond. In he Geraardsbergse gehucht Goeferdinge neemt een zekere Freddy van Wijmeersch tussen zes planken plaats, in Dendermonde had Louis van der Vreeken dezelfde macabere gedachte. Maar het is vooral het verhaal van Robic Depoortere dat blijft plakken.
De toen 26 jaar jonge Houthulstenaar klopte bij café De Nieuwe Herberg in Alveringem aan, met een duidelijk plan op zak. 106 dagen grafliggen en zo het wereldrecord scherper te stellen. Iets wat Geert Onraet (57) zich nog levendig herinnert. De man woont tegenwoordig, samen met zijn partner Kurt Devriendt in Koksijde, maar ziet het hele tafereel nog haarscherp voor zich.
“Die man moet daar beneden echt de hel meegemaakt hebben. Ik vraag me nog altijd af hoe hij het heeft overleefd”
“Ik was toen een jaar of negen”, legt hij uit. “Mijn mama Magda Decroos en stiefpapa Willy Deschodt runden het café. Destijds een zaak waar zowat alle commerçanten van het dorp kind aan huis waren.” Geert nam in 1988 de fakkel van hen over en stond er tot 2000 zelf achter de toog, maar een avontuur als tijdens die winter van 1975 maakte hij nooit meer mee.
Emmertje
“Ergens begin oktober kwam een man het café binnen. Hij was op zoek naar een locatie voor een stunt. vertelde hij mijn mama. Hij wilde meer dan honderd dagen levend begraven worden.” Een op zijn zachtst gezegd bizar verzoek, maar tegelijk niet zo erg opzienbarend. “Her en der in Vlaanderen lieten mensen zich vrijwillig onder de grond stoppen. Vandaag zou zoiets in no time viraal gaan.”
Robic Depoortere in Alveringem, dus. Op 18 oktober 1975 daalde de man af in een inderhaast met spaanplaten in elkaar getimmerde kist, anderhalve meter onder de grond, een kleine meter breed, twee meter lang en een goeie meter hoog.
Via twee inox-buizen hield hij contact met de bovenwereld, was de zuurstofcirculatie gegarandeerd en kon voeding en water naar beneden gebracht worden. “Ook zijn ontlasting moest via die weg – in een emmertje – verwijderd worden”, graaft Geert in zijn geheugen.
“Ik weet nog altijd niet wat die man exact bezielde. Op de koop toe beleefden we een erg natte winter – te vergelijken met die van nu – en moest hij vrijwel meteen water scheppen en in emmertjes naar boven laten trekken. Hij moet het er verschrikkelijk koud gehad hebben. Enkel een olielampje en dekentje bezorgden hem wat warmte.”
60 frank toegang
De teraardebestelling was een evenement op zich. “Robic was een soort fakir. Hij stak breinaalden door zijn kaken en tong, ging op een spijkerbed liggen. Een stond een massa volk aan ons café. Ongezien.”
“Daarna trok hij naar een soort tuinhuisje dat speciaal voor zijn recordpoging was opgetrokken. Daar kon je hem ook bezichtigen. Zestig oude Belgische franken (1,5 euro, red.) toegang vroeg hij daarvoor. Voor het hutje stond een caravan, waar verschillende mensen het entreegeld ontvingen. Maar die gingen met de opbrengst aan de haal.”
Uiteindelijk werd zelfs een Duitse herder bij Robics tijdelijk verblijf geplaatst om de wacht te houden. “Want veel nieuwsgierigen goten halve pinten en zelfs urine in de buizen. Die man moet daar beneden de hel beleefd hebben. Ik vraag me nog altijd af hoe hij het overleefd heeft. Die hond, Coebron was zijn naam, is later trouwens nog mee verhuisd naar mijn stiefvaders hoeve in Watou.”
106 dagen na zijn symbolische uitvaart, mocht Robic eindelijk terugkeren naar de echte wereld. “Maandag 26 januari 1976 werd zijn kist naar boven gehesen en kon Robic, stevig ondersteund, een grote menigte begroeten. Er is toen een spontaan volksfeest losgebarsten en niet veel later is Robic vertrokken. Om nooit meer iets van zich te laten horen.”
Landloper in Amsterdam
Later heeft hij in café De Warande in Keiem nog het record paalzitten en aan het kruis hangen verbroken, maar naar De Nieuwe Herberg keerde hij nooit meer terug. “Net dat zorgt voor zoveel mysterie”, vindt Geert.
“Als klein ventje was ik gefascineerd door wat er zich voor mijn ogen afspeelde. Net daarom wil ik dit verhaal reconstrueren. Het is een enorme puzzel, maar ik zou heel graag weten wat er uiteindelijk van die man geworden is.”
Via-via vond Geert Robics zoon Godfried, die in Turnhout woont. “Tien jaar geleden hebben we kort met elkaar gemaild. Hij vertelde me dat zijn vader toen deeltijds in een psychisch verzorgingstehuis in Sleidinge verbleef en enkele jaren lid was van het vreemdelingenlegioen. Hij zou ook een tijdlang als landloper in Amsterdam gewoond hebben en daar zelfs buitenwipper op de Walletjes.”
“Maar hoe zijn leven er verder heeft uitgezien en of hij al dan niet nog in leven is, weet ik niet. Hij zou nu een jaar of 74 moeten zijn. Ik weet ook dat zijn avontuur bij ons thuis destijds met een 9mm-camera is gefilmd, maar die opname is spoorloos.”
Om zijn zoektocht tot een goed einde brengen, is Geert op zoek naar extra informatie. “Verhalen, getuigenissen, foto’s, krantenknipsels… Alles is welkom. En wie weet komt die filmopname wel boven water.”
Kan je Geert op weg zetten? Neem contact op via geert.onraet@telenet.be.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier